Waarom is er commotie over die rubberkorrels op kunstgrasvelden? Bestaat er geen wetgeving die maximumwaarden bepaalt voor het gebruik ervan?
Toxicologen adviseren om rubberkorrels te vervangen door onschadelijke alternatieven
HASSELT - In de rubberkorrels van alle onderzochte kunstgrasvelden zitten kankerverwekkende stoffen. Dat wordt bewezen door de chemische analyse van de Universiteit Hasselt op vraag van Het Belang van Limburg. Afhankelijk van welke norm voor consumentenproducten wordt gebruikt, telt Limburg in het beste geval 7 probleemvelden. Maar bij de strengste norm zitten alle onderzochte pleinen boven de maximumwaarde. Zeggen dat spelen op kunstgras met rubberkorrels schadelijk of onschadelijk is voor de gezondheid, is echter nog niet mogelijk. Daarvoor zijn er nog te veel vraagtekens, vooral omdat er verder wetenschappelijk onderzoek nodig is. Toxicologen pleiten daarom voor het voorzichtigheidsprincipe: “Op termijn moeten we stoppen met het gebruik van die rubberkorrels, er zijn alternatieven genoeg die geen schadelijke stoffen bevatten.”
Van de 21 Limburgse kunstgrasvelden met rubberkorrels zijn er 19 onderzocht (zie blz. 5: hoe zijn we tewerk gegaan?) en in alle velden werden kankerverwekkende stoffen gevonden. Dat is onomstotelijk bewezen uit een gezamenlijk onderzoek van Het Belang van Limburg en de Universiteit Hasselt. Het gaat over verschillende polycyclische aromatische koolstoffen of PAK’s. Dat die stoffen vrijkomen uit het rubber, is ook een feit. Daarvan is al wetenschappelijk bewezen dat ze schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens. Of voetballers ook effectief kanker krijgen wanneer ze in contact komen met het rubbergranulaat kan nog niet worden gezegd. Simpelweg omdat er nog nooit onderzoek naar werd verricht. Zeggen dat spelen op kunstgrasvelden met rubbergranulaat veilig is, zoals sommige partijen beweren, kan dus ook niet. Omdat er nog zoveel vraagtekens zijn, raden toxicologen af om deze rubberkorrels te blijven gebruiken. Vooral omdat er ook andere, niet-schadelijke alternatieven bestaan, zoals kurk, kokosvezel of thermoplastische elastomeren.
Wat is rubbergranulaat?
Rubberen afvalproducten zoals oude autobanden worden vermalen tot kleine korrels. De korreltjes vormen het industriële mengsel SBR-granulaat, een industriële grondstof waarmee andere producten (bv. rubberen matten of valdempingstegels voor
speeltuinen) worden gemaakt. Begin deze eeuw kwam er met de opkomst van de kunstgrasvelden een nieuwe markt bij. De rubberkorrels worden gebruikt als instrooimateriaal voor de kunstgrasvelden en hebben een meervoudig doel. Het rubber absorbeert de schokken in de gewrichten, simuleert botsgedrag van de bal en maakt slidings mogelijk. Om één voetbalplein in te strooien met rubbergranulaat zijn maar liefst 20.000 banden nodig. Al sinds 2006 verschijnen er wereldwijd in golven artikels in de media die focussen op de mogelijke schadelijke stoffen in het rubbergranulaat. Verschillende toxische stoffen zijn al de revue gepasseerd zoals nitrosamines, metalen, vulkanisatietoffen (benzothiazolen), weekmakers (ftalaten), bisfenol A (BPA) en ook PAK’s. In augustus 2016 zendt het onderzoeksprogramma Zembla op de Nederlandse televisie een lange reportage uit over de mogelijke gevaren van kunstgrasvelden op de gezondheid van (jonge) voetballers. Vooral de hoge waarden voor PAK’s in de rubberkorrels baren verschillende toxicologen in de reportage zorgen. Na de uitzending verschijnen er verschillende artikels in kranten en weekbladen, maar echte duidelijkheid over het thema blijft uit. Vorige maand bracht Zembla een vervolgreportage met onderzoeksresultaten van de Vrije Universiteit Amsterdam. Professor milieuchemie Jacob de Boer stelde zebravisjes - embryo’s en volwassen vissen - bloot aan water waarin de rubberkorrels hadden gelegen. Alle embryo’s stierven, de vissen zelf vertoonden ander gedrag. Het was pas het eerste proefdieronderzoek ooit om de schadelijke gevolgen van rubberkorrels te bestuderen. Critici zeggen: wat schadelijk is voor zebravissen, is dat niet altijd voor mensen. Dat is het heikele punt in de discussie. Er bestaat een Europese REACHnorm voor rubbergranulaat als mengsel, kortom als industriële grondstof om andere producten mee te maken. Wanneer kunstgrasvelden ingestrooid worden met deze korrels, is het granulaat eigenlijk een eindproduct waarmee consumenten in aanraking komen. Toxicologen in binnenen buitenland pleiten daarom om een consumentennorm te hanteren voor de korrels. Dat klinkt als de logica zelf, maar in de discussie schuilen voorstanders van de rubberkorrels zich achter de enige wettelijke norm die voor rubbergranulaat bestaat: de REACH-norm ,die 100 tot 1.000 meer PAK’s toelaat.
