20.000 punten
De Dow Jones is gisteren voor het eerst tot 20.000 punten gestegen. Nooit eerder bereikte de barometer van de Amerikaanse beurs dat hoge niveau. Zoveel maakt het eigenlijk niet uit, of die index op 19.734 punten staat of op 20.000. Maar mensen houden om de een of andere reden nu eenmaal van ronde getallen. Een 40ste verjaardag wordt ook al eens steviger gevierd dan een 39ste. Overdrijf ook het belang niet van de Dow Jones index. Je hebt tegenwoordig op Wall Street meerdere beursindices die veel relevanter zijn. Maar omdat de Dow Jones de oudste Amerikaanse beursindex is, is hij bij het grote publiek het bekendst. De graadmeter werd in de jaren 1880 bedacht door Charles Dow en Edward Jones. Ze deden dat om beleggers een idee te geven van het beursklimaat. De index is niet meer dan het gemiddelde koersniveau van een aantal grote Amerikaanse bedrijven die op de beurs noteren.
Het eerste niveau van de Dow Jones, in het midden van de jaren 80 van de 19de eeuw, bedroeg 62,76 punten. In de zomer van 1896 was diezelfde index gezakt tot amper 28,48 punten. Dat zou het historische dieptepunt blijken. In 1972 noteerde de index voor het eerst op 1.000 punten, in 1999 werd de grens van 10.000 punten gesloopt. En gisteren tikte de teller dus 20.000 punten aan. In een periode van 121 jaar is de Dow Jones ruim maal 700 gegaan. Dat betekent een winst van meer dan 70.000 procent! Tijd voor hoogtevrees? Als de beurzen zo hard stijgen, kan het toch niet anders dan fout gaan? Er zal wel weer eens een crash komen, toch? Jawel. Af en toe dalen de beurzen fors. Herinner u de crash in 1987, het uit elkaar spatten van de internetzeepbel in 2000 en de kredietcrisis in 2007-2008. Telkens waren er forse dalingen op de beurzen. Maar zo’n crash voorspellen is onmogelijk. Iedere dag zijn er wel goeroes die het proberen, maar ze hebben bijna steeds ongelijk.
De meest betrouwbare visie is die van Warren Buffett, 86 jaar oud en ’s werelds bekendste belegger. Vorig jaar, in aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen, stak hij zijn afschuw voor kandidaat Donald Trump niet onder stoelen of banken. Na de verkiezingen vroeg men hem om een reactie. Ondanks de verkiezing van Trump stelde Buffett dat de beurzen op lange termijn alleen maar konden stijgen. Terecht! Op korte termijn zijn aandelenkoersen onvoorspelbaar. Maar op lange termijn zullen bedrijven meer verdienen en worden dus ook hun aandelenkoersen meer waard. Dat is waarom, ondanks twee wereldbranden en tal van andere oorlogen, zeepbellen, epidemieën en ander onheil, ja zelfs gekke presidenten, de beurzen uiteindelijk toch nog fenomenaal zijn gestegen.