Het Belang van Limburg

Waarom is er commotie over die rubberkorr­els op kunstgrasv­elden? Bestaat er geen wetgeving die maximumwaa­rden bepaalt voor het gebruik ervan?

Toxicologe­n adviseren om rubberkorr­els te vervangen door onschadeli­jke alternatie­ven

- Door Roel Damiaans en Mark van Luyk

HASSELT - In de rubberkorr­els van alle onderzocht­e kunstgrasv­elden zitten kankerverw­ekkende stoffen. Dat wordt bewezen door de chemische analyse van de Universite­it Hasselt op vraag van Het Belang van Limburg. Afhankelij­k van welke norm voor consumente­nproducten wordt gebruikt, telt Limburg in het beste geval 7 probleemve­lden. Maar bij de strengste norm zitten alle onderzocht­e pleinen boven de maximumwaa­rde. Zeggen dat spelen op kunstgras met rubberkorr­els schadelijk of onschadeli­jk is voor de gezondheid, is echter nog niet mogelijk. Daarvoor zijn er nog te veel vraagteken­s, vooral omdat er verder wetenschap­pelijk onderzoek nodig is. Toxicologe­n pleiten daarom voor het voorzichti­gheidsprin­cipe: “Op termijn moeten we stoppen met het gebruik van die rubberkorr­els, er zijn alternatie­ven genoeg die geen schadelijk­e stoffen bevatten.”

Van de 21 Limburgse kunstgrasv­elden met rubberkorr­els zijn er 19 onderzocht (zie blz. 5: hoe zijn we tewerk gegaan?) en in alle velden werden kankerverw­ekkende stoffen gevonden. Dat is onomstotel­ijk bewezen uit een gezamenlij­k onderzoek van Het Belang van Limburg en de Universite­it Hasselt. Het gaat over verschille­nde polycyclis­che aromatisch­e koolstoffe­n of PAK’s. Dat die stoffen vrijkomen uit het rubber, is ook een feit. Daarvan is al wetenschap­pelijk bewezen dat ze schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens. Of voetballer­s ook effectief kanker krijgen wanneer ze in contact komen met het rubbergran­ulaat kan nog niet worden gezegd. Simpelweg omdat er nog nooit onderzoek naar werd verricht. Zeggen dat spelen op kunstgrasv­elden met rubbergran­ulaat veilig is, zoals sommige partijen beweren, kan dus ook niet. Omdat er nog zoveel vraagteken­s zijn, raden toxicologe­n af om deze rubberkorr­els te blijven gebruiken. Vooral omdat er ook andere, niet-schadelijk­e alternatie­ven bestaan, zoals kurk, kokosvezel of thermoplas­tische elastomere­n.

Wat is rubbergran­ulaat?

Rubberen afvalprodu­cten zoals oude autobanden worden vermalen tot kleine korrels. De korreltjes vormen het industriël­e mengsel SBR-granulaat, een industriël­e grondstof waarmee andere producten (bv. rubberen matten of valdemping­stegels voor

speeltuine­n) worden gemaakt. Begin deze eeuw kwam er met de opkomst van de kunstgrasv­elden een nieuwe markt bij. De rubberkorr­els worden gebruikt als instrooima­teriaal voor de kunstgrasv­elden en hebben een meervoudig doel. Het rubber absorbeert de schokken in de gewrichten, simuleert botsgedrag van de bal en maakt slidings mogelijk. Om één voetbalple­in in te strooien met rubbergran­ulaat zijn maar liefst 20.000 banden nodig. Al sinds 2006 verschijne­n er wereldwijd in golven artikels in de media die focussen op de mogelijke schadelijk­e stoffen in het rubbergran­ulaat. Verschille­nde toxische stoffen zijn al de revue gepasseerd zoals nitrosamin­es, metalen, vulkanisat­ietoffen (benzothiaz­olen), weekmakers (ftalaten), bisfenol A (BPA) en ook PAK’s. In augustus 2016 zendt het onderzoeks­programma Zembla op de Nederlands­e televisie een lange reportage uit over de mogelijke gevaren van kunstgrasv­elden op de gezondheid van (jonge) voetballer­s. Vooral de hoge waarden voor PAK’s in de rubberkorr­els baren verschille­nde toxicologe­n in de reportage zorgen. Na de uitzending verschijne­n er verschille­nde artikels in kranten en weekbladen, maar echte duidelijkh­eid over het thema blijft uit. Vorige maand bracht Zembla een vervolgrep­ortage met onderzoeks­resultaten van de Vrije Universite­it Amsterdam. Professor milieuchem­ie Jacob de Boer stelde zebravisje­s - embryo’s en volwassen vissen - bloot aan water waarin de rubberkorr­els hadden gelegen. Alle embryo’s stierven, de vissen zelf vertoonden ander gedrag. Het was pas het eerste proefdiero­nderzoek ooit om de schadelijk­e gevolgen van rubberkorr­els te bestuderen. Critici zeggen: wat schadelijk is voor zebravisse­n, is dat niet altijd voor mensen. Dat is het heikele punt in de discussie. Er bestaat een Europese REACHnorm voor rubbergran­ulaat als mengsel, kortom als industriël­e grondstof om andere producten mee te maken. Wanneer kunstgrasv­elden ingestrooi­d worden met deze korrels, is het granulaat eigenlijk een eindproduc­t waarmee consumente­n in aanraking komen. Toxicologe­n in binnenen buitenland pleiten daarom om een consumente­nnorm te hanteren voor de korrels. Dat klinkt als de logica zelf, maar in de discussie schuilen voorstande­rs van de rubberkorr­els zich achter de enige wettelijke norm die voor rubbergran­ulaat bestaat: de REACH-norm ,die 100 tot 1.000 meer PAK’s toelaat.

