AFDALING POGGIO BELANGRIJKER DAN KLIM
Een beslissende demarrage op de flanken van de Poggio. Het is al van Paolo Bettini in 2003 geleden. De laatste jaren is de afdaling belangrijker geworden dan de klim. De nivellering van de internationale top zorgt ervoor dat de Poggio in Milaan-Sanremo steeds meer een ceremoniële rol krijgt. “Er wordt altijd gewacht op het steilere stuk op 800 meter van de top. Zelfs al zorg je daar voor een explosie, op de top is de kloof nooit meer dan vijf seconden. Te weinig”, zegt Jan Bakelants. Hij en de andere landgenoten erkennen dat de afdaling steeds belangrijker wordt dan de beklimming. En dan vooral de positionering in de afdaling. “Je moet in de top vijftien van het peloton zitten aan het begin van de afdaling. Anders doe je niet meer mee voor de prijzen”, zegt Jürgen Roelandts. Opschuiven in de snelle en technische afzink is zeer moeilijk. “Twee plaatsen goedmaken, kan nog. Maar zeker geen vijf”, zegt Debusschere. “Het peloton rijdt in de afdaling op een lint. Je volgt de renner die voor je zit, zo goed als mogelijk. Meer zit er niet in.” Aanvallen in de afdaling is al heledan maal gekkenwerk. “Je kan niet rapper dan rap naar beneden”, aldus Sep Vanmarcke. “Sagan kan met zijn uitzonderlijke technische bagage misschien nog wel sneller. Maar enkel als hij op de top alleen weg is. Als hij in het wiel zit, kan zelfs hij niet sneller dan de rest.” Waarom je in de afdaling bij de eerste vijftien renners moet zitten, is omdat het ook in de laatste twee vlakke kilometers razendsnel gaat. En eenmaal de afdaling voorbij vallen er altijd breuken. “Na de afdaling wordt er niet meer gewacht en is het maar twee minuten meer tot de finish. Zit je te ver, kan je het schudden”, zegt Bakelants. “Je kan nog opschuiven, maar dan moet je al aan je sprint beginnen nog voor de slotkilometer en begin je halfdood aan de eigenlijke sprint”, zegt Debusschere.
Toch zijn er uitzonderingen. “Démare kwam vorig jaar als allerlaatste van de kopgroep van veertig renners beneden”, zegt Vanmarcke. “Ik zat net voor hem. Hij schoot meteen naar voor. Ik moest toen wat herstellen en kwam nooit meer voorin. Hij won, tot mijn grote verbazing.”