Weer meer zware metalen gemeten in lucht Genk-Zuid
Streefwaarde voor nikkel overschreden nabij Aperam
Tussen 1 augustus 2015 en 31 juli 2016 is op industrieterrein GenkZuid de Europese streefwaarde voor nikkel overschreden. Ook de concentraties mangaan en chroom blijven abnormaal hoog. Er blijft een verhoogd risico op longkanker in de nabije woonzones. Staalbedrijf Aperam onderzoekt bijkomende maatregelen. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) meet al sinds 2007 vrij intensief de concentraties zware metalen in de omgevingslucht van Genk-Zuid. Na een aantal hoopgevende resultaten de voorbije jaren, lijkt het nu weer de verkeerde kant op te gaan. Tijdens een bijeenkomst van de stuurgroep Leefmilieukwaliteit in Genk-Zuid zijn gisteren de meetresultaten van 2015-2016 voorgesteld.
Het meetpunt in de Etienne Fabrylaan, het dichtst bij Aperam, blijkt het grote zorgenkind. Over een jaar tijd is hier in het fijn stof gemiddeld 24 nanogram nikkel per kubieke meter gemeten. Dat is boven de Europese streefwaarde van 20 ng/m3. Op het meetpunt in de Koor in Terboekt is gemiddeld 8 ng/m3 gemeten, nog ruim boven de advieswaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie van 2,5 ng/m3. In vergelijking met andere meetplaatsen in Vlaanderen meet de VMM de hoogste nikkel-, mangaan- en chroomconcentraties in Genk.
Gezondheidseffecten
Voor het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) blijft er door deze zware metalen in de omgevingslucht een verhoogd risico op gezondheidseffecten bestaan. Dit risico is het hoogst in de nabijgelegen woonzones ten noordoosten van de industriezone. “De longen zijn het meest gevoelig voor blootstelling aan deze zware metalen: levenslange blootstelling aan de gemeten concentraties houdt een extra risico op longkanker in. Het AZG beoordeelt dit extra risico niet als onaanvaardbaar hoog, maar vooral de concentraties chroom en in iets mindere mate nikkel zijn gezondheidskundig niet verwaarloosbaar. Verdere inspanningen om de emissies te doen dalen, zeker voor zeswaardig chroom en nikkel, blijven vanuit gezondheidskundig standpunt wenselijk.”
Chroom 6
Over de concentraties zeswaardig chroom in Genk zijn de specialisten van VMM en VITO het trouwens oneens. Gemeenteraadslid Harrie Dewitte (PVDA) vraagt zich af waarom de resultaten van chroom 6 niet mee opgenomen worden in de publicaties. “Dat is nochtans één van de metalen met de meest kwalijke gevolgen voor mensen”, zegt Dewitte. “Men neemt aan dat bij de uitstoot van chroom, het zeswaardige chroom één procent bedraagt. Maar uit de studie van VITO blijkt dat in bijna de helft van de gemeten tijd in Genk-Zuid de hoeveelheid chroom 6 boven de één procent zat. Er zijn zelfs pieken tot tien procent chroom 6 geweest. Net omdat het om een uiterst kankerverwekkende stof gaat, is dit zorgwekkend voor de omgeving. Opmerkelijk is ook dat de meetresultaten vergeleken worden met de productie bij Aperam. Daaruit kan je afleiden dat de waarden van nikkel en chroom blijven stijgen bij een stabilisering van de productie. Concreet betekent dit dat men de emissiewaarden kan sturen
met de juiste filters.”
Beleidsplan
Ook Gianni Cacciatore (sp.a), de nieuwe schepen van Leefmilieu, zegt dat de waarden van chroom, nikkel en mangaan nog te hoog liggen. Maar hij wijst erop dat ze aanzienlijk lager zijn dan de waarden die tien jaar geleden werden gemeten. “Het moet nog meer naar beneden”, zegt Cacciatore. “En ik verwacht ook dat die daling zich zal voortzetten. Aperam komt deze zomer immers nog met een beleidsplan dat er toe moet leiden dat de uitstoot aanzienlijk aan banden wordt gelegd.” Aangespoord door nieuwe voorwaarden in de milieuvergunning onderzoekt Aperam bijkomende technische maatregelen om minder zware metalen uit te stoten. De stuurgroep Genk-Zuid belooft de situatie nauwgezet op te volgen.