“Basisuitleg in het Nederlands”
Eén op de vijf jeugdspelers van KFC Heur Tongeren is Franstalig
Opvallend fenomeen dit seizoen bij KFC Heur Tongeren: van de vierhonderd jeugdspelertjes is 18 procent, een zeventigtal, Franstalig. Vanaf de U14, de zogenoemde bovenbouw, gaat het zelfs om een vierde van de voetballers. De invasie van over de taalgrens is een gevolg van de fusie van enkele Waalse clubs en het faillissement van CS Visé anderhalf jaar geleden, een club op amper 25 kilometer van het Tongerse sportcomplex Kleinveldje. Koen Vanmarsenille, U15-coach en coördinator bovenbouw, is van plan er een fikse training van te maken. Zijn speech in de kleedkamer is kort maar krachtig. Vijftien voetballertjes zitten te trappelen van ongeduld om, ondanks het gure winterweer, aan de training te beginnen.
Onder hen ook Louka Joiris, naast Thibault, Clément en Julien één van de vier Franstaligen in de U15. “Ik voetbal hier al enkele jaren, de drie anderen zijn overgekomen van Visé”, zegt Louka, terwijl hij zijn voetbalschoenen knoopt. “Ik woon en ga naar school in Luik en spreek amper Nederlands. Maar ik begrijp wel wat de trainer bedoelt. En als dat niet het geval is, verduidelijkt hij het in het Frans.”
CS Visé
De basisuitleg in het Nederlands, eventuele verduidelijkingen in het Frans. Dat is het principe dat bij KFC Heur Tongeren gehanteerd wordt. Sinds de schrapping van derdeklasser CS Visé (Wezet) in 2015, trok de Tongerse club heel wat jeugdspelers uit die regio aan. “Deels hebben we dit gezien als een opportuniteit”, zegt Vanmarsenille. “Bij de U17 konden we bijvoorbeeld nog versterking gebruiken. Daarom hebben we enkele jongens van Visé uitgenodigd om te komen testen. In die ploeg, die achttien spelers telt, zitten nu twaalf Franstaligen. Of dat niet voor kliekjes zorgt? De Franstaligen praten misschien onderling wel iets vaker met elkaar, maar we zorgen er dan bewust voor dat de groepjes op training bijvoorbeeld gemixt worden. Eigenlijk gaan die jonge gasten daar heel flexibel mee om.”
Mentaliteit
Maar hoe overtuigt de Tongerse club die jongeren dan om te kiezen voor een club over de taalgrens? “We moeten hen niet overtuigen. Ten eerste beschikken we in Tongeren over een uitstekende accommodatie, terwijl die in Wallonië in het algemeen vaak te wensen over laat. Ook de structuur en de mentaliteit hier spreekt aan. Dat weten de ouders wel te appreciëren.” Ondertussen heeft de club zelfs twee Franstalige jeugdtrainers in dienst. “Eén van hen is ook overgekomen van Visé, de andere heeft hier zijn jeugdopleiding gehad en is perfect tweetalig”, zegt Vanmarsenille. “Een beetje kennis van het Frans is toch wel nodig als je hier een ploeg wil trainen. Maar de meeste trainers zijn in de regio geboren en getogen, en spreken dus ook wel een woordje Frans.”
Familiale sfeer
Veel Franstalige jeugdspelers, dat zorgt natuurlijk ook voor tweetaligheid aan de toog en in de kantine. En dat blijkt ook zo zijn voordelen te hebben. “We merken toch dat bijvoorbeeld een tornooi voor Franstaligen een echt familiaal gebeuren is. Oma en opa komen mee, en ze blijven langer hangen met de hele familie. En dat is natuurlijk goed voor de clubkas. ( lacht) Bij tornooien schat ik het aantal aanwezige Franstaligen zelfs hoger dan het aantal Vlamingen. Dat heeft er ook mee te maken dat Franstalige clubs tegenwoordig sneller de weg vinden naar Vlaamse voetbaltornooien. En dat kunnen we alleen maar toejuichen.”
Op tornooien schat ik het aantal aanwezige Franstaligen zelfs hoger dan het aantal Vlamingen