“Geen hype, maar een noodzaak”
Waarom deeleconomie het model van de toekomst is
Ja, er zullen banen verdwijnen. Maar dat is niet noodzakelijk negatief
Raf DEGENS Corda Campus
HASSELT/WESTERLO - Wat eten over? Dat verkoop je toch via Flavr.be. En wie zijn auto parkeert op de luchthaven, laat er toch gewoon anderen mee rijden via Flightcar? Delen is vandaag hipper dan ooit, maar is het een hype of een blijver? “De deeleconomie is zeker geen trend”, zeggen Raf Degens en Dirk Thys van respectievelijk Corda Campus en 4Wings, waar bedrijven zelfs vergaderzalen, diensten en de refter delen. Het opzet van Corda Campus (Hasselt) en 4Wings (Westerlo) is quasi identiek: andere bedrijven sterker maken door ze samen te brengen en te laten samenwerken. “Al zijn er ook kleine nuanceverschillen”, zeggen Raf Degens, algemeen directeur van de Corda Campus, en Dirk Thys, gedelegeerd bestuurder van 4Wings, in koor. “Corda Campus zet meer in op technologie, innovatie en starters, terwijl 4Wings eerder gevestigde waarden huisvest.” Wij lieten beide heren samen even dagdromen over de toekomst van hun stokpaardje: deeleconomie.
Wat zijn de voorwaarden om van deeleconomie te spreken?
Raf Degens: “Een definitie van deeleconomie die we vaak terugvinden is een flexibel economisch netwerk. Die drie woorden zijn heel belangrijk. Flexibel, omdat het continu aanpasbaar is. Economisch, omdat er een business model achter zit. En netwerk, omdat het gaat over communities die elkaar vinden. De onderliggende lijn daarbij is telkens het digitale aspect. Die vier aspecten komen altijd terug, of het nu gaat om het delen van kantoren of kledij.”
Dirk Thys: “Wij geloven sterk dat de economie die richting zal blijven uitgaan. In Corda Campus en 4Wings zitten allerlei bedrijven die bepaalde delen, zoals vergaderzalen, datarooms, een lunchruimte... gemeenschappelijk gebruiken. Een vergaderruimte is nodig, maar hoe vaak? Misschien maar drie halve dagen. Door ze te delen, wordt het gebouw dus veel intensiever gebruikt, wat het ook duurzamer maakt. Van die evolutie raken steeds meer mensen overtuigd. Maar het gaat ook over het delen van gemeenschappelijke diensten en kennis.”
Is iedereen meteen gewonnen voor dat concept?
Thys: “Het concept heb ik tien jaar geleden bedacht, maar zelfs vijf jaar geleden was dit nog moeilijk vatbaar voor de commerciële gebruiker. Dan zeiden ze: “Ik wil een kantoorruimte van 300 vierkante meter huren”. Maar zo werkt dat niet. Vandaag zijn die mensen wel mee. Nu kunnen we iemand die behoefte heeft aan 2.400 vierkante meter huisvesten op 1.000 vierkante meter. Dat kan voor dit bedrijf een besparing van 1,5 miljoen euro op zes jaar tijd betekenen.”
Degens: “De nieuwe generatie werkenden, de 25- tot 35-jarigen, kijkt op een heel andere manier naar een kantooromgeving. Vroeger wilde men bezit, nu wil men beleving. Wij gaan daar heel ver in, en experimenteren nu bijvoorbeeld met drie wagens die we ter beschikking stellen van starters. We zijn nu ook een gebouw aan het zetten waar geen muren meer staan tussen de verschillende bedrijven. Dat betekent dat een marketeer van bedrijf x kan zien wat een marketeer van bedrijf y doet. Dat gaat erg ver, maar jonge mensen vinden dat net heel cool. En bedrijven willen daarin meestappen, net om die jonge, talentvolle
mensen aan te trekken.”
Waarom vindt die deeleconomie precies de laatste jaren doorgang?
Degens: “Deeleconomie bestaat al tien jaar en begon met de intrede van de smartphone. Dat gaf iedereen continu toegang tot het digitale. Een ander aspect is dat mensen de laatste jaren het gevoel krijgen dat het wel veilig is, omdat de community via duizenden ratings een product kan beoordelen. Dat belang zal de komende jaren nog groeien.”
Thys: “Ook op andere vlakken is het een trend om alles kleiner te maken en meer te delen, denk maar aan co-housing. Banken leggen ook op wat je maximaal kan lenen, en daar moeten ontwikkelaars rekening mee houden. Het totale investeringspatroon wordt zo aan banden gelegd.”
Degens: “Klopt. Deeleconomie is ook een noodzaak, omdat alleen een zaak opstarten niet meer iets is dat je binnen je eigen ‘cocon’ doet, maar juist omgekeerd, vanuit een open, stimulerende omgeving. Het fenomeen deeleconomie is dus een correctie op de markt, geen hype of trend. We moeten af van het idee dat delen slecht is, ook voor bedrijven. En dat kan zelfs concurrentie-overschrijdend.”
Thys: “De snelheid van de opgang is het bewijs dat het niet tegen te gaan is. Dat beseffen de grote bedrijven nu ook. Ze moeten mee met de tsunami, of ze liggen eronder.”
Zullen er door de deeleconomie geen jobs verdwijnen?
Degens: “We moeten daar realistisch in zijn. Ja, er zullen banen verdwijnen. Maar dat is niet