“Naar Genk kijken doet me nog te veel pijn”
PETER MAES DOET ZIJN VERHAAL
Peter Maes is een man van zijn woord, hij moest en zou nog een oude belofte nakomen. Toen we hem op kerstdag aan de lijn kregen, beloofde hij voor daags nadien koffiekoeken op de persconferentie voor de thuismatch tegen AA Gent. “Wie weet wordt het mijn laatste avondmaal”, grapte Maes. Maar de bakker op de Barrier kreeg zijn vaste klant niet over de vloer op tweede kerstdag. Een vroeg telefoontje van voorzitter Herbert Houben, die hem nog voor de laatste training wou spreken, deed een lichtje branden. De kerstkalkoen was zijn laatste avondmaal geweest. Belofte maakt schuld en de koffiekoeken lachen ons snel toe ten huize Maes. Een lekker glas wijn, de gezellige gashaard en een imposant tv-scherm vervolledigen de aangename setting. Alsof de duivel ermee gemoeid is, komt het Play Sports-overzicht bij AstraGenk uit. De ex-trainer grijpt naar de afstandsbediening en zapt naar Gladbach-Fiorentina. Een wedstrijd van KRC Genk bekijken, kan hij nog niet aan.
Hoe vul je sinds 26 december je dagen?
Peter Maes: “Het was het moment om voor het eerst in dertig jaar mijn huis op te knappen. Daarom heb ik vooral geklust, even het verstand op nul gezet. Ook familiaal heb ik achterstand ingehaald. Mijn ouders wonen vlakbij, in plaats van één keer loop ik nu drie tot vier keer per week langs. En ik heb eindelijk meer tijd om bij te praten met mijn dochters Charlotte (25) en An-Sophie (22). Ik ga veel wandelen en heb mijn fiets klaargemaakt om tochtjes te maken. Ik wil fysiek en mentaal topfit zijn om volgend seizoen een nieuwe uitdaging aan te gaan. Ik kijk ook veel buitenlands voetbal, op zoek naar nieuwe dingen.”
De eerste aanbiedingen heb je naast je neergelegd?
“Er was interesse uit het MiddenOosten, maar ik heb het nooit concreet laten worden. Ik wilde eerst tot rust komen, om daarna in een nieuw project te stappen. Liefst met een volledige voorbereiding en bij een club met ambitie. Na mijn eerste ontslag ooit, ben ik gebrand op eerherstel.”
Gaat je voorkeur uit naar een Belgische club?
“Ik sluit niets uit, maar het is wel mijn doel. Ik voel dat ik stilaan klaar ben. Mijn leven is voetbal, dat heb ik opnieuw ten volle beseft. Tachtig procent van mijn gsm-verkeer is weggevallen sinds mijn ontslag. In Genk zal je me nog niet snel zien, het doet nog te veel pijn. Maar ik ben al wel naar Westerlo-Club Brugge en KV Mechelen-Lokeren gaan kijken.”
Waarom valt een wedstrijd van KRC Genk bekijken je nog zo zwaar?
“Omdat ik het gevoel heb dat ze me iets hebben afgepakt. We hebben er met de staf en de groep anderhalf jaar keihard gewerkt, de volgende maanden was het tijd om te oogsten. Maar dat werd me niet gegund. We waren nog op drie fronten actief, ik had als eerste trainer ooit voor de vierde keer de finale van de Beker van België kunnen halen.”
Vooral de negende plaats in de competitie werd je zwaar aangerekend.
“Ze vreesden dat ze play-off 1 zouden mislopen, ik weet niet of dat veranderd is door mijn vertrek. Ik hoorde de CEO vroeg in het seizoen beweren dat play-off 1 halen belangrijker was dan presteren in Europa. Breng die boodschap maar eens over op zo’n jonge groep. Die jonge gasten zijn extra gemotiveerd in Europa, het heeft geen zin om hen af te remmen. Onze sterke Europese campagne heeft ons punten gekost in de competitie, waar ze niet altijd dezelfde focus konden opbrengen. Meer nog: ik durf te stellen dat we zonder Europese campagne in de top drie zouden zijn beland.” “Dat is het dubbele aan het playoffsysteem. Het is positief voor het niveau van ons voetbal, er is een oorzakelijk verband met de sterke prestaties van de Belgische clubs in Europa. Anderzijds moeten we dringend nadenken over de belasting die het systeem met zich meebrengt. De spelers moeten te veel wedstrijden afwerken.”