Het gebruik van de consumentennorm is (nog) geen wettelijke verplichting, maar een advies van meerdere toxicologen. Wat zou het gevolg zijn?
Er bestaan drie normen voor consumenten. En die zijn op hun beurt nog eens onderverdeeld in ‘speelgoed’ of ‘andere producten’.
De eerste categorie gaat over rubbe-
Omdat er nog zoveel vraagtekens zijn, raden toxicologen af om deze rubberkorrels te blijven gebruiken
ren producten die in de mond gestoken worden, denk aan tutters of bijtringen. Daarvoor gelden vanzelfsprekend de allerstrengste normen voor de aanwezigheid van PAK’s (minder dan 1 mg/kg).
De tweede categorie geldt voor producten waarbij voorzien kan worden dat er huidcontact van 30 seconden is of herhaaldelijke huidcontacten. In dat geval mag de totale som van de PAK’s die in ons onderzoek werden aangetroffen niet groter zijn dan 10 mg/kg.
De derde categorie geldt voor producten waarbij een huidcontact van maximaal 30 seconden voorzien wordt. Dan mag de maximumwaarde de 50 mg/kg niet overschrijden. De vraag is: in welke categorie vallen de rubberkorrels?
De gemeten waarden voor PAKs op de Limburgse kunstgrasvelden varieren tussen 10,2 en 158,9 mg/kg. Gaan we ervan uit dat voetballers een huidcontact van meer dan 30 seconden hebben of herhaaldelijke korte contacten met de rubberkorrels die op de grond liggen, dan zitten alle 19 Limburgse pleinen boven de toegelaten waarde van 10 mg/kg.. Hanteren we de maximumwaarde van 50 mg/kg, dan zijn er in onze provincie drie probleemvelden wat betreft PAK’s. Maar nogmaals, er bestaat geen wettelijke norm, alleen een advies van toxicologen.
Er zijn in Limburg drie probleemvelden met PAK’s. Wat scheelt er met de vier andere?
De overige vier worden als ‘potentieel probleemveld’ bestempeld voor de resultaten wat betreft benzothiazolen: dat zijn vulkanisatiestoffen in het rubber. Vooral de aanwezigheid van 2-mercaptobenzothiazol of 2-MBT baart zorgen. Het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie publiceerde vorig jaar nog informatie over 2-MBT. De chemische stof werd gecategoriseerd als “mogelijk kankerverwekkend” na studies die beperkt bewijs leverden voor blaaskanker bij arbeiders in de rubberindustrie en voldoende bewijs voor zijn kankerverwekkende werking bij proefdieren. Deze stof werd aangetroffen in 14 van de 19 onderzochte velden in onze provincie. Tijdens ons onderzoek hebben we het geluk gehad dat we op één plein ook een staal konden nemen van rubberkorrels die bewaard werden als reservestrooisel. Het gaat over een van de oudste pleinen in Limburg. Het reservemateriaal wordt bewaard, afgesloten van lucht en vocht. Dit staal bevat PAK-waardes die vele malen hoger liggen dan het staal van het veld. Dat toont aan dat de schadelijke stoffen wel degelijk vrijkomen.