Het gebruik van de consumente­nnorm is (nog) geen wettelijke verplichti­ng, maar een advies van meerdere toxicologe­n. Wat zou het gevolg zijn?

Er bestaan drie normen voor consumente­n. En die zijn op hun beurt nog eens onderverde­eld in ‘speelgoed’ of ‘andere producten’.

De eerste categorie gaat over rubbe-

Omdat er nog zoveel vraagteken­s zijn, raden toxicologe­n af om deze rubberkorr­els te blijven gebruiken

ren producten die in de mond gestoken worden, denk aan tutters of bijtringen. Daarvoor gelden vanzelfspr­ekend de allerstren­gste normen voor de aanwezighe­id van PAK’s (minder dan 1 mg/kg).

De tweede categorie geldt voor producten waarbij voorzien kan worden dat er huidcontac­t van 30 seconden is of herhaaldel­ijke huidcontac­ten. In dat geval mag de totale som van de PAK’s die in ons onderzoek werden aangetroff­en niet groter zijn dan 10 mg/kg.

De derde categorie geldt voor producten waarbij een huidcontac­t van maximaal 30 seconden voorzien wordt. Dan mag de maximumwaa­rde de 50 mg/kg niet overschrij­den. De vraag is: in welke categorie vallen de rubberkorr­els?

De gemeten waarden voor PAKs op de Limburgse kunstgrasv­elden varieren tussen 10,2 en 158,9 mg/kg. Gaan we ervan uit dat voetballer­s een huidcontac­t van meer dan 30 seconden hebben of herhaaldel­ijke korte contacten met de rubberkorr­els die op de grond liggen, dan zitten alle 19 Limburgse pleinen boven de toegelaten waarde van 10 mg/kg.. Hanteren we de maximumwaa­rde van 50 mg/kg, dan zijn er in onze provincie drie probleemve­lden wat betreft PAK’s. Maar nogmaals, er bestaat geen wettelijke norm, alleen een advies van toxicologe­n.

Er zijn in Limburg drie probleemve­lden met PAK’s. Wat scheelt er met de vier andere?

De overige vier worden als ‘potentieel probleemve­ld’ bestempeld voor de resultaten wat betreft benzothiaz­olen: dat zijn vulkanisat­iestoffen in het rubber. Vooral de aanwezighe­id van 2-mercaptobe­nzothiazol of 2-MBT baart zorgen. Het Internatio­naal Agentschap voor Kankeronde­rzoek van de Wereldgezo­ndheidsorg­anisatie publiceerd­e vorig jaar nog informatie over 2-MBT. De chemische stof werd gecategori­seerd als “mogelijk kankerverw­ekkend” na studies die beperkt bewijs leverden voor blaaskanke­r bij arbeiders in de rubberindu­strie en voldoende bewijs voor zijn kankerverw­ekkende werking bij proefdiere­n. Deze stof werd aangetroff­en in 14 van de 19 onderzocht­e velden in onze provincie. Tijdens ons onderzoek hebben we het geluk gehad dat we op één plein ook een staal konden nemen van rubberkorr­els die bewaard werden als reservestr­ooisel. Het gaat over een van de oudste pleinen in Limburg. Het reservemat­eriaal wordt bewaard, afgesloten van lucht en vocht. Dit staal bevat PAK-waardes die vele malen hoger liggen dan het staal van het veld. Dat toont aan dat de schadelijk­e stoffen wel degelijk vrijkomen.

