Mollenvangers draaien overuren
Natuurverenigingen pleiten voor diervriendelijke aanpak
Mollenvangers draaien overuren de eerste maanden van dit jaar. “Wij hebben alleen al in januari evenveel omzet gedraaid op het vlak van mollenbestrijding als in het hele jaar 2016”, klinkt het bij ongediertebestrijder Rentokil. Maar dat er meer molshopen zijn, wil daarom niet zeggen dat er ook meer mollen zijn. Natuurverenigingen roepen dan ook op om de blinde wroeters niet te verdelgen. Zaterdag kon u al in onze krant lezen dat Domein Bokrijk met een mollenplaag kampt. Natuurpunt kreeg sinds 13 januari 1.304 meldingen van locaties waar mollen actief zijn. In dezelfde periode vorig jaar waren er dat slechts 150. Let wel, als u vorig jaar twee molshopen had in uw tuin en dit jaar twintig, wil dat niet per definitie zeggen dat er meer mollen zitten. De bulten in uw gazon geven vooral aan hoe actief een mol is. “Normaal leeft een mol 10 à 15 centimeter onder de grasmat”, zegt de Lommelse mollenvanger Ruud Kooiman. Maar als de regenwormen waarmee ze zich voeden dieper de grond in duiken, moeten de mollen volgen. “Dat was het geval bij de vorst van de voorbije weken. De mollen moesten dieper graven en met de grond die ze kwijt moesten, hebben ze molshopen gevormd.”
Klemmen
De mollenvangers van Rentokil hebben hun handen meer dan vol. “Zo erg als dit jaar heb ik het nog niet meegemaakt”, zegt mollenvanger Bart Schepers. Rentokil gaat voor de harde aanpak. “Wij gebruiken twee technieken”, zegt Nico Lenaerts, hoofd van de technische dienst. “Ten eerste werken we met een generator om koolstofmonoxide te vernevelen in de mollenpijpen, waardoor de diertjes vergast worden. De voorwaarde is dan wel dat het gangenstelsel beperkt is in omvang. In het andere geval gebruiken we klemmen.”
Maar daar moet je wel verstand van hebben. “Veel mensen maken de fout om een klem recht in de molshoop te zetten”, zegt Bart Schepers. “Maar dat is niet meer dan een uitweg voor overtollige grond. De kans dat de mol er nog eens passeert, is heel klein. Beter is het om de klem midden in een gang te plaatsen. Ik gebruik ook handschoenen om de mollen niet af te schrikken met de geur van mijn handen.”
Mosselschelpen
In huis-tuin-en-keukenmiddeltjes heeft Schepers weinig vertrouwen. “Zo’n fles op een stok? Ik heb al meegemaakt dat een mol er gewoon vlak langs had gegraven. En vorige week kwam ik nog bij iemand die een uur lang een tuinslang in een mollenpijp had laten lopen. Maar ook dat helpt niet, want het water sijpelt een meter verder gewoon in de grond.” Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren, zweert nochtans bij een diervriendelijke aanpak van de kwelduivels van het betere gazon. Van mosselschelpen in de grond freezen tot doornige twijgen in de gangen stoppen: een overzicht van alle middeltjes staat opgelijst op de website velt.be. Velt-medewerker Barbara Creemers: “Je kan het proberen door bijvoorbeeld betonijzers verticaal in de grond te prikken en daar een omgekeerd blikje bovenop te plaatsen. Dat trilt en maakt lawaai, maar helaas wennen de mollen daar na een tijdje aan. In mijn ervaring werkt afschrikking door geur langer. Zo kun je gier maken door blaadjes van vlierstruiken te laten gisten. Dat stinkt enorm. Als je die vloeistof door de gangen giet, blijven de mollen weg. Uitwerpselen van honden of mollenbollen op basis van goudlook werken ook goed. Maar het allerbeste is om je gewoon neer te leggen bij de molshopen in je tuin. Mollen zijn heel nuttige dieren die de grond draineren en verluchten. Een mol doden haalt trouwens niets uit, want dan komt er meteen een nieuwe mol die het gangenstelsel overneemt.”