“Cultuur is meer dan beelden in een museum”
“Cultuur zit in alles en alles is cultuur.” Met die slagzin heeft hoofdredacteur Koen Vanmechelen deze krant naar zijn hand gezet. En hij wilde weten of minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld, foto) zijn mening deelt. Een gesprek met onze hoofdredacteur-voor-één-dag? Sven Gatz maakt meteen tijd in zijn agenda. “Ik kijk al uit naar het resultaat”, zegt Gatz, nadat Vanmechelen hem heeft uitgelegd wat hij met Het Belang van Limburg van plan is. Maar Koen Vanmechelen wil ook weten hoe de cultuurminister zelf zijn vakgebied ziet. Deelt hij de mening van Vanmechelen dat alles cultuur is?
En hoe ziet hij zijn eigen rol daarin?
Minister en mens
“Ik moet daar een tweeledig antwoord op geven: enerzijds als minister en anderzijds als mens”, zegt minister Gatz. “Als minister zie ik mezelf als een positieve aanjager. Mijn kracht en sterkte is om een kader te scheppen waarin kunst kan bewegen. In feite zijn kunstenaars mijn zelfstandige onderaannemers – al klinkt dat negatiever dan ik het bedoel. Ik stimuleer kunst en cultuur maar ben zelf geen kunstenaar.
Wat mij als minister drijft, is de vraag ‘hoe kunnen we meer mensen cultuur laten beleven zonder dat ze een drempel over moeten?’” “Als mens ben ik dan weer overtuigd dat we te weinig inzien dat cultuur overal is en zich niet beperkt tot beelden in een museum. Cultuur is van iedereen en kan overal zijn. Niemand is tegen cultuur, maar sommige mensen haken af omdat ze denken dat je kunst moet begrijpen, terwijl het ook een heel intuïtieve ervaring kan zijn. Dat zou ik graag aan meer mensen meegeven.”
Onderwijs
De twee hebben het ook over het belang van cultuureducatie. Koen Vanmechelen vertelt dat hij al ontelbare scholen bezocht heeft in een poging om jongeren te tonen hoe alomvattend cultuur wel is. “Wat jij gedaan hebt, willen we in de toekomst structureel verankeren in het onderwijs”, zegt Gatz. “Daarom starten we binnenkort een proefproject om kunstenaars, schrijvers en architecten naar de klas te brengen. Niet voor een uurtje, maar voor verschillende dagen of weken zodat we kinderen - ook in de moeilijke klassen - kunnen laten proeven, ruiken en voelen wat cultuur is.”