Waar blijft de rest?
Jonge lezers kunnen het zich niet voorstellen, maar ooit was het WK Veldrijden géén België-Nederland. Duitsland, Frankrijk, Tsjechië, Italië en Zwitserland waren ooit veldritnaties mét wereldkampioenen. Waar is het misgelopen? Vijf exwereldkampioenen zuchten eens diep.
Tsjechië: geen sterren
Achter het ijzeren gordijn was profsport verboden, maar de Tsjechen waren sterk bij de amateurs. Toen de Muur viel, werd Radomir Simunek Sr. (foto) wereldkampioen in 1991. Zdenek Stybar zette de traditie na de eeuwwisseling door en werd nog wereldkampioen in 2014. Daarna ruilde hij het veld voor de weg en is Michael Boros (15de) de beste Tsjech op de UCI-ranking.
Stybar: “Het ontbreekt ons aan grote namen. Met Simunek, Bina en mezelf is er een hele generatie van het toneel verdwenen. Onze Toi Toi Cup wordt nog altijd op tv uitgezonden, maar zonder wereldsterren is het moeilijk. Snelschaatsen stelde bij ons niets voor, maar nu we met Martina Sablikova een wereldtopper hebben, kent iedereen alles van snelschaatsen. Na mijn carrière ga ik er mijn schouders onder zetten.”
Frankrijk: de Tour
Frankrijk domineerde in de jaren ‘50 en vervulde daarna nog bijrollen met crossers als Bruno Lebras en Christophe Lavainne. Tot begin jaren ’90 alles instortte. De laatste Franse wereldkampioen is Dominique Arnould in 1993, de laatste podiumplaats was voor Francis Mourey in 2006. Vandaag blijft alleen subtopper Clément Venturini over. Zondag in Hoogerheide werd hij nog vierde. Mourey rijdt voornamelijk nog in Frankrijk.
Arnould: “De Tour de France en het wegwielrennen tout court laten nauwelijks ruimte voor andere disciplines. En dat wegseizoen duurt nu zoveel langer dan vroeger. In het jaar waarin ik wereldkampioen veldrijden werd, won ik ook een rit in de Tour. Maar nu wordt er al volop gekoerst in Australië en Argentinië terwijl het WK nog moet plaatsvinden. Renners en ploegen moeten kiezen - weg of veld - en de Fransen kiezen voor de weg.”
Italië: geen visie
Renato Longo won vier wereldtitels in de jaren ’60 en 25 jaar geleden was er een revival met Daniele Pontoni (foto) en Luca Bramati als voortrekkers. Pontoni was de laatste wereldkampioen in 1997, voor Frischknecht en Bramati. Meteen het laatste WK-podium zonder Belg. Enrico Franzoi pakte in 2007 wel nog brons. Vandaag is Gioele Bertolini (24ste) de enige Italiaan in de top 75. Schrale troost: dit jaar vond er wel opnieuw een WB-wedstrijd plaats op Italiaanse bodem. Pontoni: “Er is niet de minste visie. Er zijn nog wedstrijden, maar de organisatoren praten niet met mekaar en van bovenuit wordt er niets gecoördineerd. Laat staan dat er geld gaat naar de sport. Heel jammer, want de jeugd heeft nog belangstelling en er is talent.”
Zwitserland: jeugd haakt af
Albert Zweifel was met vijf wereldtitels een fenomeen in de jaren ‘70 en ‘80. Samen met landgenoten als Frischknecht, Wilhelm en Blaser zorgde hij voor een volledig Zwitsers WK-podium in 1976. Maar de laatste wereldkampioen is Dieter Runkel (foto) in 1995. Nu staat er met Marcel Wildhaber welgeteld één Zwitser in de top 20. Op de... 20ste plaats
Runkel: “Niemand ligt in Zwitserland nog wakker van de cross, zelfs ik niet. Een keer per jaar ga ik kijken, om vast te stellen hoezeer de sport is weggegleden. Het publiek wordt elk jaar kleiner en ouder. De jeugd haalt er de neus voor op en kiest voor de mountainbike. Vroeger had je 36 topcrossen in Zwitserland, met veel
Belgen aan de start. Nu zijn er nog dertien. Zondag wordt de enige dag dat ik veldrijden kan zien op tv.”
Duitsland: dood en begraven
Duitsland had elk decennium weliemand die zich met de wereldtop kon meten. Drievoudig wereldkampioen Rolfswohl maakte het Erik De Vlaeminck meermaals lastig, Klaus-Peter Thaler pakte twee wereldtitels in de hoogdagen van Roland Liboton en na hem meldde Mike Kluge zich. Maar hij is de laatste Duitse wereldkampioen (1992 in Leeds). Vandaag fietsen Philip Walsleben, Marcel Meisen en Sacha Weber al eens door het beeld, maar Meisen is met een tiende plek de beste Duitser in de Wereldbeker. Kluge: “Het liep fout bij de federatie, die sinds twintig jaar alleen nog in olympische disciplines investeert, zoals het mountainbiken. Terwijl ik heb bewezen dat je talent beter kan maken: ik was vijf jaar samen met Hanka Kupfernagel en zij pakte in die jaren drie wereldtitels. Als er nog eens een wedstrijd is, laat iemand als Walsleben ze links liggen om in België te rijden. Nee, de sport is dood in mijn land.”