Dwergpapegaai na tien uur gered uit spouwmuur
Brandweer moet gat kappen om Mistiek de papegaai te bevrijden
Na ruim tien uur is dwergpapegaai Mistiek uit Houthalen-Helchteren gistervoormiddag gered uit de spouwmuur waarin hij vast was komen te zitten. Vermoedelijk had het arme diertje zich ‘s avonds van ingang vergist. De brandweer van Genk kon hem bevrijden door een gat te kappen in de muur. “Ik laat mijn vogels altijd vrij rondvliegen”, legt baasje Okoç Yalcin uit. “Ze in een kooitje stoppen vind ik maar zielig. Doorgaans komen ze ‘s avonds braaf naar huis, en ook als ze honger hebben fladderen ze automatisch terug naar mijn garage. Ik heb wel één avontuurlijke dwergpapegaai, Mistiek. Hij is al een keer tussen de duiven van mijn buurman blijven logeren. En gisterenavond waren we hem weer plots kwijt. Natuurlijk hoopten we dat hij weer even op avontuur was, en dat hij 's anderendaags weer vrolijk naar ons toekwam. Wel hoorden we af en toe een vreemd gepiep in onze muur. Daar hebben we verder geen aandacht aan besteed.”
Noodkreet
Toen Mistiek ‘s ochtends nog steeds nergens te bespeuren was, maakte Yalcin zich wel grote zorgen. “En weer hoorden we dat vreemde gepiep door onze muur. Toen ik mijn oor tegen de stenen legde, herkende ik het meteen: het waren verdorie de noodkreten van onze eigen dwergpapegaai! Blijkbaar had hij door het luchtrooster naar binnen willen vliegen, maar is hij zo vast komen te zitten tussen de spouwmuur. Hoe kon ik hem daar in hemelsnaam weer uitkrijgen?” Brandweerpost Genk snelde naar de Varenstraat in Meulenberg om mee naar de muur te luisteren. Zij kapten onderaan in de garage een gat tussen de bakstenen. De brandweerlui schenen met een zaklamp door de opening, zodat Mistiek zag waar hij naartoe moest kruipen. Zo vond de dwergpapegaai toch weer de weg naar buiten. “We zijn de brandweer enorm dankbaar,” lacht Okoç Yalcin. “En ik niet alleen: ik hoor het meteen als hij weer vrolijk is. Het beestje ging woensdag na zijn avontuur meteen op de schouders van zijn redders zitten. Kwestie van duidelijk te maken dat hij hen eveneens erg dankbaar is.”