Hergés jeugdzonde krijgt na 88 jaar kleur
‘Kuifje in het land van de Sovjets’ was enige nooit ingekleurde Kuifje
komt morgen
Voor het eerst ooit
Kuifje in het land van de Sovjets
in kleur uit. Het enige nooit ingekleurde Kuifjesalbum. Het oer-Kuifje uit 19291930. Het Kuifje waarin Kuifje zijn kuif krijgt. Het Kuifje waarin de 21-jarige Hergé al doende zijn vak ontdekt en de codes van het Europese beeldverhaal bepaalt.
en passant
Véél volk voor de presentatie van Kuifje in het land van de Sovjets maandag in Rail World, het vroegere station van Schaarbeek en nu een fonkelnieuw Belgisch spoormuseum. Lezers lusten pap van Kuifje. Uitgevers mét rechten nog meer: het is hun sociale zekerheid. Of zoals Alexis Dragonetti, gedelegeerd bestuurder van Ballon Media en partner van uitgever Casterman voor de Nederlandstalige markt, zegt: “230 miljoen exemplaren in 77 talen and still counting.”
Jeugdzonde?
Kuifje in het land van de Sovjets, dat is Hergés jeugdzonde. Iets wat hij liever niet heruitgegeven zag, zo dacht men tot nu in het algemeen. Maar ook nu blijkt weer: nooit Kuifje zonder gedoe. RTBFjournalist Hugues Dayez stelde afgelopen woensdag dat het inkleuren van de Sovjets ongeveer gelijkstaat met heiligschennis: “Hergé heeft meer dan een halve eeuw de tijd gehad om dat album te laten inkleuren. Maar hij deed het niet.” “Hergé heeft gewoon de tijd niet gehad”, zegt Hergé-biograaf Philippe Goddin dan weer. “Hij evolueerde te snel. In 1932 was zijn stijl al heel anders. De jeugdbijlage in zijn krant Le XXème Siècle moest week na week nieuwe afleveringen hebben. In 1942 vraagt zijn uitgever Casterman om alle zwartwit albums in te kleuren en terug te brengen tot een standaardlengte van 62 pagina’s. In 1954 eindigt hij dat proces met De Sigaren van de Farao. Plannen zijn er nog om ook de Sovjets door zijn Studio te laten herwerken voor de standaardreeks. Zo laat Hergé nog uitschijnen in het weekblad Kuifje in 1952. Het komt er alleen niet van. Wellicht omdat aan zijn debuut net té veel werk is om het in de gewone reeks onder te brengen. En ook omdat zijn focus dan ligt op sommige meesterwerken die dan nog moeten verschijnen.”j “Pas in de jaren 60 komt hij in het reine ermee. In de zin van: ‘Zo ben ik begonnen, zo was ik toen, zo mag het ook verschijnen.’ Alleen zit op dat moment de politiek heel anders in elkaar. Sovjets was in zijn tijd, eind jaren 20, een politiek pamflet in een katholiek-conservatief Belgisch dagblad tegen het communisme van Stalin. Dat lag in de jaren 60 moeilijk voor een uitgever. Hergé drong nochtans aan op een heruitgave. Dat dispuut met zijn uitgever Casterman heeft jaren geduurd. Zozeer zelfs dat Hergé dreigde om voor de heruitgave van de Sovjets een andere uitgever te zoeken.”
Kuifje wordt Kuifje
Een brief van 21 augustus 1969 van Hergé aan Casterman bewijst hoe blij hij uiteindelijk was met een weliswaar beperkte heruitgave ‘voor de vrienden’ van zijn ‘jeugdzonde’. In 1973 volgt een meer algemene uitgave in Les Archives, met als voornaamste doel piraatuitgaven tegen te gaan. En er volgen nog heruitgaven, de zogeheten aan het origineel getrouwe facsimile beging jarenj 80, tot zelfs een opname in de reguliere reeks naar aanleiding van 70 jaar Kuifje. Maar altijd oningekleurd.
Tot nu. Alexis Dragonetti: “Zwart-wit maakte van de Sovjets een uitgave voor de kenners, voor de liefhebbers. Deze inkleuring, met restauratie, gebeurde minutieus en met respect. Het vergroot de leesbaarheid voor het grote publiek dat kleur gewoon is. Natuurlijk blijft dit verhaal een tijdsdocument. Het staat ver van de rijpe Hergé uit de jaren vijftig en zestig. Vandaar ook dat men bewust niet gekozen heeft voor de klassieke heldere Kuifjeskleuren, maar voor een subtielere, iets zwartere inkleuring. Dit is zijn inleiding op een geweldig oeuvre. En toch, ook in het begin documenteerde Hergé zich al. De uniformen van de Russische geheime politie, de auto’s... ze kloppen. En dan heb je natuurlijk die geweldige scène in dit album waarbij een ontsnappend Kuifje in een Mercedes gas geeft waarbij een haarlok overeind komt te staan. Dán wordt Kuifje Kuifje. Hergé zou dat detail nooit meer veranderen.”