“Renners moeten niet zeuren”
“Ik ben één van de vier favorieten”
Luxemburg werd gisteren overspoeld door Belgisch crosstalent. Kwamen de meeste profs pas in de vooravond toe in het ploeghotel in Pétange, dan trok een groot deel van de jeugd en dames gisteren reeds naar het WK-parcours in het naburige Bieles voor een kennismaking. En die eindigde voor velen met een valpartij. Daarop werd het parcours – net als dat van het BK in Oostende – aangepast. Sneeuw of geen sneeuw, dooi of geen dooi? De weersvoorspellingen voor Bieles/Belvaux en omstreken zullen de komende 48 uur nog vaak over de tongen gaan. Zoals het parcours zich gisteren presenteerde, zorgde vooral de laatste schuine kant voor de nodige sensatie. Eén voor één gingen renners tegen de vlakte, de één al spectaculairder dan de ander. “Daar ga ik niet echt een probleem van maken”, reageerde uittredend beloftenwereldkampioen Eli Iserbyt. “Ja, ik ben zelf ook gevallen, maar het neemt niet weg dat het een parcours is zoals ik het graag heb.”
De allerslimsten bleven gewoon weg van het parcours. Zowel Thijs Aerts als Quinten Hermans beperkten zich tot toekijken. Sanne Cant reed evenmin over het parcours. Wie wel met de daver op het lijf enkele rondjes reed, was Jolien Verschueren. Zij voelde zich duidelijk niet in haar sas op de ijzige ondergrond.
Ook bondscoach Rudy De Bie was het niet ontgaan dat heel wat renners tegen de vlakte gingen. “Sneeuw en ijs, dat is ook cross”, klonk het. “Mijn renners hebben niet veel ervaring met dit soort omstandigheden, maar voor de Zwitsers is zo’n besneeuwde schuine kant iets wat ze wekelijks onder de wielen krijgen.”
Veiliger
Toch gingen de parcoursverantwoordelijken over tot actie. Net als het BK-parcours in Oostende eerder deze maand, werd ook de WK-omloop lichtjes aangepast. De befaamde schuine kant wordt iets minder lang, maar blijft nog altijd spectaculair. “Wat het aantal valpartijen zal doen afnemen”, voorspelt De Bie. “Maar de renners moeten vooral niet te veel zeuren. Veldrijden is en blijft een offroad-sport. Dan weet je dat sneeuw en ijs tot de mogelijkheden behoren.” De Bie loofde de organisatie. “Ze hebben het parcours al heel wat veiliger gemaakt, onder andere door fijn zagemeel te strooien aan de balken. Elders op het parcours hebben ze op sommige gevaarlijke stroken scherpe zavelgrond gestrooid. Het mag de komende dagen dooien, want een plakkerige boel gaat het niet worden. Al is het parcours nu ook al goed te doen.” Wie zondag een tactische race verwacht, is er vermoedelijk ook aan voor de moeite. De Bie: “Ik vermoed dat de favorieten zo snel mogelijk gaan proberen de wedstrijd open te breken. En ja, zoals het parcours er nu bijligt, ligt het voordeel bij Mathieu van der Poel. Maar het had ook veel technischer gekund. Ook voor Wout liggen er dus zeker mogelijkheden.” De jongste twee jaar stond Sanne Cant twee keer op het podium van het WK, maar de regenboogtrui was er nog nooit bij. Nu dan maar? “Dit is het derde jaar dat ik op één sta in de UCI-ranking. Dan verdien je het wel eens om wereldkampioen te worden.” Ook dit jaar lijkt het Sanne Cant niet echt mee te zitten. De vorige twee wereldkampioenes bij de vrouwen – Pauline Ferrand-Prévot en Thalita De Jong – zijn er om uiteenlopende redenen dan wel niet bij, maar net nu is Marianne Vos weer aan de oppervlakte verschenen. Anderhalf jaar lang sukkelde de zevenvoudige wereldkampioene van het veld met de gezondheid, maar de jongste weken is ze opnieuw zodanig op dreef dat haast iedereen een achtste wereldtitel verwacht. Cant maalt er niet om. “Nee, dat was te verwachten. Ik vind het zelfs mooi. Dankzij Vos zie je dat de belangstelling voor de cross bij de vrouwen onmiddellijk toeneemt. Dat is mooi voor de sport.” Maar het maakt een eerste wereldtitel voor Cant wel moeilijker. Zeker omdat het Nederlandse blok met ook nog Lucinda Brand en Sophie de Boer wel heel sterk oogt. Of niet? “Dat blok gaat geen grote rol spelen”, denkt Cant. “Dit is een behoorlijk technisch parcours. Veel kan je mekaar niet helpen. Bovendien: ik zie vier kandidaten voor de wereldtitel: Vos, Nash, Legner en mezelf. Brand niet. Dit is te technisch voor haar. En De Boer is volgens mij over haar top heen.”