Nog geen akkoord over pensioen van politici
BRUSSEL - Het Vlaams Parlement gaat voorlopig nog niet akkoord met het voorstel van de Kamer rond de pensioenen van de parlementsleden omdat het nog opmerkingen heeft over de overgangsmaatregelen. Tegen 20 december moet elk parlement zich uitspreken over het voorstel. Het dossier van de pensioenen van de parlementsleden lijkt wat aan te modderen. Enkele maanden geleden kwamen de parlementsvoorzitters overeen om de pensioenleeftijd van de parlementsleden te verhogen en ook de berekeningsmethode aan te passen. Zo is het de bedoeling de pensioenleeftijd van parlementsleden gelijk te schakelen met die van ambtenaren. Dat betekent concreet dat de pensioenleeftijd voor parlementsleden vanaf 1 juli 2019 wordt opgetrokken naar 65 jaar en tegen 1 februari 2030 naar 67 jaar.
Gunsten behouden?
Over de overgangsmaatregelen werd onder de parlementen echter geen akkoord bereikt. Het Bureau van de Kamer keurde in november wel een voorstel goed met daarin een mogelijke reeks overgangsmaatregelen. Zo wil men bijvoorbeeld tot 30 juni 2019 de gunstigere pensioenleeftijden (bv. pensioen op 52, 55 of 62) behouden. In de tekst staat letterlijk dat het niet de bedoeling is “diegenen die eerder aan de leeftijdsvoorwaarden om het pensioen op te nemen voldeden te penaliseren omdat ze langer werken”. Het Uitgebreid Bureau van het Vlaams Parlement heeft het voorstel van de Kamer onder de loep genomen en gaat (nog) niet akkoord. Vooral over de overgangsmaatregelen zit het Vlaams Parlement nog met vragen. Die opmerkingen worden nu opgelijst en aan de Kamer bezorgd. Bedoeling is dat alle parlementen tegen 20 december een standpunt innemen. Dan komt de Conferentie van de Voorzitters van de Parlementaire Assemblees (CVPA) opnieuw samen.