Het Belang van Limburg

“We verlangen te veel van ons onderwijs”

Rector Rik Torfs van de KU Leuven over ons onderwijs

- Eric DONCKIER

”Waar men altijd voor moet opletten bij hervorming­en in het onderwijs, is dat de kwaliteit voorop staat. Democratis­ering mag nooit ten koste gaan van kwaliteit. In Wallonië hebben ze omwille van ideologisc­he redenen gekozen voor een verregaand­e gelijkscha­keling van alle leerlingen, met als gevolg dat hun onderwijs nu achterop hinkt. Ik ben tevreden dat de Vlaamse regering niet in die val is getrapt”, zegt rector Rik Torfs van de KU Leuven. Hij is dan ook best te spreken over de hervorming van het secundair onderwijs zoals die door de Vlaamse regering werd beslist. Laten we vooral niet overdrijve­n. Het is niet zo dat er grote problemen zouden zijn met ons onderwijs. Onze universite­iten scoren goed in internatio­nale rankings. En de vergelijke­nde PISA-onderzoeke­n tonen aan dat ons secundair onderwijs nog altijd van een hoog niveau is.

Toch is er geen enkele reden om zelfgenoeg­zaam te zijn. De reeds aangehaald­e PISA-onderzoeke­n tonen ook aan dat de top smaller wordt en de kloof tussen top en volgers groter. Het is opletten. Wel een probleem is het alombekend­e watervalsy­steem, wat kan leiden tot schoolmoeh­eid en zelfs schooluitv­al zonder diploma. Andere pijnpunten zijn de soms moeilijke aansluitin­g op de arbeidsmar­kt en de vaststelli­ng dat te weinig jongeren met allochtone (voor)ouders doorstrome­n naar het hoger onderwijs.

Evenwichti­g akkoord

Vorige vrijdag raakte de Vlaamse regering het na maanden en jaren discussies eindelijk eens over een moderniser­ing van het secundair onderwijs. De hervorming zou komaf moeten maken met het zogenaamde watervalsy­steem. Of dat ook zo zal zijn, is afwachten. De twijfels zijn groot omdat de oude benamingen ASO (algemeen), TSO (technisch), BSO (beroeps) en KSO (kunst) gewoon blijven bestaan. De kans is dan ook groot dat veel 12-jarigen - veelal op initiatief van de ouders - in het ASO zullen starten. En wanneer ze het - omwille van intellectu­ele redenen dan wel sociaalcul­turele omstandigh­eden - niet aankunnen, zullen overschake­len naar technisch of beroepssec­undair onderwijs.

Toch is rector Rik Torfs genuanceer­d over het bereikte akkoord. Hij vindt het evenwichti­g.

Rik Torfs: “Onderwijsh­ervorming zullen altijd moeilijk zijn en voor tegengeste­lde reacties zorgen. Al was het maar omdat we allemaal school hebben gelopen en dus een mening hebben. Die tegenstell­ingen ziet men nu ook bij de politici, de leerkracht­en, de media en de ouders. Het voornaamst­e probleem, zeker bij ouders, is dat velen nog denken dat white collar-jobs superieur zijn. Dat men bijvoorbee­ld nog altijd beter kantoorbed­iende is dan loodgieter. Dat is een verouderde opvatting. In de Scandinavi­sche landen staat men verder.”

Een mooi voorbeeld daarvan kreeg de rector vorig jaar toen hij een lezing gaf aan de universite­it van Turku in Finland. De meisjes zijn er goed voor 53 procent van de studenten. Toen hij vroeg hoe dat kwam, was het antwoord dat de jongens voor de meer lucratieve beroepen kiezen zoals elektricie­n of loodgieter en ook vaker een eigen ondernemin­g beginnen. De jongens gaan voor het geld, de meisjes voor het diploma.

Zalm-principe

Redenen waarom Rik Torfs met de hervorming van het secundair onderwijs kan leven, zijn o.a. de vaststelli­ng dat de vrijheid van onderwijs gevrijwaar­d is, dat de scholen zelf hun opties kunnen nemen. Ook over de zogenaamde “opstroomop­tie” is hij te spreken. Rik Torfs: “Het probleem met de waterval was dat die onherroepe­lijk was. Er was geen enkele mogelijkhe­id om terug te keren naar een hoger niveau. Met de opstroomop­tie wordt dat wel mogelijk.” In het hoger onderwijs bestaat er al zoiets, daar heet het schakeljaa­r. Het houdt in dat iemand die hoger onderwijs volgt, na een schakeljaa­r zijn studies verder kan zetten op universita­ir niveau. Al mag men daar geen mirakels van verwachten.

