Bruggen bouwen in Sassuolo
Patrick Janssens houdt niet van paniekvoetbal. Het is heel goed om horen. Paniekvoetbal heeft zelden mooie goals opgeleverd, laat staan dat er ooit trofeeën mee zijn gewonnen. De Genkse CEO liet gisteren bovendien weten dat hij ervan overtuigd is dat de club de juiste mensen aan boord heeft. Ook daar heeft hij een punt. Alleen levert het niet het verhoopte resultaat op en daar moet Janssens als algemeen directeur mee aan de slag. Janssens heeft met zijn team de voorbije twee jaar en drie maanden wel degelijk één en ander gerealiseerd bij KRC Genk. De club verkeerde in een diepe identiteitscrisis: de fans konden zich niet meer identificeren met de club, die ook financieel in woelige wateren verzeilde. Bovendien was de kleedkamer een zootje en vertoefde de ploeg in de anonieme middenmoot van eerste klasse. Samen met technisch directeur Dimitri de Condé stampte Janssens het project ‘Blauw bloed’ uit de grond. Een terugkeer naar de roots, op en naast het veld. Hard werken, veel eigen jongeren en verzorgd voetbal werden de steunpilaren. Die zorgden sneller dan verwacht voor een nieuw, stevig fundament. Daarin speelde vanaf medio 2015 ook de nieuwe trainer een bepalende rol. Peter Maes ruimde mee de kleedkamer op en pompte belangrijke basisprincipes in het team.
Toch kwam het niet tot een symbiose tussen de twee directeurs enerzijds en hun trainer anderzijds. De kloof tussen de behoeders van een theoretisch model en de pragmaticus geraakte moeilijk overbrugd, één plus één werd nooit drie. Dat is bijzonder jammer en nefast voor de club.
Want dan blijft de trainer hameren op het gebrek aan evenwicht in de kern - te weinig ervaring, te weinig fysiek vermogen - en trekken de TD en AD zich daar steeds minder van aan. Zoiets wreekt zich op de grasmat, het trieste voorbeeld van het schisma tussen het duo Degraen-Jacob en trainer Mario Been is niet eens zo oud. Het lag mee aan de basis van een grote crisis. Nochtans kan het water tussen beide partijen onmogelijk zo diep zijn, dat er geen bruggen kunnen worden gebouwd. Maar daarvoor moeten stekels worden ingetrokken, ego’s aan de kant geschoven. Aan de ene kant moet worden beseft dat de huidige kern enkele pareltjes bevat, maar tegelijk de diepgang mist om op drie fronten mee te strijden. Je kan niet alleen maar eind augustus jonge spelers oppikken uit kleinere competities, waar de belasting veel lager is, en verwachten dat ze onmiddellijk de drukste agenda in Europa de baas kunnen. Of van piepjonge jeugdproducten verwachten dat ze zich in een wip als de nieuwe De Bruyne en/of Courtois ontwikkelen.
Aan de andere kant moet de trainer kunnen toegeven dat hij - als protagonist van standvastigheid - de drievoudige belasting heeft onderschat en zo te lang gewacht heeft om bepaalde spelers in de strijd te gooien. In de loop van het seizoen en/of van een wedstrijd.
Daarom deze tip voor voorzitter Herbert Houben: gebruik de trip naar Sassuolo om een nieuwe start te nemen.
De juiste mensen zijn inderdaad aan boord, alleen moeten hun neuzen écht in dezelfde richting wijzen.
Noot: alle neuzen. Ook die in de bestuurskamer.