Vijf kilometer hiervandaan pende Joost Zweegers ooit de hamvraag neer: ‘Where did we go wrong?’ Waar precies liep het mis? Al bij de start? Paste je niet bij KRC Genk?
“Dat wordt er nu van gemaakt. Maar toen ik eraan begon, had ik dat gevoel helemaal niet. Integendeel. Het project was me op het lijf geschreven. Ik ben Limburger in hart en nieren en was fier om de uitdaging aan te gaan. Ik ben bereid om hard te werken, samen met Dimitri de Condé heb ik mijn vakantie opgeofferd om het project te kunnen opstarten. Eerst als crisismanager: we kuisten de kleedkamer op, met nultolerantie. Wie wilde volgen, volgde, de rest viel af. Spelers, bij wie de focus lag op geld verdienen, vertrokken. Wie bleef, had honger. Alleen geld voor transfers was er niet, daarom haalden we transfervrije spelers als Buyens en De Camargo. Zij hebben hun deel van het werk gedaan. Alleen waren de verwachtingen onrealistisch. Het uitgangspunt was: wij zijn KRC Genk, wij horen in de top thuis. Terwijl de ploeg van erg ver kwam en er op dat moment te weinig kwaliteit was om bovenaan mee te draaien.”
Toch stond je niet meteen open voor de komst van Pozuelo.
“Nog zo’n verhaal, de discussie ging helemaal niet over de kwaliteiten van Pozuelo. Ik heb op dat moment duidelijk gemaakt dat we het ons niet konden veroorloven om spelers te nemen die al vijf maanden niet meer gevoetbald hadden. We hebben nu enkele maanden moeten wachten op Pozuelo, een speler die we nodig hadden. Vanaf het moment dat hij echt fit was en spelers als Samatta, Karelis en Malinovskyi erbij kwamen, hebben we een schitterend parcours neergezet.”
“Het ligt in dezelfde lijn als de bewering: ‘Maes wil alleen mannen met baarden’. Waar halen ze het dat ik niet met jongeren zou willen werken? Kijk maar naar mijn vorige clubs, overal heb ik jongeren gebracht die zijn doorgegroeid. Ik heb wél gezegd dat ik een gezonde mix wilde. Ik wilde er een paar ervaren spelers bij, die de jongeren nog beter zouden maken.”
Je zag liever een ervaren rot komen dan de 18-jarige Berge?
“Als je twee spelers aantrekt om Ndidi te vervangen, dan is er daar best eentje bij die het klappen van de zweep kent. Zo krijgt het jonge talent de tijd om te groeien en heb je intussen stabiliteit. Dat mist de ploeg nu. Een club die een topclub wil zijn, moet altijd en overal resultaten neerzetten. Maak je aan je fans duidelijk dat je eerder een opleidingsclub bent, en daar is helemaal niets op tegen, dan kan je alleen de kaart van de jeugd trekken. Maar dan moet je niemand afrekenen op de resultaten. Zoals het nu gebeurt, is het niet realistisch. Men wil én een ploeg met spelers die jonger zijn dan 24 én als topclub op drie fronten meestrijden. Dat lukt niet.”
Je had niet het gevoel dat je een volwaardige gesprekspartner was, toen er werd overlegd over transfers?
“In het begin wel, maar stelselmatig minder en minder. Omdat ik te
Ik had vrij snel door dat het de strategie was van Dimitri de Condé en de CEO om alle controle in handen te krijgen. Weet je dat ik in anderhalf jaar niet één keer in het clubblad heb gestaan? Daar moet je geen tekening bij maken
Peter MAES
weinig communicatief was? Ik had vrij snel door dat het de strategie was van Dimitri de Condé en de CEO om alle controle in handen te krijgen. Weet je dat ik in anderhalf jaar niet één keer in het clubblad heb gestaan? Daar moet je geen tekening bij maken. Het verschil tussen samenwerken met Dimitri de Condé en Willy Reynders of Fi Vanhoof is groot. Zij zijn door de wol geverfd, ook als trainer en zijn daarom minder scherp. Ze zorgen er steeds voor dat je als trainer wordt afgeschermd naar boven toe. Bij De Condé voelde ik dat hij die ervaring nog niet heeft, waardoor het moeilijker is om de interne rust te bewaren.”
