Subsidies voor windparken op zee in vrije val
In Nederland en Denemarken zijn de subsidies voor toekomstige windparken op zee sinds eind vorig jaar in vrije val. De steun die bedrijven als Vattenfall of Shell nog vragen, bedraagt amper een derde van het Europees gemiddelde. Minister Marghem rekent voor nieuwe windparken in België ook op lagere steun.
ZEEBRUGGE/BORSSELE -
Stroom uit zeewind wordt zowaar concurrentieel met stroom uit fossiele energiebronnen. In Nederland althans waar Shell voor de bouw van de nieuwe offshore windparken Borssele 3&4 een subsidie van 54,5 euro per Megawattuur (MWh) vraagt. Nog straffer is het bod van het Zweedse Vattenfall dat voor een windpark in de Baltische zee amper 49,9 euro/MWh vraagt. Medio vorig jaar bedroeg de gemiddelde steun in Europa nog 141 euro/ MWh, bijna drie keer zoveel. Er was toen heel veel te doen om het bod van 72,7 euro/MWh van Dong Energy op Borssele 1&2. Vlakbij, in de Belgische Noordzee, werd destijds nog een subsidie van 124 en 129 euro/MWh goedgekeurd voor de parken van Rentel en Norther. België, wereldwijd de vierde grootste stroomproducent uit zeewind, betaalt op het eerste gezicht veel te veel subsidies. Dat vindt ook minister van Energie Marie Christine Marghem (MR) die de waakhond Creg viseert. “De Creg had veel eerder een vergelijkende studie met de buurlanden moeten maken. Voor de parken die nog resteren, zal er stevig onderhandeld worden over de prijzen”, belooft het kabinet Marghem.
Speculatie
De recente biedingen zijn echter zo laag dat er speculatie of andere motieven mee gemoeid lijken. Het Deense staatsbedrijf Dong Energy, met een belangrijk aandeel van de alomtegenwoordige zakenbank Goldman Sachs, doet met zijn bod vermoeden dat de groothandelsprijzen voor elektriciteit in de toekomst fors gaan stijgen. Shell wil wellicht marktaandeel veroveren in de hernieuwbare energie.
Bovendien is België niet Nederland. “Je moet appelen met appelen vergelijken”, zegt energiespecialist André Jurres. “De Nederlandse handelwijze heeft misschien maar tijdelijk succes. Maar ik zou voorzichtig zijn om dit te kopiëren.”
Zeeoppervlak
Bij de bedrijven die de windmolens in de Belgische Noordzee bouwen - verenigd in het Belgian Offshore Platform - ontkent Annemie Vermeylen dat de projecten van Rentel en Norther overgesubsidieerd zijn. “De Creg heeft de kostenstructuur grondig onder de loep genomen. Je kunt deze windparken, die over twee jaar al operationeel zijn, niet vergelijken met toekomstige projecten in Nederland. De nieuwere technologie die tegen 2023 in Borssele 1&2 wordt ingezet, zou de productie met 22 procent verhogen in vergelijking met de technologie van vandaag. De Nederlandse overheid zorgt bovendien voor de vergunningen, ontwikkelingskosten en windstudies. Ze neemt een groot deel van het risico weg voor de investeerders. Vergeet ook niet dat de volumes in Nederland veel groter zijn omdat hun zeeoppervlak 17 keer groter is dan het onze. Dat zorgt voor gunstigere windcondities.”