Europa wil hardere aanpak ‘fake news’
Facebook, Google en Twitter grijpen onvoldoende in De druk neemt toe op Facebook, Google en Twitter om de verspreiding van ‘fake news’ tegen te gaan. Maar voorlopig grijpen de internetgiganten zo weinig mogelijk zelf in.
De wereldwijde beroering over de impact van fake news en haatberichten is, vier maanden na de verkiezingen in de VS, niet aan het afnemen. Vooral in landen waar verkiezingen voor de deur staan, groeit de bezorgdheid over de impact van valse berichtgeving op het democratische proces. Google, Facebook en Twitter staan daarbij in het vizier. Met onder meer een wetsvoorstel in Duitsland dat sociale netwerken kan beboeten als ze berichten niet snel genoeg verwijderen, en een hoorzitting in Groot-Brittannië waar vertegenwoordigers van de drie bedrijven te horen kregen dat ze aan ‘commerciële prostitutie’ doen en ‘beschaamd’ horen te zijn.
Holocaust
Deze week raakte bekend dat Google sleutelt aan zijn zoekmachine om te zorgen dat valse en aanstootgevende informatie niet meer zo gemakkelijk bovenaan eindigt in zoekresultaten. Dat vertelde de internetreus aan de gespecialiseerde website Searchengineland. Google heeft wereldwijd 10.000 quality raters, losse medewerkers die typische zoekopdrachten intikken en dan de resultaten beoordelen. Die mensen krijgen er nu een opdracht bij: inschatten of een bepaald zoekresultaat voor bepaalde groepen krenkend of aanstootgevend kan zijn. Google geeft in zijn nieuwe richtlijnen aan de quality raters het voorbeeld van een zoekopdracht naar de Holocaust. Een pagina op de racistische website Stormfront, met de ‘Top 10 redenen waarom de Holocaust niet heeft plaatsgevonden’, krijgt daarbij de vermelding ‘krenkend-aanstootgevend’. Maar zulke zoekresultaten zullen niet uit Google verdwijnen, Google wil ze opzoekbaar houden. De beoordelingen door het panel worden teruggevoed aan het algoritme van de zoekmachine, en de bedoeling is dat het daaruit zou ‘leren’. Zo zou de zoekmachine op termijn aanstootgevende websites zelf leren herkennen en zorgen dat ze minder prominent te zien zijn in zoekresultaten.
Dit nieuwe initiatief lijkt een reactie op een reeks artikels van The Guardian: een journalist van die krant klaagde in december aan dat het racistische artikel van Stormfront het allereerste zoekresultaat was als je zocht op ‘Did the Holocaust happen?’. Searchengineland stipt aan dat een aantal van de eerder gesignaleerde problemen op Google inmiddels zijn aangepakt. Bijvoorbeeld: een valse video die opdook als je Google vraagt of Barack Obama in Kenia geboren is, komt niet meer bovenaan de zoekresultaten. Maar hij is daar sinds enkele dagen afgelost door een reeks eveneens valse berichten over een Keniaans geboortecertificaat van Obama dat zou zijn teruggevonden.
Duitse boete
Of Duitsland daar genoegen mee neemt, zal moeten blijken. De Duitse minister van Justitie en consumentenbescherming Heiko Maas heeft een wetsvoorstel dat voorziet dat sociale media tot 50 miljoen eurouro boete zouden moeten betalen es.% Duitslandals ze illegalewil dat posts 70% niet tijdig verwijderen. van de illegale posts verwijderd r- is binnen de 24 uur nadat ze zijn gesignaleerd, maar volgens een studie zou Facebook maar 39% halen, Twitter minder dan 1%.
Ook in Groot-Brittannië maakt het onderwerp heftige gevoelens los. Een parlementscommissie vond dinsdag de tijd om vertegenwoordigers van Google, Facebook en Twitter te ontbieden, om hen publiekelijk de mantel uit te vegen. Labour-parlementslid David Winnick zei dat hij ‘diep beschaamd’ zou zijn als hij zijn geld zou moeten verdienen zoals de sociale media dat doen. ‘”Als het gaat om de miljoenen dollars die worden verdiend, lijkt mij dat een vorm van commerciële prostitutie.”
Geleidelijk
Google kwam tijdens de hoorzitting ook onder vuur omdat zijn videosite YouTube soms advertenties vertoont bij haatvideo’s.
Google, Facebook en Twitter bewandelen het pad van de geleidelijkheid, en grijpen liefst minimaal in. Facebook heeft het signaleren van fake news inmiddels doorgeschoven naar zijn gebruikers. De als vals gesignaleerde berichten worden vervolgens in een aantal landen doorgegeven aan plaatselijke fact checkers (zoals de Universiteit Leiden in Nederland, en Correctiv in Duitsland). Wordt een bericht als vals beoordeeld, dan krijgt het op Facebook een speciale melding mee en wordt het minder prominent uitgespeeld. Zo vermijdt Facebook om zichzelf op te werpen als ‘arbiter van de waarheid’, zoals ceo Mark Zuckerberg zegt. Twitter, van zijn kant, krijgt vooral kritiek vanwege het toelaten van seksistische en racistische aanvallen op personen. Daarop reageert het telkens met nieuwe, kleine aanpassingen. Zo worden dergelijke aanvallen nu minder zichtbaar voor de aangevallen persoon, door ze te verbergen achter een knop met ‘minder
relevante antwoorden’.