En daarop zette jij je stekels op en benadrukte je de kloof tussen ‘de werkvloer en de bestuurskamer’. Zo moest het wel tot een confrontatie komen.
“De mensen met wie ik samenwerk, heb ik altijd beschermd. Daar ga ik vol voor. Misschien had ik ook kunnen functioneren met De Condé en de CEO. Maar dan had ik een trekpop moeten zijn en dat ben ik niet. ”
Je ontslag kan je dan toch niet verrast hebben?
“Toch wel. De voorzitter, met wie ik wel altijd een goed contact had, had me na Lokeren al laten verstaan dat mijn positie onder zware druk zou komen te staan, als we twee keer na mekaar zouden verliezen. Maar we hebben daarna geen twee keer na mekaar verloren. Ik vond dat de club een enorm risico nam door mij vlak voor de wedstrijd tegen AA Gent te ontslaan. Wat zou er gebeurd zijn, mocht het in die match fout zijn gelopen? Dan zou de club pas echt gedestabiliseerd geweest zijn. Koos men dat moment, omdat men bang was er te veel weerstand zou zijn geweest, mochten we met mij Gent geklopt hebben? Ik weet het niet. Ik weet wel dat Rudi Cossey onredelijk behandeld is. Hij heeft de club op dat moment gered, maar werd daarna zonder pardon bedankt voor bewezen diensten. Ik had veel meer moeite met zijn ontslag en dat van Erwin Lemmens dan met dat van mij.”
Verschillende spelers zouden zich tijdens gesprekken met de directie tegen je gekeerd hebben?
“Je vindt altijd enkelingen die een andere trainer willen. Bij iedere club, op elk moment. Ik had zeker niet het gevoel dat de spelersgroep niet langer met me door wilde. Ik heb de spelers niet meer toegesproken na mijn ontslag. Dat vond ik daags voor een cruciale match tegen AA Gent niet opportuun voor de focus. Ik heb hen achteraf wel een mail gestuurd en ik heb erg veel deugddoende antwoorden gekregen.”
Heb je het gevoel dat je beschadigd uit dit verhaal bent gekomen?
“Ik heb het moeilijk met verhalen die achteraf naar boven zijn gekomen. Ik zou moe geweest zijn, op mijn ontslag hebben aangestuurd. Dat is pertinent onwaar. Op bepaalde momenten was ik ‘het’ wel eens moe, ja. Maar dat is nooit ten koste gegaan van mijn energie die ik in die groep stak. Ik zou ook niet kunnen werken in een topclub. Tja… Na mijn vertrek werden heel toevallig bepaalde spelers (Castagne en Dewaest, nvdr.), die het moeilijk hadden met mijn manier van werken, opgevoerd op de persconferentie. Er zijn er altijd wel die willen afrekenen. Terwijl Dewaest tegenover mij altijd correct geweest is, zolang ik er was.” “Maar beschadigd? Nee. De poll op jullie website bij de supporters was veelzeggend: 90% vond mijn ontslag onterecht. Iedereen moet beseffen dat de fans de club maken. Al de anderen zijn passanten, ook ik. Als ik in de toekomst met een andere club op bezoek kom, zullen ze ook mij op de korrel nemen. Maar ik ben blij dat ik voor deze club heb mogen werken en zal als Limburger altijd supporter blijven.”
Ik heb het moeilijk met verhalen die achteraf naar boven zijn gekomen. Ik zou moe geweest zijn, op mijn ontslag hebben aangestuurd. Dat is pertinent onwaar. Soms was ik ‘het’ wel eens moe. Maar dat ging nooit ten koste van mijn energie
Peter MAES