Vlaanderen beschermt unieke kunstcollectie Restauratie Sint-Leonarduskerk kost al meer dan 6 miljoen euro
Achttien unieke kunstwerken in de Sint-Leonarduskerk van Zoutleeuw mogen Vlaanderen niet meer uit en krijgen extra bescherming. De restauratie van de kerk zelf kost ondertussen al 6,36 miljoen euro en er volgen nog werkzaamheden. Verschillende objecten uit de SintLeonarduskerk in Zoutleeuw worden opgenomen in de lijst van onroerend erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap. Dat besliste Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld). “Er waren tot nog toe slechts drie stukken beschermd, nu worden er dat 21”, zegt Ward Hendrickx (73), conservator van de kerk. “Een aantal kunstwerken wordt nu aan de zogenaamde ‘Topstukkenlijst’ toegevoegd. Dit is een opsteker van formaat. Als er nu restauraties van werken nodig zijn, hebben die voor Vlaanderen prioriteit.”
Beeldenstorm overleefd
De kunstwerken overleefden de Franse revolutie en ook de Beeldenstorm van 1566 ging voorbij aan Zoutleeuw. “En in 1827 konden de Leeuwenaren voorkomen dat het messing werd verkocht. Daarom is deze kerk nog zo rijk aan kunstschatten”, aldus Hendrickx. “Er zijn veel houten beelden uit de twaalfde en dertiende eeuw in de kerk bewaard gebleven. Bezoekers zien hier het ene na het andere religieuze topstuk. Van de tweede grootste paaskandelaar van Europa tot het achttien meter hoge tabernakel met zo’n tweehonderd beelden.” De achttien beschermde kunstwerken overspannen een tijdsperiode van de laat-Ottoonse kunst tot eind 16de eeuw. Een prachtig voorbeeld is, volgens Erfgoed Vlaanderen, de ‘Christus aan het Kruis’ (10601070). Het beeld is bevestigd aan een gotisch, beschilderd kruis uit het tweede kwart van de 15de eeuw. In 1875 werd het definitief opgesteld boven de deuren van de sacristie.
Door de nieuwe erkenning mogen de topstukken Vlaanderen niet verlaten zonder voorafgaande toelating van de Vlaamse overheid.
2020
De vierde en vijfde fase van de restauratie van de kerk zijn pas voltooid, de buitenkant is ondertussen volledig gerenoveerd. “Nu worden de gewelven aan de binnenkant aangepakt. En in de zevende en laatste fase krijgt het hele interieur een opknapbeurt”, zegt schepen Roger Mertens (CD&V). “De Leeuwenaar betaalde uiteindelijk 1,27 miljoen voor de eerste vijf fases. De totaalkost loopt op tot 6,36 miljoen, 80 procent werd bijgepast door Vlaanderen. De werken aan de gewelven zijn geraamd op 973.000 euro, waarvan wij 190.000 euro betalen. Geld dat we nog moeten gaan zoeken. Die werken beginnen eind 2017. Tegen 2020 moeten er weer diensten in de kerk mogelijk zijn.” Uniek is dat niet de kerkfabriek, maar het stadsbestuur eigenaar is van deze kerk: van het gebouw tot de waardevolle kunstwerken. “Tot voor de werkzaamheden betaalde een bezoeker hier 2,5 euro om alles te bezichtigen. Maar we hebben nu een afspraak met het stadsbestuur dat het toegangsgeld na de restauratie wegvalt. Dat moet heel wat meer geïnteresseerden naar dit mooie stuk geschiedenis lokken”, besluit pastoor Johny Van Rompuy.