“Mijn hoofd staat nooit stil”
Guga Baul en zijn “imitatiefabriekske”
LONDERZEEL - Vanavond start het zevende seizoen van ‘Tegen de Sterren op’, de satirische parade van BV’s die geïmiteerd en in hun hemd worden gezet door negen acteurs. Van hen benadert Oostendenaar Guga Baul (30) als stemmenimitator pur sang meestal het best het origineel. Hoe hij dat klaarspeelt? “Het is een fabriekske in mijn kop dat begint te werken.” Guga is een perfectionist en aangezien ‘Tegen de Sterren op’ dit seizoen de ambitie heeft om met de neus op de actualiteit te zitten, is de uitdaging groot. De acteurs zullen soms weinig tijd hebben om de imitaties onder de knie te krijgen.
“We schuiven wat op naar het tempo van ‘De Ideale Wereld’. Korter op de bal spelen moet het programma ten goede komen. Het houdt in dat we drie maanden zo goed als stand-by moeten zijn. Ik ben blij dat stand-up comedian Bas Birker, een Antwerpenaar met Nederlandse roots, er nu bij komt als scenarist want van de sketchschrijvers wordt nu ook meer gevraagd. Het zal alleszins spannend zijn en dat is goed: mensen presteren beter onder druk. Het is alsof er dan een nieuw kanaal open gaat dat veel meer input geeft. Het laatste seizoen hebben we gemerkt dat er een zekere metaalmoeheid in de machine was geslopen. De race tegen de tijd moet ons een nieuw elan geven. Het wordt haast een nieuw programma.”
Hoe lang heb je nodig om een typetje onder de knie te krijgen?
“Dat is zeer verschillend. Soms is het instant. Het kan zijn dat ik met iemand een gesprek heb gehad en wanneer ik buiten kom, heb ik zijn stem mee. We zijn thuis aan het verbouwen en zowel de aannemer en zijn werknemers als de architect zijn al de revue gepasseerd. Het zijn mensen uit de Kempen en het is voor mij verleidelijk om hen na te doen. Het is sterker dan mezelf en het schept een leuke dynamiek in het huishouden. Mijn hoofd staat nooit stil en ik vind het leuk om mensen te observeren en hen vervolgens te kopiëren. Het fabriekske in mijn hoofd zegt: ‘De mannen van het timbre! Oké, en nu de mannen van de klank!’”
Ik vind het zo frustrerend dat ik Ben Crabbé niet kan imiteren. Ooit hoop ik de heilige graal te vinden Guga BAUL
Bij wie werkt het fabriekske het snelst?
“Bij iemand als James Cooke. Die had ik rap beet omdat hij bijna een karikatuur is van zichzelf: Gents, verwijfd, een beetje overacting, dat zijn allemaal cadeaus. Aan iemand als Kobe Ilsen daarentegen heb ik veel werk. Ik ken Kobe nochtans persoonlijk maar dat helpt niet veel. Hij heeft een aantal kwaliteiten die voor mij nadelig werken: hij is een keurige, knappe man met een mooie taal. Dan moet je al op details gaan letten die je kunt uitvergroten. Bij Kobe is de uitspraak van de ‘r’ en de ‘s’ nogal specifiek. Dat gaat dan al over letters.”
Zijn er ook BV’s waar je de tanden op stuk hebt gebeten?
“Ben Crabbé is me nog niet gelukt. Die is door Sven De Ridder gedaan, die ook fysiek beter op hem lijkt. Ik vind het zo frustrerend dat ik Crabbé niet te pakken krijg. Ooit hoop ik de heilige graal te vinden.”
Wanneer heb je ontdekt dat je die gave van imiteren hebt?
“Het is begonnen op mijn twaalfde, ergens tussen de lagere school en het middelbaar. Ik deed leerkrachten na. Dan word je de leukste van de klas. Voor de rest was ik een gedweeë student. De eerste BV’s die ik heb geïmiteerd waren Johan Museeuw en Chris Van den Durpel, die een voorbeeld voor mij is geweest.”
Leer je ook iets van Tine (Embrechts, zijn vriendin, nvdr)?
“We leren van elkaar. Van Tine leer ik bij in acteren, zij leert van mij bij over imiteren. We zijn elkaars klankbord. Als ik een speech schrijf, laat ik haar die lezen. Ze komt ook naar voorstellingen kijken en geeft daar dan wat opmerkingen over. Soms is die kritiek moeilijk te slikken omdat het komt van iemand die zo dicht bij je staat. Maar als ik voel dat er iets schort, weet ze altijd wel de vinger op de wonde te leggen. Dan zet ik mijn trots als man opzij en geef ridderlijk toe: mijn vrouw had gelijk.”
Tegen de Sterren Op’, vtm, 20.35 uur