“Speciaal voor onze coach”
Aan hart en pit ontbrak het niet in deze degradatietopper. Zonder echt te overtuigen was Bregel de meer dan terechte winnaar want na het openingsdoelpunt van speler-trainer Martens liet kapitein Belizzi nog twee huizenhoge mogelijkheden op de 2-0 liggen. “Nochtans lagen we niet onder”, aldus centrale verdediger Istvan Daniëls van Zonhoven. “Onze organisatie stond lange tijd als een huis want ondanks het tegendoelpunt, waar volgens mij handspel aan vooraf ging, gaven we echt niets weg. Akkoord, toen we risico’s namen door met drie verdedigers te spelen, kreeg Bregel wel wat mogelijkheden. Maar je weet dat je dit in zo’n situatie kan verwachten. En toegegeven, ondanks onze tomeloze inzet konden we zelf weinig gevaar creëren. Uiteraard is dit een opdoffer in de strijd tegen degradatie. Toch zijn we geen geslagen ploeg. Want Heur Tongeren, onze volgende tegenstrever, versloegen we nog in de heenmatch. Dus waarom zouden we hen niet voor eigen volk kunnen kloppen?”
“We dragen deze winst op aan onze coach Marc Forier wiens moeder de dag voor de wedstrijd overleed. Onze T1 ontbrak begrijpelijkerwijs op het appel waardoor ik de honneurs waarnam. Deze overwinning doet dus dubbel deugd”, aldus een tevreden Quinten Martens, die goed was voor het enige doelpunt van de partij. Die goal was misschien wel tekenend voor de hele match. De bal viel uit de kluts en Martens reageerde sneller dan de geel-blauwe verdedigers. Handspel volgens de ontgoochelde bezoekers. “Daar was echt niets van aan”, aldus een kordate speler-trainer. “Het leer belandde in mijn schoot alvorens ik het tegen de netten joeg. Bovendien verdienden we de zege. We hadden het zelfs eerder kunnen, wat zeg ik, moéten afmaken. Kapitein Belizzi kwam twee keer oog in oog met goalie Bloemen voor de 2-0. Omdat die dubbele voorsprong uitbleef, nam de druk natuurlijk toe. Het was bibberen tegen die vier spitsen van Zonhoven. Maar ik kreeg nooit het gevoel dat we zouden bezwijken. Deze zege is een opsteker want er volgt nog een aartsmoeilijk programma.”