OMA AAN DE VELDRITTOP SUZIE GODART (54) kaapte WK-selectie weg voor haar dochter van 27
Paul Herygers die op het WK de strijd aangaat met Wout van Aert. Het klinkt onmogelijk, maar bij de vrouwen is het een feit. De 54-jarige Luxemburgse Suzie Godart – net als Herygers van bouwjaar 1962 – staat zaterdag gewoon aan de start met Sanne Cant en Marianne Vos. “De kracht is niet meer dezelfde, maar technisch kan ik nog mee. Enkel over de balkjes spring ik niet. Voor die pas ik.”
connerie
Ellen Van Loy (36) zou haar dochter kunnen zijn. Laura Verdonschot (20) zelfs een kleinkind. “Ik ben oud”, beseft de 54-jarige Luxemburgse Suzie Godart. “Maar ik voel mij nog steeds jong van geest. Zoals mijn jeugdidool Pippi Langstrumpf (Pippi Langkous, nvdr.). Je zou het nu niet meer zeggen, maar ik had ooit ook rossig haar.”
Zij die haar zaterdag vanuit de publiekstent willen aanmoedigen op de tonen van Oma’s aan de top, switchen beter naar The Final Countdown . Want haar laatste internationale race is het wel, een grootmoeder is ze nog niet. Daarvoor is het wachten op haar 27-jarige dochter Trixie. Zelf ook crossend, maar nog steeds niet de evenknie van haar moeder. Trixie werd vierde op het Luxemburgs kampioenschap, Suzie derde. “Ik mag wel naar het WK, Trixie niet. Ik hoop dat ze volgend jaar mijn plaats inneemt. Ze heeft mij nog nooit kunnen verslaan. Een beetje ambetant voor haar. Overal waar ze komt, is ze de dochter van. Een beetje zoals Axel Merckx destijds. Maar noem mij alstublieft niet de Eddy Merckx van de vrouwelijke cross. Dat is Marianne Vos.”
Zeven wereldtitels in het veld telt Vos nu al. En dat op haar 29ste. Een leeftijd waarop Suzie Godart haar eerste cross nog moest rijden. “Ik ben pas op mijn 32ste begonnen met wedstrijden. Ik was toen al moeder van twee kinderen. Mijn kinderen zijn opgegroeid op de Vlaamse velden. Elk weekend was het met de camionette naar de cross.”
Afscheid in schoonheid
Pas in 1997 mochten vrouwen een eerste keer crossen in Luxemburg. Het eerste WK voor vrouwen vond plaats in 2000. Godart was er niet bij. Net als in vijftien van de andere WK’s nadien. Enkel in Zolder 2002 werd ze geselecteerd door de Luxemburgse federatie. Nochtans werd ze tussen 2001 en 2009 elk jaar nationaal kampioen en veroverde ze ook diverse nationale titels op de weg en in het mountainbiken.
“De bond kon het niet verkroppen dat een moeder van boven de veertig, die daarnaast ook nog leerkracht lichamelijke opvoeding is op de lokale basisschool, beter was dan de rest. Ach. Ik ben blij dat ik er nu wel bij ben. Blijkbaar gunnen ze mij toch een afscheid in schoonheid.”
Wie nu denkt dat Suzie Godart in eigen land niet geliefd is, denkt fout. “Andy Schleck, Bob Jungels... Toen ze jong waren hebben ze nog tegen mij gekoerst. Ik was dé referentie. Zie maar dat je voor die oude vrouw eindigt, werd hen toen opgedragen door hun trainers. Wanneer ik hen nu tegenkom, zijn ze mij nog steeds erkentelijk. Maar in jullie Vlaanderen is de appreciatie het grootst. Sven Nys, Adrie van der Poel... Ze komen elke cross nog gedag zeggen.” Ook bij haar veel jongere concurrentes is ze geliefd. “Ellen Van Loy, Loes Sels, Marianne Vos, ik beschouw hen als vriendinnen. Ik ben voor hen een beetje de moeder die hun moeder niet is. Ze mogen mij alles vragen. Ook over de combinatie crossen met kinderen of vriendjes. Enkel van Sanne Cant krijg ik maar geen hoogte. Een speciale. De ene keer is ze heel aardig, de andere keer doet ze alsof je niet bestaat.”
Ik ben oud. Maar ik voel mij nog steeds jong van geest. Zoals mijn jeugdidool Pippi Langkous
Blauwe plekken
Suzie Godart Rest de vraag: wat bezielt een dame om te blijven crossen tot haar 54ste? “Op mijn 40ste ben ik een eerste keer gestopt, maar ik kon het niet laten. Cross is ook iets wat je lang kan volhouden. Koersen op de weg draait om kracht. Daar ben ik al vier jaar mee gestopt. In de cross zijn ervaring en techniek ook doorslaggevend. Technisch kan ik zeker nog mee. Enkel over balkjes spring ik niet. Dat is een connerie. Vallen doe ik nog steeds, vorig week nog. (wijst naar haar knieën vol blauwe plekken) Maar ik heb in mijn carrière amper iets gebroken. Ik moet sterke botten hebben, zeker?” Zaterdag treden die botten een laatste keer in werking op een internationale cross voor de elite. “Ik droom ervan om volgend jaar de regenboogtrui te kunnen winnen op het WK voor Masters in Mol. Ik mocht er nog nooit starten, omdat ik volgens het reglement nog te veel UCI-punten verzamelde. Een belachelijke regel. Er zijn crossen geweest waar ik de huidige wereldkampioene bij de masters op een halve ronde reed.” Zaterdag is de ambitie veel beperkter. “Ik wil in de eerste plaats genieten. Maar ik wil ook niet als laatste eindigen. Mijn ambitie is om de koers uit te rijden zonder gedubbeld te worden.”
Als dat lukt, is het aan leeftijdsgenoot Paul Herygers om vanuit zijn commentaarcabine een passend eresaluut in de ether te gooien.