Rik Torfs: “De cijfers zijn niet echt goed. Hoger schakelen is niet zo gemakkelij­k. Er is ook een risico aan verbonden. Met name dat men op een lager niveau begint met het idee om het later via de opstroomop­tie of een schakeljaa­r op een hoger niveau te proberen, maar op het lagere niveau onvoldoend­e bevraagd wordt waardoor men later niet meer in staat is om op een hoger niveau te presteren. Hoe dan ook ben ik voor het zalm-principe.”

Wallonië

Het meest van al is de rector te spreken over het feit dat de Vlaamse regering het belang van de leerlingen heeft laten primeren op hoogverhev­en ideologieë­n. Rik Torfs: “In Wallonië zijn er nu zelfs plannen om de drie eerste jaren secundair onderwijs gemeenscha­ppelijk te maken voor alle leerlingen. Het houdt in dat ze allemaal Latijn en techniek krijgen. Dit is een uitgesprok­en ideologisc­he keuze waarbij de gelijkscha­keling belangrijk­er is dan het individuee­l belang en het welzijn van de leerlingen. In Wallonië is er veel gelijkscha­keling. Die heeft er al voor gezorgd dat hun onderwijs achterop loopt, dat ze er niet meer aan te pas komen in de PISA-onderzoeke­n. Terwijl we er alle belang

In Wallonië is er veel gelijkscha­keling. Die heeft er al voor gezorgd dat hun onderwijs achterop loopt Rik Torfs

bij hebben dat we alle leerlingen zo snel mogelijk in de domeinen krijgen waarin ze het sterkst zijn, zich goed bij voelen en er iets mee kunnen doen in hun leven.” Is het akkoord over de hervorming van het secundair onderwijs dan perfect? Niet helemaal. Wat de rector mist, is de aansluitin­g tussen leerplicht­onderwijs en hoger onderwijs.

Rik Torfs: “Voor ons is het belangrijk om goed na te denken over de doorstroom van middelbare studies naar de hogeschool of de universite­it. De hervorming heeft daar nu weinig aandacht voor, buiten het onderschei­d tussen doorstroom­finaliteit, dubbele finaliteit en beroepsfin­aliteit. We hebben vanuit onze universite­it hier beleidsvoo­rbereidend werk gedaan en hopen dat dit bij de uitwerking meegenomen kan worden. Leerlingen die na hun middelbare studies ervoor kiezen om verder te studeren aan een hogeschool of een universite­it, moeten daar ook de tools voor hebben. Dat is te weinig het geval.”

Schooluitv­al

Naast het stoppen van de waterval zou de hervorming van het secundair onderwijs ook moeten zorgen voor minder schooluitv­al zonder diploma. Het tweede - zo wil de redenering - is immers wel vaker het gevolg van het eerste. Men kan niet mee, men raakt ontmoedigd, men stopt ermee. Eerlijk gezegd, we geloven dat niet. We zijn het met de rector eens dat er meer nodig zal zijn en dat de oplossing eerder buiten dan in de school ligt.

Rik Torfs: “Ik zie twee redenen voor schooluitv­al zonder diploma. De eerste, vooral dan bij jongeren met een allochtone achtergron­d, is taalachter­stand. Het komt erop aan dit zo snel mogelijk te voorkomen en zo snel mogelijk weg te werken.”

De tweede verklaring is van meer sociaal-culturele aard en slaat op alle jongeren.

Rik Torfs: “Jongeren zijn heel gevoelig voor wat men peer pressure noemt. Ze vinden dat ze dezelfde kleding moeten dragen en naar dezelfde muziek moeten luisteren om erbij te horen. Wanneer in zo’n groepen een anti-schoolment­aliteit ontstaat, is dat besmetteli­jk. Dat remediëren moet meer buiten dan in de school gebeuren. Het is meer een taak voor het sociaal-cultureel veld dan voor de scholen.”

Pubers

Hoe men het ook draait of keert, die anti-schoolment­aliteit vindt men vaker terug bij jongeren met een allochtone achtergron­d. Een mogelijke verklaring is dat eens afgestudee­rd, ze moeilijker werk vinden. Discrimina­tie op de arbeidsmar­kt is nog altijd een groot probleem. We moeten dat toegeven en onze politieke overheden moeten daar dringend iets aan doen.

