“In de Ronde vallen ze toch ook ieder jaar?”
De nummers 24, 25 en 142 van Milaan-Sanremo 2016 zijn dit jaar niet van de partij. Sep Vanmarcke, Lars Boom en Zdenek Stybar laten La Primavera voor wat het is. “Het risico op een valpartij is veel groter, dan de kans een mooi resultaat te behalen.” Dwars door Vlaanderen profiteert van het gevaarlijke imago van MilaanSanremo en krijgt een aantrekkelijk deelnemersveld. Maandag in de Tirreno-Adriatico: op plaats 126, Tom Boonen. Op plaats 127, Julien Vermote. De kopman en zijn luitenant hadden het in de finale van maandag snel begrepen. De laatste tien kilometer waren gevaarlijk. Ze druppelden vijf minuten na hun winnende ploegmaat Gaviria over de meet. Ook Greg Van Avermaet kwam tegen zijn natuur ‘pas’ als 62ste over de streep. In een etappe van de Tirreno risico’s nemen om zo eventueel te vallen en het voorjaar te hypothekeren, is geen optie. Het drietal komt zaterdag wel aan de start in Milaan-Sanremo. Nochtans ook een koers waar ze elk jaar stevig vallen in het slot. Sep Vanmarcke, Zdenek Stybar, Lars Boom en Niki Terpstra laten La Primavera dit jaar links liggen. Hun reden is dezelfde als die van Boonen en Van Avermaet op maandag. “Aan de staat van het wegdek zie je dat de Italiaanse economie tanende is. De kans dat je er in Milaan-Sanremo bij ligt is vijftig procent. Ik wil dat risico niet nemen”, zegt Vanmarcke. Stybar treedt Vanmarcke bij: “Ik heb nu vier keer deelgenomen. De eerste twee keer was het weer zeer slecht, de laatste twee keer kwam ik zwaar ten val. Vorig jaar brak ik een rib door een overstekende hond. Ik heb er geen goede herinneringen aan.”
De periode dat elke klassieke coureur per se de 290 kilometer van Milaan-Sanremo in de benen wilde hebben met het oog op het voorjaar lijkt voorbijgestreefd. Zeker bij de klassieke renners zonder een snelle sprint in de benen. “De kans is klein dat ik die koers ooit kan winnen”, zegt Vanmarcke. “Ik ben te weinig klimmer om aan te vallen op de Poggio en in de spurt zullen er altijd snellere mannen bij zijn. In het beste geval word ik er pakweg negende. Daarvoor wil ik geen risico’s nemen. Die neem ik dan liever in de Vlaamse koersen waar ik wel altijd meedoe voor de zege.”
Opsteker voor Waregem
Vanmarcke, Terpstra, Boom en Stybar komen volgende woensdag wel aan de start in Dwars door Vlaanderen. De wedstrijd met aankomst in Waregem behoort dit jaar tot de WorldTour en plukt daar de vruchten van. Voor Vanmarcke de eerste deelname sinds 2012. Stybar maakt er zijn debuut. “Sanremo is een prachtige koers, maar ik kan er geen resultaat rijden. Onze ploeg neemt altijd een sprinter met grote winstkansen mee. In het verleden was dat Cavendish, nu is dat Gaviria. Zelfs al zou ik de benen hebben om te demarreren op de Poggio, zou ik het niet doen in functie van de ploegtactiek. In Waregem kan ik wel iets uitrichten.”
Bij Trek-Segafredo rijden Stuyven en Degenkolb Sanremo. Zij hebben wel een sterke sprint in huis. “Wel of geen Sanremo is een keuze van de renner zelf”, zegt ploegleider Dirk Demol. “Devolder heeft één keer meegedaan en zei nadien: Nooit meer. Bij Cancellara was de overweging om niet te starten in La Primavera not done.”
Ook Greg Van Avermaet heeft er geen seconde aan gedacht om niet te starten in Milaan-Sanremo. “Met alle respect voor Dwars door Vlaanderen. Maar de vergelijking met Sanremo gaat niet op. Een monument laat je niet zomaar links liggen. Niet starten in Milaan zou bij mij pijn doen in het hart.”
De risico’s die hij maandag niet wilde nemen in Tirreno, overweegt de olympische kampioen tijdens de afdalingen van de Italiaanse capi wel. “Het is waar dat ze er elk jaar vallen. Maar in de Ronde van Vlaanderen vallen ze toch elk jaar. Ik nog vorig jaar.” Tiesj Benoot, die Sanremo en Waregem combineert, treedt hem bij. “Ik ben deze week in de Tirreno ook gevallen, Boonen ook. In welke koers wordt er tegenwoordig niet gevallen.”
Van Avermaet toont wel begrip voor de keuze van Vanmarcke. “Ik ben meer sprinter dan Sep en heb meer kans om te winnen. Ook al is de kans maar 1 procent. Ik ben van de mening dat als je kans hebt om te winnen, je ook moet starten. In Rio had ik vooraf ook maar één procent kans.”