Waarom raadt een Europees rapport veiligheidsmaatregelen aan, terwijl het stelt dat er weinig tot geen risico is?
Toxicoloog Martin van den
Berg
Een recente Europese studie stelde toch dat de impact van rubberkorrels op de gezondheid ‘praktisch verwaarloosbaar’ is?
Iedereen wachtte op het rapport van het European Chemicals Agency (ECHA). Maar dat bleek uiteindelijk slechts een literatuurstudie te zijn. Het Europese agentschap had zelf geen pleinen bemonsterd of onderzocht, maar vatte de conclusies samen van bestaande onderzoeken. De slotcon- clusie luidde dat ‘er maar een laag niveau van bezorgdheid’ moest zijn. Het advies van het ECHA-rapport wordt echter niet door iedere toxicoloog gedeeld. Professor Martin van den Berg, diensthoofd toxicologie Universiteit Utrecht en adjunct-directeur Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), dat gespecialiseerd is in risico-inschatting naar de gezondheid bij kinderen, is bijvoorbeeld erg kritisch. “In het rapport zitten volgens mij twee zeer belangrijke fouten of tekortkomingen, die vrijwel zeker bewust zijn aangebracht om het minder deskundige publiek gerust te stellen. Ten eerste levert het rapport geen argumenten waarom er geen extra veiligheidsfactor voor kinderen zouden moeten zijn. Een tweede bewuste tekortkoming in het ECHArapport is het verzwijgen van de risico’s van bisfenol A (BPA). In feite vindt hier een manipulatie van de uitkomsten van de gezondheidsrisico’s plaats die in de richting van een (schijn)veiligheid voor rubberkorrels gaat”, aldus van den Berg.
In recente rapporten staan maatregelen die gebruikers van die pleinen best kunnen doen na het spelen.
De aanbeveling in het Europese rapport is om na het spelen goed handen te wassen, kleren te wisselen, de rubberkorrels niet mee in huis te nemen en (schaaf)wondjes goed te ontsmetten. De Nederlandse toxicoloog Martin van den Berg noemt dat “zeer opmerkelijk”. “Als ECHA namelijk in zijn eigen wetenschappelijke conclusie zou geloven - weinig of geen risico - is er ook geen reden om al deze extra veiligheidsmaatregelen na het spelen te nemen.”
Is spelen op kunstgras met rubberkorrels nu schadelijk of niet?
Elke recente studie besluit dat er nog meer wetenschappelijk onderzoek nodig is om dat te kunnen bepalen. Er is bijvoorbeeld nog niets bekend over de invloed op de gezondheid van kinderen specifiek of over mengelstoxiciteit: wat gebeurt er wanneer die toxische stoffen met elkaar in contact komen? Ontstaan dan mogelijk extra risico’s voor de gezondheid? Verschillende. Er bestaan korrels van kurk of kokosvezel. Deze hebben het grote voordeel dat het natuurlijke producten zijn die op het einde van de levenscyclus probleemloos gerecycleerd kunnen worden. In Limburg spelen bijvoorbeeld KEWS Schoonbeek-Beverst en Spouwen-Mopertingen op kunstgras met kurkkorrels. Er zijn ook kunststoffen zoals thermoplastisch elastomeer (TPE) dat niettoxisch is, geen metalen bevat en 100% recyleerbaar is. Zelfs wanneer een veld wordt opgeruimd, blijven de korrels bruikbaar voor een ander veld. Ook de synthetische rubber EPDM zou een mogelijkheid kunnen zijn. Het bedrijf Fieldturf Benelux heeft in januari met Promax een nieuw soort instrooimateriaal ontwikkeld dat geen PAK’s of metalen bevat en voldoet aan de Europese consumentennorm voor speelgoed. Het eerste Belgsiche kunstgrasveld met Promax ligt in Herent. Het voordeel is dat de korrels volledig om te smelten vallen bij de einde van de levensduur van het veld.