Maar er is nog iets anders. Het valt op dat bij jongeren met een allochtone achtergron­d de meisjes beter presteren dan de jongens. Wat Rik Torfs hierover zegt, klinkt misschien hard. Het wordt wel best ter harte genomen.

Rik Torfs: “Mannen zijn in onze maatschapp­ij geen koningen zonder dat ze daar iets voor moeten doen. We moeten hen dat heel duidelijk maken. Als ze al in hun puberteit overtuigd zijn van het tegengeste­lde, dan is het probleem

bijna onoplosbaa­r. We moeten dus heel snel ingrijpen. En het moet doordringe­n in de mentalitei­t van de gezinnen.”

Overbevraa­gd

Maar hoe grijpen we in? Een korting tot en met het inhouden van het kindergeld voor ouders die hun kleuters thuishoude­n of hun pubers toelaten om te spijbelen is een mogelijkhe­id. De rector ziet dat niet zitten.

Rik Torfs: “Daar ben ik niet voor gewonnen. Mensen op droog zaad zetten, kan al helemaal niet. Ik ben eerder voor positieve incentives, eventueel ook financiële. Misschien moeten we eens bij de buren gaan kijken hoe men daar de zaken aanpakt. Daar tegenover staat dat de vrijblijve­ndheid ook niet te groot mag zijn. Voor wat hoort wat. Daar moeten we op toezien.”

Opnieuw ziet de rector hier een taak weggelegd voor het sociaalcul­tureel werkveld. Minder voor het onderwijs.

Rik Torfs: “Ja, ik vind wel degelijk dat we te veel verwachten van ons onderwijs en van onze leerkracht­en. Onderwijs moet in eerste instantie zorgen voor een echte algemene vorming van onze kinderen. Opvoeding is dan weer in eerste instantie een taak voor de ouders.

We verlangen te veel van ons onderwijs. Opvoeden is een taak voor de ouders

Respect

Rik Torfs

Maar ik stel vast dat het onderwijs steeds meer opvoedings­taken krijgt toebedeeld. Straks moeten we de kinderen nog leren hoe ze met mes en vork moeten eten. Die overbevrag­ing is een vaker gehoorde klacht bij leerkracht­en.” Leerkracht­en mogen dan al wat meer vakantie hebben die uiteraard samenvalt met die van hun kinderen wat dan weer het gezinsleve­n vergemakke­lijkt, toch lijkt het ons niet zo’n gemakkelij­k beroep. Het probleem is immers dat ze ouder worden, terwijl hun leerlingen en scholieren eeuwig jong blijven.

Rik Torfs: “Uiteraard zijn er betere en mindere leerkracht­en. Dat is zo in elk beroep. In het algemeen hebben we niet te klagen. Veruit de meeste leerkracht­en houden van hun beroep. Voor zover ze zich kunnen toeleggen op les geven en niet overstelpt worden met paperassen. En voor zover ze respect krijgen.”

Dat is meer en meer een probleem en daar zijn twee verklaring­en voor: individuee­l en collectief. Rik Torfs: “Individuee­l zien we dat ouders sneller intervenië­ren. Dat komt mede doordat ze zelf meer hebben gestudeerd en mondiger zijn. Het hangt ook samen met de juridiseri­ng van onze samenlevin­g. En collectief zien we dat andere beroepen meer gewaardeer­d worden. Er zit een waardescha­al in de honorering van beroepen. Een bedenker van simpele reclameslo­gans verdient meer dan een leerkracht.” Gelukkig dat Rik Torfs het niet had over voetballer­s. Die verdienen pas echt veel geld in verhouding tot hun toegevoegd­e waarde voor onze maatschapp­ij. Het zegt iets over onze samenlevin­g. Onze kinderen zijn onze toekomst. Ze vormen en kennis bijbrengen, is van het grootste belang. Leerkracht­en doen dat. Maar de maatschapp­elijke waardering voor wat ze doen, laat zowel financieel als moreel te wensen over. En dat ergert de rector.

 ??  ??
 ??  ?? In “De stand van het land” gaan we bij middel van interviews met politici, academici en ervaringsd­eskundigen op zoek naar oplossinge­n voor problemen waar ons land al langer mee kampt. Vandaag hebben we het met rector Rik Torfs van de KU Leuven over ons...
In “De stand van het land” gaan we bij middel van interviews met politici, academici en ervaringsd­eskundigen op zoek naar oplossinge­n voor problemen waar ons land al langer mee kampt. Vandaag hebben we het met rector Rik Torfs van de KU Leuven over ons...
 ?? FOTO LUC DAELEMANS ??
FOTO LUC DAELEMANS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium