“Sport blijft passie tot in mijn graf”
Jacques Rogge krijgt hoogste erkenning in Paralympische Sport
Jacques Rogge ontving gisteren in Brussel de Paralympic Order, de hoogste erkenning die iemand kan ontvangen voor zijn bijdrage tot de ontwikkeling van de paralympische sport wereldwijd. De Belg die van 2001 tot 2013 aan het hoofd stond van het Internationaal Olympisch Comité sukkelt met zijn gezondheid, maar wil zich tot aan zijn laatste snik blijven inzetten voor de sport.
Ik heb geen invloed. En moest ik die al hebben, dan zou ik mij daar absoluut niet mee bezighouden
Jacques Rogge Drie en half jaar is het geleden dat Jacques Rogge een stap opzij zette als belangrijkste sportleider ter wereld en de fakkel doorgaf aan Thomas Bach. Sindsdien doet hij het veel kalmer aan. “Gelukkig maar”, zegt hij zelf. Zich uitspreken over actuele dossiers wil hij niet meer. “Geen vragen over doping of Rusland alsjeblieft. Ik wil mijn opvolger in alle rust laten werken en mij niet meer moeien met zulke zaken.”
En ook het lichaam wil niet meer helemaal mee. Rogge komt moeizaam met een kruk de trappen van het Crown Plaza in Brussel opgewandeld. “Ik heb mijn heup gebroken bij een uitschuiver in oktober.”
Vastberaden
Wanneer we Rogge onder vier ogen kunnen spreken - een zeldzaamheid - terwijl hij wacht op Prinses Astrid, praat hij met zachte stem. Maar in zijn ogen brandt nog steeds het heilige vuur en zijn woorden klinken vastberaden. Ondanks zijn 74 jaar reist hij nog steeds de wereld rond als ambassadeur van de sport. “Ik ben door Ban Ki-moon benoemd als Speciale Gezant van de Verenigde Naties voor jonge vluchtelingen en sport. Daarom bezoek ik overal ter wereld vluchtelingenkampen. Colombia, Ethiopië, Jordanië,... ik ga ter plaatse kijken hoe de situatie daar is en probeer voor financiële steun te zorgen en sport te promoten. En in september ga ik naar de Algemene Vergadering van het IOC waar beslist wordt of de Olympische Spelen van 2024 in Parijs, Boedapest of Los Angeles zullen plaatsvinden.” Op de vraag of hij daar nog iets in de pap te brokken heeft, is hij duidelijk. “Ik heb geen invloed. En moest ik die al hebben, dan zou ik mij daar absoluut niet mee bezighouden. Ik wil gewoon uit interesse aanwezig zijn.”
Want ondanks zijn leeftijd en gezondheidsproblemen blijft de liefde voor de sport ontembaar. “Het is mijn passie. Ik heb die al sinds ik een jonge atleet was en die passie zal blijven tot in mijn graf. Al is dat hopelijk niet te snel.” Over Paralympische Sport. “Ik vind het storend dat paralympiërs nog steeds hun sport in de anonimiteit moeten beoefenen. Die atleten verdienen dat niet. De paralympische sport moet meer bekend worden.”