Investeer
Vier Limburgse gemeenten verlagen volgend jaar hun tarief van de aanvullende personenbelasting of hun opcentiemen op de onroerende voorheffing. Dat blijkt uit een analyse van de gemeentelijke belastingtarieven 2017 door VKW Limburg. Op het eerste gezicht is dat fantastisch nieuws. Men moet al een door en door zieke masochist zijn om, in de fiscale martelkelder die België heet, een belastingverlaging - hoe miniem ook - weg te wuiven.
Dat lokale bestuurders hun inwoners in 2017 en 2018 minder diep in de zakken willen zitten, kan twee redenen hebben: ofwel hebben ze de gemeenterekening dermate goed onder controle dat er een klein presentje voor de burger vanaf kan; ofwel is de vroege verkiezingskoorts al in het land. Over exact 675 dagen zijn het gemeenteraadsverkiezingen. In de weken vooraf pakken politici graag uit met een belastingverlaging en knippen ze nóg liever het lintje door van een investeringsproject dat - toeval of niet - net voor de stembusgang klaar is. Niets menselijks is hen vreemd, en maar goed ook. In het zure Vlaanderen anno 2016 is het immers bon ton om af te geven op onze politici. Hoe harder, hoe beter. Nochtans zijn er heel wat geëngageerde burgemeesters en schepenen die er keihard invliegen, voor hun inwoners en vaak ten koste van hun eigen gezin, met de botten in de straat, zonder de veilige bescherming van een pluche zitje in Brussel.
Ondanks harde crisisjaren en dito besparingen hebben de meeste lokale besturen er de voorbije jaren voor gezorgd dat hun rekeningen onder controle zijn. Dat is een prestatie omdat heel wat maatregelen van de Vlaamse en federale regering hen veel geld hebben gekost. Dat ze daarvoor de voorbije drie jaar 5.000 ambtenaren hebben moeten afstoten, valt te betreuren. Die inkrimping gaat ten koste van de burger, zeker omdat die, net als de hogere overheden, steeds meer inspanningen en specialisaties van de gemeenten verwacht. Het goede nieuws is dat de gemeenten hun investeringsritme op peil hebben gehouden. Volgens een studie van Belfius investeren de 589 Belgische gemeenten dit jaar 6 miljard euro, of 600 miljoen meer dan vorig jaar. Dat is goed voor de economie in het algemeen (lokale besturen zijn goed voor bijna 40% van de investeringen in de openbare sector) en voor de burgers in het bijzonder (meer kwaliteitsvolle infrastructuur).
Als gemeenten wat kleingeld over hebben, lijkt het ons daarom veel beter om dat in de vaak verouderde publieke infrastructuur te investeren dan er de gunst van de kiezer mee af te kopen. Elke lokale bestuurder weet nu al dat de nakende pensioenbom in haar eentje een eind zal maken aan dit soort vroege verkiezingscadeautjes.
Volgens een studie van Belfius investeren de 589 Belgische gemeenten dit jaar 6 miljard euro in de openbare sector. Dat is goed nieuws voor de economie in het algemeen en voor de burger in het bijzonder