“Schrik? Dan blijf ik

‘Mister STVV’ Stef Peeters wil zich tonen in play-offs én tegen Club Brugge

De verplaatsing naar Club Brugge heeft voor STVV geen betekenis meer. Al willen de Kanaries uiteraard een pak slaag vermijden tegen de landskampioen, die ze in Jan Breydel nog nooit konden verslaan. “Schrik heb ik niet. De dag dat ik dat heb, blijf ik thuis”, stelt Stef Peeters, die weer topfit is na eerdere problemen met de adductoren. “Worden er morgen foto’s genomen?”, sms’t Stef Peeters daags voor het interview. Is ‘Mister STVV’, oftewel de knapste Kanarie - die titel schonken de vrouwelijke fans de middenvelder vorige week - dan toch veel bezig met zijn uiterlijk? “Helemaal niet. Ik wilde gewoon weten of ik in trainingspak mocht komen of niet”, verdedigt Peeters zich fel. “Voor een camera zie ik er liever wat deftig uit, dat klopt. Maar meer ook niet.”

Werd je er de voorbije week mee geplaagd?

“Gerkens heeft wat steken uitgedeeld, dat was te verwachten. En De Petter deed dat ook. (lacht) Maar die was dan weer te trots dat hij hier en daar in de top drie gepronostikeerd werd.”

Had je die prijs zelf verwacht?

“Neen. Ik gokte op Pirard. Het was best grappig dat ik een tweede keer naar de middenstip geroepen werd. Nadat ik een paar minuten eerder de prijs van meest verdienstelijke speler gekregen had.”

Dat werd wel verwacht.

“Tja, ik kan natuurlijk niet ontevreden zijn over mijn seizoen. Ik heb me goed aangepast aan de Belgische eerste klasse. En ik was de goedkoopste transfer van STVV. De club betaalde geen cent voor mij, want bij MVV was ik einde contract.”

Het blijft straf dat STVV je zo simpel kon halen.

“Omdat ze er heel vroeg bij waren. Op een moment dat MVV achtste stond. Later haalden we de play-offs en raakte ik meer in de kijker. Toen kwamen ook eredivisieclubs als PEC Zwolle en Heracles Almelo aankloppen, maar ik had mijn voorakkoord al getekend in Sint-Truiden.”

Je bent weer fit na problemen aan de adductoren. De ploeg zal er wel bij varen. Toen je tegen Eupen inviel, werd je meerwaarde meteen duidelijk.

“Vind je? Ik heb de match herbekeken. Ik had het erg moeilijk in het begin. Ik vond niet dat de ploeg echt sterker werd met mij erbij. Na mijn invalbeurt konden we hen wel wat pijn doen in de omschakeling. Maar dat had ook te maken met hun aanpak, zij moesten komen om een achterstand weg te werken. Er kwam ruimte.”

Deze week zagen we nog een Belgische ploeg met een middenvelder die een geweldige linkervoet heeft.

“Je bedoelt Malinovskyi?”

Inderdaad.

“Dat heb ik ook gezien. Hij is echt sterk. Genk zal voor hem niet het eindstation zijn, want hij is nog jong. Hij heeft veel klasse.”

Is zijn traptechniek nog beter dan die van jou?

“Als ik naar zijn corners kijk… hij trapt ze nog een stuk harder, wat moeilijker te verdedigen is. En zo- als hij zijn vrije trap rechtstreeks binnentrapte tegen Gent, zo heb ik dit seizoen nog maar één keer gescoord. Ook in de Ghelamco Arena. Malinovskyi is samen met Pozuelo een van de beste middenvelders van de competitie.”

Je werd de voorbije weken wat afgeschermd van de buitenwereld. Een keuze van de club?

“Vooral van mezelf. Ik had wat rust nodig. Dat had totaal niks met allures te maken. Ik ben ook niet bezig met een contractverlenging (zijn huidige contract loopt af in 2019, nvdr.), een transfer of whatever. Het enige waar ik me op focus is de volgende competitiematch. Leko zet me elke keer opnieuw op scherp. Ik moet me elke week bewijzen tegenover hem, want net als de andere spelers ben ik nooit zeker van mijn plaats in de ploeg. De coach pakt het slim aan en houdt iedereen geconcentreerd.”

Binnenkort starten de play-offs. Zoals de rangschikking er op dit moment uitziet, spelen jullie tegen Gent, Standard, Lokeren, Lierse en Union.

“Maar dat kan nog veranderen. Ik had toch graag Genk erbij gehad. Ik heb een gevoel dat verschillende van die clubs niet volop gemotiveerd zullen zijn voor play-off 2. Wij wel. Onder Leko is het onmogelijk om niet gemotiveerd te zijn.”

Dus zullen jullie dat ook zijn tegen Club Brugge?

“En of. Wij hebben daar niks te verliezen.”

Geen schrik voor een pandoering?

“Ik schrik? Man, de dag dat ik schrik heb om een match te spelen, blijf ik thuis.”