“Bosuil is heilige grond”
Antwerp-iconen blikken vooruit naar de belangrijkste twee matchen van hun ploeg in jaren
Er waren eens een Kempenaar, een Waal en een Serviër. Het lijkt het begin van een goede mop, maar in dit geval is het het begin van een goed gesprek over Antwerp, dat met Roeselare in een dubbele confrontatie strijdt om promotie naar eerste klasse. Ratko Svilar (66), Alex Czerniatynski (56) en Patrick Goots (50) over de belangrijkste twee wedstrijden in de recente geschiedenis van de Great Old. “De problemen zijn begonnen toen Czernia is gekomen.”
Heren, blij dat Antwerp alsnog in de promotiefinale is geraakt?
Czerniatynski: “Het is fantastisch, maar we moeten eerlijk zijn: met die ploeg had er eigenlijk geen finale meer mogen zijn. Antwerp had beide periodetitels moeten winnen.”
Goots: “Inderdaad. Als je alle kernen naast elkaar legt, is het een schande dat wij nu nog die finale moeten spelen. Als je ziet wat deze groep kost... Er is maar één conclusie: Vanderbiest en Bico hebben het heel slecht gedaan, waardoor de eerste periodetitel verloren ging.” Czerniatynski: “Ongelooflijk wat een ploeg ze hebben. De laatste weken waren ze echt goed en dan was Vleminckx nog geblesseerd, zat Colpaert niet in de kern, Biset op de bank... Luxeproblemen, hé. Er zijn ploegen in eerste klasse die jaloers zijn op de kern van Antwerp.”
Zou het typisch voor Antwerp zijn om na zo’n woelig seizoen met twee trainerswissels en de opmerkelijke doortocht van Bico toch te promoveren?
Goots: “Toen Wim De Decker overnam, heb ik gezegd: als die gast – met nul komma nul ervaring als trainer – erin slaagt om Antwerp terug te brengen naar eerste, dan moeten ze de Bosuil omdopen tot het Wim De Decker-stadion. Maar ja, het zou typisch Antwerp zijn om na zo’n seizoen te promoveren.”
Czerniatynski: “Is het seizoen dan zoveel woeliger geweest dan anders? Ik ken Antwerp al van in 1981 en noem me één seizoen dat er geen problemen zijn geweest?” Svilar: “In 1980 was het rustig.” (lacht luid)
Czerniatynski: “Haha, de problemen zijn dus begonnen toen Czernia is gekomen, zeker? (lacht) ” Svilar: “Maar in die periode met Bico was het hier toch even een circus, hé? De Decker kende de club en de spelers. Hij was de juiste man op het juiste moment.”
Haalt Antwerp het?
Goots: “Je ziet vaak dat de ploeg die de eerste periodetitel wint, niet promoveert. Antwerp heeft vorig weekend een boost gekregen door die onwaarschijnlijke ontknoping in de laatste minuut. Ik geef ze 65 procent kans.”
Czerniatynski: “Het probleem is dat Antwerp zo moeizaam scoort. Als ze zondag scoren aan 65 procent, kunnen ze met 2-0 of 3-0 naar de terugmatch.”
Svilar: “Roeselare heeft in de laatste tien matchen amper gewonnen. Maar veel zal afhangen van de eerste wedstrijd.”
Vorig jaar was Antwerp er ook al heel dicht bij, maar liep het mis in de laatste match tegen Eupen. Wat is het verschil nu?
Goots: “Ik hoor dat David Gevaert (Antwerp-coach in 2015-16, nvdr.) de druk niet aankon en die stress overzette op zijn groep. Er zijn ook geruchten dat vorig jaar niet iedereen wílde promoveren. Maar wat is daarvan waar?” Czerniatynski: “Door die fantastische ontknoping in de match van zondag is de euforie groot. Ik heb een vriend van 63 jaar die al heel zijn leven voor Antwerp supportert. Hij is normaal heel realistisch, maar na zondag zei hij me: Ik heb geblèt als een klein kind, zoals bij de finale op Wembley.” Svilar: “Ik hoor veel jonge fans die de echt grote dagen niet hebben meegemaakt zeggen: Die penalty van Hairemans is het beste moment dat we ooit op de Bosuil hebben meegemaakt. Maar je hebt nog niks in handen, hé.”
Baart het jullie zorgen dat niemand weet waar het geld bij Antwerp echt vandaan komt?
Svilar: “Maar neen, een speler stelt zich daar geen vragen bij. Zolang hij maar betaald wordt.”
Goots: “Dat maakt inderdaad niet veel uit, maar als je het stadsbestuur aan je kant wil krijgen, zal er toch wat openheid nodig zijn. Ofwel verzwijgt de voorzitter (Patrick Decuyper, nvdr.) het gewoon om iedereen in spanning te houden: dan is hij goed bezig. Ofwel is er iets niet pluis, hé.”
Antwerp is aan zijn dertiende seizoen in tweede klasse bezig. Onwaarschijnlijk dat het zo lang duurt om terug te keren, toch?
Goots: “Ik ben nog mee gedegradeerd.”
Czerniatynski: “Ah, dan is het dus uw schuld. (lacht) Weet je, na een degradatie heb je in het eerste jaar nog een goede ploeg, maar hoe langer het duurt voor je weer promoveert, hoe meer goede spelers er vertrekken.”
Svilar: “Het is nu vooral belangrijk voor Antwerp om eerder dan Beerschot in eerste klasse te geraken. Als enige club uit de stad op het hoogste niveau is het toch makkelijker. Dan krijg je alle steun, alle aandacht en hopelijk snel een nieuw stadion.”
Svilar: “Ja, om echt succesvol te zijn, moet er een modern stadion komen. Dat kan gewoon niet anders. We spelen toch ook niet meer met vierkante palen?”
Goots: “Je kan een nieuw stadion zetten, maar dat moet wel hier blijven. Op de Bosuil. Dit is heilige grond.”