“We waren zo blij dat we eindelijk veilig waren”
Moeder van Yamen (6) ontvlucht met gezin oorlog in Syrië, maar verliest zoontje aan schoolpoort
Ze vluchtte voor de oorlog uit Syrië met haar hele gezin. Een jaar geleden verloor ze haar man. En vorige week stierf haar zoontje Yamen (6) onder de wielen van een vrachtwagen voor de schoolpoort in Brugge. “Ik probeer me te troosten met de gedachte dat mijn jongen door een spijtig ongeval is gestorven. Dat kan helaas gebeuren”, zegt Hanan Shelleh (35). “Maar in Syrië worden dagelijks kinderen vermoord. Met opzet.” Hanan Shelleh, de mama van Yamen, is weer thuis. Samen met haar vier andere kinderen keerde ze zondag terug naar haar woning in Sint-Andries bij Brugge. “Het is enorm moeilijk om hier terug te zijn. Zoveel dingen hier doen me aan hem denken. Maar voor mijn andere kinderen moet ik me sterk houden.”
Hanan stapte vorige week maandag met haar twee jongste kinderen naar school. De kleine Ghina (2) wandelde aan haar hand. Yamen (6) reed naast hen op zijn fietsje. Aan het zebrapad bij de schoolpoort stapte het jongetje af en stak hij – in een groep andere leerlingen en ouders – de steenweg over. Hanan en haar dochtertje volgden hem op de voet.
“Ik zag hoe die vrachtwagen wou vertrekken. Maar Yamen was al op het zebrapad en wij wilden net oversteken. Ik heb nog geroepen naar die chauffeur, maar het was te laat.” De jongen belandde onder de wielen van de vrachtwagen. Hanan zag het voor haar ogen gebeuren. “Het eerste wat ik zag was zijn voetje onder het wiel van de vrachtwagen. Ik riep tegen de chauffeur dat hij vooruit moest zodat ik Yamen van onder dat wiel kon halen. Ik nam hem in mijn armen, maar wat ik voelde kan ik niet met woorden uitdrukken. Het was onmenselijk, gewoon onmenselijk.”
Een ambulance bracht Yamen naar het ziekenhuis. Niet veel later was ook zijn mama bij hem. “Vier uur lang heb ik hem gewiegd in mijn armen. Het laatste uur was hij er al niet meer. Maar ik bleef bij hem zolang ik mocht.”
Een lief kind
Het leven heeft Hanan en haar gezin niet gespaard. Drie jaar geleden ontvluchtten ze de oorlog in
Vier uur lang heb ik Yamen gewiegd in mijn armen. Maar het laatste uur was mijn kindje er al niet meer
Hanan Shelleh Moeder van Yamen
hun thuisland Syrië. Eerst trokken ze naar Libanon. Daar stierf haar man Ahmed (40) een jaar geleden aan een ziekte. In oktober vroegen en kregen Hanan en haar kinderen asiel in ons land. “We waren zo blij dat we alle miserie even achter ons konden laten. We waren eindelijk in een veilig land. En dan gebeurt zoiets.”
Yamen zat in de derde kleuterklas en bloeide helemaal open op school. “Yamen was echt een slim kind. Door alles wat hij in de oorweende log had gezien, leek hij eigenlijk bijna volwassen. Hij zorgde heel goed voor zijn kleine zus. En hij was onwaarschijnlijk lief. Als ik om mijn man was het Yamen die mijn tranen kwam afvegen. En ook op school moet hij indruk gemaakt hebben. Want we kregen al ontelbare tekeningen, knuffelbeertjes en brieven van leerlingen, leerkrachten en ouders. De steun doet ons echt heel veel deugd.”
Kwaad op de chauffeur
De school stopte zo’n vier jaar geleden met gemachtigde opzichters aan de oversteekplaats. Maar daar wil Hanan zich niet negatief over uitspreken. “Natuurlijk vind ik dat spijtig. Maar ik kan daar eigenlijk maar één ding over zeggen: zorg alstublieft dat geen enkel kind dit ooit nog kan overkomen.” Hanan is niet kwaad op de school. Wel op de situatie. En op de vrachtwagenchauffeur. “Want hij was te gehaast. Hij wilde te snel opnieuw vertrekken.”
Over een eventuele rechtszaak heeft Hanan nog niet nagedacht. Het interesseert haar momenteel ook niet. “Ik kan letterlijk alleen aan mijn zoon denken. Over de toekomst kan ik nog niet nadenken.” De nabije toekomst brengt wel opnieuw een schoolweek. En de kleine Ghina gaat naar dezelfde school als haar broertje. “Op dit moment kan ik de plaats van het ongeval onmogelijk al passeren”, zegt Hanan. “Het is enorm moeilijk. Ghina gaat er graag en zit er ook goed. Maar ik kan haar niet brengen zonder er te passeren. Ik weet echt nog niet wat ik ga doen.”