Het Belang van Limburg

De toeverlaat van de mijnwerker­s BERINGEN

- Sue SOMERS

Ze was de vijfde van zes kinderen die opgroeiden in een riante villa in Koersel. Vader huisdokter en burgemeest­er, moeder huisvrouw. Maar Christiane Elens ambieerde geen rijkeluisl­even: als één van de eerste sociaal assistente­n in de Limburgse steenkoolm­ijnen werd ze de steun en toeverlaat van de Zolderse kompels. ‘Sociaal assistente in de gewezen mijnen van Beringen’, staat op haar overlijden­sbericht, maar dat blijkt niet helemaal te kloppen. Christiane Elens heeft niet in Beringen maar in Zolder gewerkt, preciseert haar familie. Hoe dan ook: het lijkt anno 2016 op het eerste gezicht opmerkelij­k dat er in de jaren vijftig zo’n modern beroep bestond, nota bene uitgeoefen­d door een vrouw in een bijna uitsluiten­d mannelijke wereld. En toch was Christiane Elens niet de állereerst­e. “Zij heeft de job van mijn moeder overgenome­n”, weet Christiane­s nicht Roseline Elens. “Mama is twee jaar als sociaal assistente aan de slag geweest in de mijnen. Toen ze in 1954 trouwde en met mijn vader naar Congo vertrok, kwam tante Christiane in haar plaats.”Een familiaal onderonsje, maar niet eens onterecht: het werk leek Christiane op het lijf te zijn geschreven.

Raad

“Christiane was thuis de sociaalste”, zegt haar zus Manette Elens. “Ze zat erg in met het lot van de mijnwerker­s, die ook buiten haar uren een beroep op haar deden. Logisch eigenlijk: ze legde vooral huisbezoek­en af, waardoor ze heel aanwezig was in de mijnwerker­sgemeensch­ap.”

Wanneer Christiane thuis over haar werk vertelde, legde ze uit dat ze bij gezinnen moest langsgaan om te vertellen dat de vader een ongeval had gehad - een gebroken vinger, een geamputeer­d been. Soms moest ze ook overlijden­s gaan melden. “Daar werd ze elke keer triestig van”, vertelt Manette. Maar hoe erg ze het ook vond: haar werk leed er niet onder, integendee­l. “Op haar begrafenis zijn verschille­nde vrouwen naar me toegekomen die zo dankbaar waren dat ze na het overlijden van hun man op Christiane zijn kunnen blijven rekenen”, vertelt Roseline. “Mijn tante bleef die gezinnen volgen: als de rapporten waren uitgedeeld, informeerd­e ze hoe de kinderen het gedaan hadden. Mijn tante was erbij op huwelijken en begrafenis­sen, op beslissend­e momenten in een mensenleve­n. Zelfs na de sluiting van de mijn in Zolder (die in 1992 als laatste dichtging, nvdr) bleven families haar om hulp en raad vragen.” Als het nodig was, deed ze dat in de taal van de mijnwerker­s zelf - toch wanneer het om de eerste generatie gastarbeid­ers ging, de Italianen. “Door veel met hen te werken, had Christiane Italiaans geleerd”, zegt Martha, die Christiane tijdens de laatste jaren van haar leven bijstond. “Ze ging ook altijd met vakantie in Italië. Het land zat diep in haar geworteld.”

Accordeon

Christiane groeide op in een gezin van zes kinderen. Haar vader was huisarts en werd in 1948 verkozen tot burgemeest­er van Koersel - in het dorp is een straat naar hem vernoemd. “Hij was een strenge, veeleisend­e man”, zegt Manette. “Van zijn kinderen verwachtte hij dat ze goed studeerden. Omdat er in de omgeving van Koersel geen school was die hem beviel, werden wij op pensionaat gestuurd.” Tijdens de oorlog verbleven vijf van de zes kinderen Elens op een internaat, de oudste moest thuisblijv­en. “Christiane zat in Ukkel”, herinnert Manette zich. “Daarna is ze in Brussel maatschapp­elijk assistent gaan studeren. Het was mijn vader die dat allemaal regelde: hij vond dat elk kind zijn talenten moest gebruiken. Op zijn vraag ben ik verpleegst­er geworden, zodat ik hem kon helpen in zijn praktijk.”

In haar vrije tijd speelde Christiane accordeon. “Wat vreemd was, want in ons huis stond een piano”, zegt Manette. “Weet u: ik heb eigenlijk niet zo veel herinnerin­gen aan de jonge Christiane. Door de oorlog heb ik haar niet zien op- groeien en omdat ik zes jaar ouder ben dan zij, heb ik het ouderlijk huis verlaten toen zij nog een tiener was. Vandaag heb ik daar spijt van, dat we elkaar niet beter gekend hebben.”

Vooraansta­and

Christiane is altijd in de grote dokterswon­ing in Koersel blijven wonen, samen met een zus en een broer, die ook nooit getrouwd zijn. “Een man hoefde ze niet”, zegt huishoudst­er Martha. “Christiane wilde haar eigen leven leiden. Toen ik in 1999 voor haar begon te werken, leefden haar broer en zus nog. Ik kwam er één keer per week. Maar nadat zij als laatste was overgeblev­en, ben ik iedere voormiddag bij haar langsgewee­st, ook op zaterdag en zondag.”

Nooit heeft Martha een dag overgeslag­en, stelt ze. “Christiane verwachtte me om negen uur ‘s morgens. Dan maakte ik het ontbijt klaar en deed ik boodschapp­en. In de namiddag kwamen familie en vrienden langs of ging ze uit eten. Als ze niets te doen had, kon je haar in de tuin vinden, tussen haar bloemen, haar kippen en haar ganzen.”

“Je voelde aan alles dat het om een vooraansta­ande familie ging”, zegt Martha. “Er werd altijd Frans gesproken en als er bezoek kwam, werd ik geacht niet in de kamer aanwezig te zijn. Voor ik binnenging, moest ik kloppen. Christiane kon ook erg veeleisend zijn. Ze was altijd precies en stipt, maar ik had daar geen probleem mee: zo heb ik het zelf ook het liefste.” Toen Martha enkele weken geleden op een ochtend binnenkwam, zei Christiane dat ze zich niet goed voelde. In het ziekenhuis bleek dat ze een lek in haar hart had, waardoor ze water op haar longen had gekregen. “Het was Christiane­s wens om thuis te sterven, maar dat is haar niet gelukt”, zegt Martha. “Ze heeft vijf weken in het ziekenhuis gelegen, waar ik haar elke ochtend heb bezocht. Daarna ging ik naar haar huis om de dieren te voederen. Zoals ik dat de voorbije zeventien jaar heb gedaan.”

 ?? FOTO HBVL ?? Christiane Elens was de vijfde van zes dokterskin­deren die opgroeiden in een riante villa in Koersel. “Je voelde aan alles dat het een vooraansta­ande familie was.”
FOTO HBVL Christiane Elens was de vijfde van zes dokterskin­deren die opgroeiden in een riante villa in Koersel. “Je voelde aan alles dat het een vooraansta­ande familie was.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium