Muizen krijgen voor het eerst menselijke hersencellen
Belgische Alzheimeronderzoekers hebben menselijke hersencellen ingeplant in muizen. Op die manier kunnen ze de evolutie van de ziekte en de impact van geneesmiddelen vanaf nu beter bestuderen. “We hadden gehoopt dat onze ingeving zou werken. Maar het resultaat heeft ook ons verrast.” Alzheimeronderzoekers doen in laboratoria al langer testen op menselijke hersencellen, alleen reageren die op een plastic plaatje soms heel anders dan in een menselijk hoofd. Ze doen ook al lang testen op de hersenen van muizen. Alleen reageren de hersencellen van muizen soms anders dan menselijke hersencellen. Ze ontwikkelen bijvoorbeeld geen volledige Alzheimer. “Om die twee hindernissen te omzeilen hebben we nu menselijke hersencellen ingeplant in muizen met Alzheimersymptomen”, zegt Bart De Strooper, de gerenommeerde Alzheimeronderzoeker van VIB- KU Leuven. “Na drie à vier maanden bleek dat de ingeplante menselijke hersencellen veel zwaarder aangetast waren dan de hersencellen van de muizen zelf. De verschillen waren veel duidelijker dan we hadden gehoopt. En dat biedt heel wat mogelijkheden. We kunnen het ziekteverloop in menselijke hersencellen vanaf nu veel beter opvolgen. En we kunnen het effect van geneesmiddelen veel beter testen. Ons einddoel is de ontwikkeling van nieuwe therapieën die onmiddellijk op de menselijke hersencellen inwerken.” Wanneer die nieuwe therapieën er zullen zijn, kan De Strooper niet voorspellen. “Ik heb geen glazen bol. Alzheimer is bijzonder moeilijk te bestrijden. Onze strijd gaat traag, maar dit is een grote stap vooruit. Dat bevestigden ook andere onderzoeksgroepen toen we hen van onze resultaten op de hoogte brachten. Eerlijk gezegd waren we zelf verrast. Toen we onze vaststelling een eerste keer deden, geloofden we onze ogen niet. Geloof maar dat we superenthousiast waren toen de resultaten bevestigd werden. ”
Grensverleggend
Zijn ULB-collega Pierre Vanderhaeghen, die aan het onderzoek meewerkt, noemt de bevindingen “grensverleggend”. “Het is het eerste bewijs dat we getransplanteerde hersencellen kunnen gebruiken om belangrijke hersenziekten te bestuderen.” Alzheimer is een ziekte waarbij de hersencellen geleidelijk aan afsterven. Dat leidt eerst tot geheugenverlies en nadien tot het verlies van andere cognitieve mogelijkheden. De strijd tegen de ziekte focust zich op de rol van afvalmateriaal van eiwitten dat zich in de hersenen ophoopt en het vervoer van voedingsstoffen door de hersencellen saboteert. “Dat verband achterhalen is momenteel de heilige graal van het Alzheimeronderzoek”, zegt Bart De Strooper.