Naamse neanderthalers waren kannibalen
Eerste bewijs van kannibalisme bij neanderthalers in noorden van Europa
De neanderthalers waarvan de overblijfselen zijn teruggevonden in de grotten van Goyet, bij Namen, vielen ten prooi aan kannibalisme. Dat blijkt uit recent onderzoek. Het is het eerste bewijs van kannibalisme bij neanderthalers in het noorden van Europa. De gevonden botten behoren toe aan minstens vijf neanderthalers en zijn tussen 40.500 en 45.500 jaar oud. Ze bevinden zich in de collecties van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Op hogeresolutiebeelden is te zien dat de beenderen snijsporen, inkepingen en ronde inslagen vertonen, wat erop wijst dat de mensachtigen gevild en gefileerd zijn en de botten gekraakt werden om er het beenmerg uit te zuigen.
Ritueel
Waarom de neanderthalers hun soortgenoten opaten, is niet helemaal duidelijk. “Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel louter voor het vlees, ofwel was het een ritueel bij de dood. De botten kregen nog een tweede leven als werktuig”, zegt professor Hervé Bocherens, paleontoloog aan de universiteit van Tübingen, die bij het onderzoek betrokken was. “Opvallend is dat de neanderthalers die gevonden zijn in Spy (eveneens in Namen, nvdr.) geen sporen van kannibalisme vertonen. Blijkbaar was er dus geen eenduidige manier om met de doden om te gaan.” Neanderthalers waren trouwens al bezig met cultuur. “We weten dat ze 50 à 40.000 jaar geleden al veren en klauwen van vogels gebruikten om hun lichaam te versieren.” De neanderthaler is uitgestorven, maar er heeft wel uitwisseling van genen plaatsgevonden met de moderne mens. Ook de eerste groepen moderne mensen bezondigden zich aan kannibalisme. Maar dat de neanderthalers van Goyet werden opgegeten door mensen is onmogelijk omdat die pas opdoken in de streek.
later