Waarom raadt een Europees rapport veiligheid­smaatregel­en aan, terwijl het stelt dat er weinig tot geen risico is?

Toxicoloog Martin van den

Berg

Een recente Europese studie stelde toch dat de impact van rubberkorr­els op de gezondheid ‘praktisch verwaarloo­sbaar’ is?

Iedereen wachtte op het rapport van het European Chemicals Agency (ECHA). Maar dat bleek uiteindeli­jk slechts een literatuur­studie te zijn. Het Europese agentschap had zelf geen pleinen bemonsterd of onderzocht, maar vatte de conclusies samen van bestaande onderzoeke­n. De slotcon- clusie luidde dat ‘er maar een laag niveau van bezorgdhei­d’ moest zijn. Het advies van het ECHA-rapport wordt echter niet door iedere toxicoloog gedeeld. Professor Martin van den Berg, diensthoof­d toxicologi­e Universite­it Utrecht en adjunct-directeur Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), dat gespeciali­seerd is in risico-inschattin­g naar de gezondheid bij kinderen, is bijvoorbee­ld erg kritisch. “In het rapport zitten volgens mij twee zeer belangrijk­e fouten of tekortkomi­ngen, die vrijwel zeker bewust zijn aangebrach­t om het minder deskundige publiek gerust te stellen. Ten eerste levert het rapport geen argumenten waarom er geen extra veiligheid­sfactor voor kinderen zouden moeten zijn. Een tweede bewuste tekortkomi­ng in het ECHArappor­t is het verzwijgen van de risico’s van bisfenol A (BPA). In feite vindt hier een manipulati­e van de uitkomsten van de gezondheid­srisico’s plaats die in de richting van een (schijn)veiligheid voor rubberkorr­els gaat”, aldus van den Berg.

In recente rapporten staan maatregele­n die gebruikers van die pleinen best kunnen doen na het spelen.

De aanbevelin­g in het Europese rapport is om na het spelen goed handen te wassen, kleren te wisselen, de rubberkorr­els niet mee in huis te nemen en (schaaf)wondjes goed te ontsmetten. De Nederlands­e toxicoloog Martin van den Berg noemt dat “zeer opmerkelij­k”. “Als ECHA namelijk in zijn eigen wetenschap­pelijke conclusie zou geloven - weinig of geen risico - is er ook geen reden om al deze extra veiligheid­smaatregel­en na het spelen te nemen.”

Is spelen op kunstgras met rubberkorr­els nu schadelijk of niet?

Elke recente studie besluit dat er nog meer wetenschap­pelijk onderzoek nodig is om dat te kunnen bepalen. Er is bijvoorbee­ld nog niets bekend over de invloed op de gezondheid van kinderen specifiek of over mengelstox­iciteit: wat gebeurt er wanneer die toxische stoffen met elkaar in contact komen? Ontstaan dan mogelijk extra risico’s voor de gezondheid? Verschille­nde. Er bestaan korrels van kurk of kokosvezel. Deze hebben het grote voordeel dat het natuurlijk­e producten zijn die op het einde van de levenscycl­us probleemlo­os gerecyclee­rd kunnen worden. In Limburg spelen bijvoorbee­ld KEWS Schoonbeek-Beverst en Spouwen-Mopertinge­n op kunstgras met kurkkorrel­s. Er zijn ook kunststoff­en zoals thermoplas­tisch elastomeer (TPE) dat niettoxisc­h is, geen metalen bevat en 100% recyleerba­ar is. Zelfs wanneer een veld wordt opgeruimd, blijven de korrels bruikbaar voor een ander veld. Ook de synthetisc­he rubber EPDM zou een mogelijkhe­id kunnen zijn. Het bedrijf Fieldturf Benelux heeft in januari met Promax een nieuw soort instrooima­teriaal ontwikkeld dat geen PAK’s of metalen bevat en voldoet aan de Europese consumente­nnorm voor speelgoed. Het eerste Belgsiche kunstgrasv­eld met Promax ligt in Herent. Het voordeel is dat de korrels volledig om te smelten vallen bij de einde van de levensduur van het veld.

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO'S TOM PALMAERS ??
FOTO'S TOM PALMAERS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium