Moeder-Zoon
OPGRIMBIE
-
Ik moest twee keer kijken voor ik het begreep. In Opgrimbie had een tiener voor meer dan tweeduizend echte euro’s onechte spelers gekocht om FIFA te spelen op z’n PlayStation. En ik die dacht; die met die bril en de gamecontroller, dat is die tiener. Stoute, blonde, gebrilde tiener. Bleek het toch wel niet Annemie Ramaekers te zijn zeker, nog steeds de meest frisse verschijning in het Limburgse medialandschap. Haar zoon zit rechts in beeld. Leeftijdsverschil tussen de twee: 30 jaar. Een mens kan zich vergissen.
Het gekke is dat ik Annemie goed ken, want we hebben nog aan dezelfde nieuwsdesk op deze krant gewerkt, tweede helft jaren negentig. En toch zag ik het niet meteen, het fysieke verschil tussen moeder en zoon.
Hoe zou zoiets komen? Het kapsel zit er voor iets tussen. Dat is uniseks, vermoed ik. Alsook de bril. Ik zie dagelijks tientallen mannelijke tieners op hun fietsen, op de bus en op de stoep, die – hip as hell – een gelijkaardige zware bril met zwart montuur dragen. Nochtans zijn de verschillen duidelijk, bij nader inzien. De zoon is rossig (in het Engels is dat ‘ginger’, wat toch beter klinkt), de mama niet. Hij draagt geen bril en is wat forser gebouwd. Zo’n jongen waarvan toevallige passanten zeggen: “Amai, die is u nogal eens voorbijgestoken”.
Maar er is ook een androgyne factor in het spel. Na al die jaren zie ik voor het eerst dat Annemie een jongensachtig gezicht heeft. Daarmee zit ze perfect op schema, want androgyn is in. Maar in haar geval geldt ook: je hebt het of je hebt het niet. Zij heeft het. Ze heeft het altijd gehad, maar in dit beeld valt het nog feller op. Dat haar zoon niet herkenbaar in beeld komt, dat snap ik. Die jongen heeft er zonet een mooi maandloon doorgejaagd door te denken dat alles in de wereld gratis is – zelfs de Visa-kaart van mama. Ik kan me voorstellen dat aan de foto een zogenaamd Goed Gesprek is voorafgegaan. Sterker nog, ik meen aan het beeld te zien dat dat gesprek niet zo lang voor de fotosessie heeft plaatsgevonden. Een kwartier eerder of zo. D’r hangt hoe dan ook nog steeds een bepaalde spanning in de kamer, en Annemie plooit haar mond zoals stripfiguurtjes dat doen wanneer ze vertwijfeld zijn: met zo’n gekartelde lijn waar de lippen zitten. Mama is niet boos, mama is teleurgesteld. Dat haar zoon dan ruggelings poseert in een camouflagehemd (“Ben ik zo onzichtbaar genoeg?”), dat begrijp ik volledig.