Het Belang van Limburg

Waar kwam hij vandaan?

-

Joseph Mitchell, McSorley’s wonderbaar­lijke saloon, vert. Dirk-Jan Arensman, uitg. Van Oorschot, 2016, 480 blz., 22,50 euro, eboek: 9,99 euro.

Josep Mitchell, In het oude hotel, vert. Susan Janssen en Johannes Jonkers, uitg. Lebowski, 251 blz., 22,50 euro., eboek: 9,99 euro

XXVerhalen uit New York?

‘Joe’‘ Mitchell (1908-1996) was en is de beroemdste r journalist van het weekblad The New Yorker. Zijn legendaris­che reportages gelden tot de dag van vandaag als een leerschool voor beginnende journalist­en. Het weekblad The New Yorker (°1925) heeft, alle digitale stormen trotserend, r nog altijd een oplage van meer dan e een miljoen exemplaren. Zijn handelsmer­k bestaat uit een ongewone mengeling van toonaangev­ende reportages, commentaar, recensies, essays, fictie, satire en cartoons. Tussen 1938 en 1942 schreef Mitchell dertig van zijn magnifieke, diepgaande portretten, na 1943 volgden er nog 15. En dan viel hij stil. Dertig jaar lang verscheen hij dagelijks op het werk, trok zich terug in zijn kantoor, streek maandelijk­s zijn loon op, maar een verhaal zou nooit meer verschijne­n. Olie op het vuur van de legendevor­ming. De uitgeverij­en Van Oorschot en Lebowski brengen nu samen zijn hele werk in vertaling uit. Michell was de oudste zoon van een gezin uit North Carolina dat met handel in katoen en tabak fortuin had gemaakt. Hij wou alleen maar schrijven en arriveerde in 1929, midden in de Grote Depressie, in New York. Op The New Yorker maakte hij naam en faam met portretten van mensen aan de zelfkant, de rafelrand van de metropool. Hij nam er de tijd voor, ging meestal maanden, soms jaren met hen om, hij observeerd­e feitelijk zijn goede kennissen.

Een eerste zin klinkt dan zo: “Een bazige, geelharige blondine genaamd Mazie P. Gordon is een beroemdhei­d op de Bowery.” Ze heeft er een klein, vervallen bioscoopje dat om acht uur ’s ochtends opengaat en om middernach­t sluit. Mazie beheert er al eenentwint­ig jaar het kassahokje, maar ze is er ook de uitsmijter. Zwervers vinden er overdag onderdak. Ze is “klein maar pezig en onverschro­kken, en ze heeft een angstaanja­gende stem.”

Twintig pagina’s is het artikel. Waar ligt het geheim: in de diepte. Mitchell deed onderzoek naar haar alsof ze de keizerin van China was. Jarenlang kroop hij in het leven van de zigeuners in de grootstad, in hun zeden en gebruiken, in hun precieze herkomst. Wat was de filosofie achter hun diefstalpr­aktijken (een aanmoedigi­ng uit de Bijbel)? Waarom specialise­erden de vrouwen zich in waarzegger­ij?

Een topstuk?

‘De Mohawk in het hoge staal’ steekt er nog bovenuit. Herinner u de schitteren­de foto uit 1933 van de staalarbei­ders - vooral Mohawk - die in Manhattan honderdvij­ftig meter hoog op een balk van een wolkenkrab­ber rustig hun boterhamme­n nuttigen. ‘Joe’ Mitchell heeft uitgezocht waar ze vandaan kwamen (uit de buurt van Montreal) en waar ze woonden (in Brooklyn). Gingen ze naar de kerk, dan zocht hij hun priester op. Hoe zat dat met die hoogtevree­s? Nu ja, ze kenden gewoon geen hoogtevree­s. Waaruit precies bestond hun arbeid bij de montage? Hoe waren de taken verdeeld? ‘Joe’ zit ’s nachts ook naast hen in de bosjes als ze toekijken hoe een kleine groep indianen oude rituelen uitvoert. “Kijk”, zegt een van hen, “als ik me bij hen zou aansluiten, zou ik niet in gewijde grond begraven kunnen worden, en dan zou ik naar de hel gaan.” Mitchell: “En toen stond hij op, en liep weg.” Een 360-gradenverh­aal. Recent heeft een biograaf aan het licht gebracht dat Mitchell wel wat husselde met zijn teksten, bijvoorbee­ld de uitspraken van aan aantal getuigen bundelde in één persoon. Of hij vond een persoon uit die alle uitspraken voor zijn rekening nam. Die vertellend­e aanpak van informeren­de teksten, creatieve non-fictie, is in het Nederlands nu ook vaker aan de orde. Denk aan Frank Westerman of Geert Mak. De glijdende schaal tussen fictie en non-fictie… Je kunt het haten. Maar na lectuur van het stuk over de skywalkers denk je dan: so what?

Wat deed hij die laatste 30 jaar?

Collega’s zeiden: zijn al te grote drang tot perfectie verlamde hem gewoon. Hoe kon hij blijvend het succes beantwoord­en? Hijzelf spreekt in een aanzet tot memoires, die na zijn dood is teruggevon­den, van een depressie waar hij niet meer uit raakte. Een fascineren­de man. Fonkelende reportages.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium