Hoe werkt de publieke opinie?
Josten?
Marc Josten (Kerkrade, 1961) is een Nederlandse journalist die twaalf jaar voor het weekblad Vrij Nederland heeft gewerkt en tien jaar voor het KRO-programma Reporter. In beide banen vooral als onderzoeksjournalist ‘in geruchtmakende dossiers in de wereld van politiek en bedrijfsleven’ zoals de flaptekst zegt. Zo kwam hij vaak in aanraking met wat ‘de publieke opinie’ heet. Meisje uit Friesland wordt de keel doorgesneden. Vlakbij is een asielcentrum. Een buurtbewoner zegt op televisie: “Friezen doen zoiets niet.” Politicus Pim Fortuyn schrijft in zijn column: “Keel oversnijden? Dat doen Friezen niet.” Pas dertien jaar na de moord, in 2012, wordt met behulp van een DNA-test de moord opgelost. Een Fries was de dader. Die oplossing is dan nog een voetnoot in de media. In 2002 wordt Fortuyn vermoord door een milieuactivist. In februari 2017 zegt politicus Geert Wilders op de Duitse televisie dat de moordenaar een radicale moslim was. Veel later corrigeert hij dit in een tweet. Komt de Duitse kijker dit ooit te weten?
Een vraag die zich opdringt is dan: hoe ontstaat een ‘publieke opinie’, waar komt ze vandaan? Kan een ontleding van die processen vanuit de praktijk inzicht bieden? Er bestaat weinig lectuur over.
Hoe gaat hij te werk?
Josten laat zich inspireren door het werk van de Amerikaanse journalist Walter Lippmann die in 1922, bijna honderd jaar geleden, het fenomeen becommentarieerde. Lippmann komt in die dagen tot een soort ‘drietrapsraket’. Eerst heb je de selectiefase: wie selecteert het nieuws voor het bij het individu komt; welk nieuws selecteert het individu daaruit? Twee: hoe interpreteert het individu zijn eigen selectie, hoe vormt hij zich een oordeel? Drie: hoe komen al die oordelen bijeen in een stamppot?
Josten past dit patroon onder meer toe op Duitsland tussen de twee wereldoorlogen. Hoe wordt een bevolking zo gek gemaakt dat het aan een tweede oorlog begint? Josten trekt daarvoor naar de historische musea in Berlijn. Bij de ondertekening van het vredesakkoord in Versailles in 1919 zegt de Franse premier Georges Clemenceau: Le Boche paiera (de mof zal dokken). Het verdrag is een zuivere wraakactie. De Britse topambtenaar John Maynard Keynes - later een beroemde econoom - voorspelt op dat ogenblik al een tweede wereldoorlog. Wraakzucht is de motor van dit alles.
De toestand van vandaag?
Daarvoor verwijst Josten ook naar Nobelprijswinnaar Economie Daniel Kahneman, die na veertig jaar studie aan het licht bracht dat elke mens twee denksystemen heeft. Het eerste werkt snel, automatisch, op basis van intuïtie. Het kost weinig energie en drijft op emotie. Het tweede denken is de bewuste reflectie, het beschouwende denken: het kost veel energie en vindt zijn fundament in de ratio. Met het tweede systeem moeten we het eerste in toom houden. Josten: “Alleen: in tijden van onzekerheid en op momenten van haast, laten we ons leiden door de eerste vorm van denken. De nuances verdwijnen, we houden niet van misschien, als, of, maar, niet helemaal, tijdelijk en deels. Toch zijn juist deze genuanceerde woorden noodzakelijk om de publieke opinie te dienen.”
Het nepnieuws van vandaag, het valse nieuws, het alternatieve nieuws breekt Lippmanns drietrapsraket stuk: het loopt al fout bij de aanreiking. Daar komt nog bij dat de computerprogramma’s van de sociale media uitzoeken wat de gebruiker interesseert, welk nieuws hij lust. Zo raakt hij in een narcistische echokamer, de beruchte filterbubbel, en wordt hij makkelijk manipuleerbaar. Dat was en is in de VS rond Trump te zien, dit is gebeurd in de aanloop van het referendum voor de Brexit. Eén uur na de Brexit-uitslag bekende UKIP-leider Nigel Farage al dat de nationale gezondheidszorg van het Verenigd Koninkrijk niet de beloofde 350 miljoen pond besparing per week zou opleveren. Hoe vecht je terug in een tijdperk van ‘na de waarheid’? Josten houdt een inspirerend pleidooi voor het behoud van de oorspronkelijke journalistiek: kijk uit, houd het hoofd koel, reflecteer, denk traag: “WIJ gaan de witte vlag niet hijsen.”