“Nog zes finales spelen”
Kuitenbijter Jordi Vaesen treft zijn ex-club Bree
De derby tussen Peer en Bree staat in het teken van de degradatie. De Peerse verdediger Jordi Vaesen kijkt uit naar het duel met zijn ex-club Bree. Normaal zou hij dit seizoen na twee jaar Beek ook naar zijn moederclub zijn teruggekeerd, maar het mocht niet van Beek en zodoende tekende Vaesen bij Peer. Nu fusioneren zowaar de Breese clubs, maar Vaesen blijft wel bij Peer. Of hoe oeroude rivaliteit er uiteindelijk voor gezorgd heeft dat ze in het Breese geen beroep meer kunnen doen op een nuttige kuitenbijter, die ze wel in de eigen rangen hadden.
De 25-jarige beroepsmilitair uit Grote Brogel doet zijn verhaal. “Vanaf de preminiemen heb ik bij SK Bree gespeeld”, zegt hij. “Ik was achttien toen ik er in de eerste ploeg kwam. Bree speelde in Bevordering en er werd driemaal per week getraind. Toen ik mijn opleiding kreeg bij het leger en op internaat moest, kon dit voor mij niet langer en bijgevolg stapte ik over naar Beek. Dit seizoen wou ik graag terugkeren naar Bree en we waren zelfs al overeengekomen, maar uiteindelijk is het niet doorgegaan. Ik moest zelf mijn kaart terugvragen en dat wist ik niet. Ik hoorde het te laat, omdat ik in die periode op missie was in Jordanië. Bijgevolg was ik afhankelijk van Beek en zij wilden niet dat ik naar Bree of een reeksgenoot van hen vertrok. Peer mocht wel, omdat zij kampioen waren geworden. Beide clubs moesten hun akkoord geven en zo is het Peer geworden. Ik heb pas getekend toen de voorbereiding al volop bezig was. Nu blijf ik bij Peer, omdat ik hier zeer tevreden ben. Vorig weekend ben ik naar Beek gaan kijken. Zat het bestuur van Bree daar ook. Het gaf me een gek gevoel.”
Vaesen speelt bij Peer op de rechtsachter of verdedigend op het middenveld. En nu is precies de verdediging het zwakste onderdeel van de ploeg, want Racing kreeg al 58 goals binnen en dat is het meeste van de reeks. Vaesen wordt evenwel niet met de vinger gewezen.
“Jordi is een enorm bijterke. Vorige week nog heb ik hem noodgedwongen van de verdediging naar het middenveld moeten overhevelen. Ik kan hem jammer genoeg niet overal inzetten”, laat coach Daelmans z’n waardering blijken. “Tja, waar ligt het aan dat we er zoveel binnenkrijgen?”, vraag Jordi zich zelf ook af. “In het begin van de competitie kregen we nochtans niet zo veel goals tegen. Dat is het gekke. Ik denk dat het veel met vertrouwen te maken heeft. En we zijn een aanvallend ingestelde ploeg en dat houdt risico’s in. Zestien tegengoals in de laatste vier matchen is te veel natuurlijk. Je kan stellen dat we dan het slot maar op de deur moeten doen, maar daar hebben wij de ploeg niet voor.”
Toch wordt een goede organisatie belangrijk om niet te degraderen. “Belangrijk is of er ploegen terugkomen uit nationale. Ik blijf erbij dat we niet zakken. Natuurlijk worden het nog zes finales. In de komende weken nemen we het op tegen Bree, Lutlommel en Landen. Dat zijn drie directe concurrenten. Die matchen moeten we samen winnen. Nu eerst Bree. Ik heb er zo lang gespeeld, ik kijk ernaar uit. Alleen Creyns en Berben zijn er nog overgebleven van de jongens met wie ik heb gespeeld. In de heenmatch (2-2) waren wij de betere ploeg, maar we konden niet afmaken. Er gaat wel wat volk komen kijken nu we allebei tegen de degradatie vechten. Ik reken op de drie punten.”