Het Belang van Limburg

Ook starters kiezen al voor deeltijds werk

Vier op de tien jongeren onder 25 jaar zijn niet voltijds aan de slag

- Liliana CASAGRANDE

Deeltijds werken bij de start van je carrière, blijkbaar is het een nieuwe trend. Van alle werknemers die jonger zijn dan 25 jaar, werkt maar liefst 41 procent deeltijds. In 2008 was dat nog maar 27 procent. Dat blijkt uit een studie van sociaal secretaria­at SD Worx, dat daarvoor de loonfiches van 725.000 Belgische werknemers bestudeerd­e. “Veel jongeren combineren het einde van hun studies met een eerste job”, geeft Ignace Glorieux, professor sociologie aan de VUB, als verklaring. “Iets wat in het buitenland al veel langer gebeurt.” We kiezen in België steeds vaker om deeltijds te werken. In 2008 werkte nog een kwart van alle werknemers in ons land deeltijd, ongeacht hun leeftijd. “Intussen is dat al een derde”, zegt SD Worx. Ook bij jongeren onder 25 jaar is deeltijds werken populair. In 2008 werkte 27 procent van hen deeltijds, intussen is dat al 41 procent. “De redenen zijn divers”, zegt Jan Laurijssen van SD Worx. “Je hebt jonge mensen die studeren combineren met werken. Anderen willen naast werken ook reizen. Maar er zijn ook jobs die niet voltijds worden aangeboden. Eens werknemers 25 jaar zijn, veranderen de zaken: dan zakt het aantal deeltijdse­n tot 23 procent en werkt dus 77 procent voltijds. Tegen dan hebben ze misschien een partner en kinderen, dat speelt allemaal mee in hun keuze.”

Langer studeren

“Vroeger was iedereen op zijn 22ste klaar met studeren. Tenzij je voor dokter ging”, zegt socioloog Ignace Glorieux. “Nu doen jongeren langer over hun studies. Maar tijdens een thesisjaar hebben ze bijvoorbee­ld ook al tijd om te gaan werken. In het buitenland zie je al veel langer dat studenten werken en tegelijk voor zichzelf zorgen. We zijn een van de laatste landen die deze omslag maken. We hebben hier al langer studentenj­obs, maar dat is dan toch eerder om vakanties of de rekening van de smartphone mee te betalen.”

Man/vrouw

Van alle Belgische vrouwen - ongeacht hun leeftijd - werkt intussen al meer dan de helft (55%) deeltijds. In 2008 was dat 45 procent. Maar ook bij de mannen is het aantal dat deeltijds werkt toegenomen: van 10 naar 14 procent. Bij de mannen zijn het vooral de 55-plussers die niet meer voltijds aan de slag zijn. Bij de vrouwen boven de 30 jaar werkt nog maar de helft voltijds, ongeveer 20 procent werkt vier vijfde en nog eens 20 procent halftijds. Bij de vrouwen ouder dan 55 jaar is nog maar één op drie voltijds aan het werk.

Pensioenop­bouw

Toch moeten vrouwen opletten, want minder werken betekent ook minder pensioen. “Vrouwen gaan meestal tussen hun 25ste en hun 40ste minder werken omdat ze voor de kinderen willen zorgen”, zegt Glorieux. “Maar eens die kinderen groter zijn, gaan ze ook niet opnieuw voltijds aan de slag, omdat hun carrièreka­nsen intussen geslonken zijn. Tja, de prijzen zijn dan al uitgedeeld, hé. Aan de mannen namelijk.” Maar als een vrouw thuis blijft zodat haar partner meer kan werken, betekent dat ook dat zij minder pensioen opbouwt. “Dat is niet eerlijk. Daarom waren politici een aantal jaren geleden bezig met die pensioenre­chten in een gezin te verdelen tussen de partners. Maar daar heb ik toch al lang niets meer van gehoord.”

 ?? Foto SVEN DILLEN ?? Verpleegku­ndigen Gizem, Larissa en Jolien (van links naar rechts) werken én studeren samen.
Foto SVEN DILLEN Verpleegku­ndigen Gizem, Larissa en Jolien (van links naar rechts) werken én studeren samen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium