“In België voel ik me veel veiliger”
Sint-Vincentius vangt minderjarige Afghaanse vluchtelingen op
In het kader van de Dag van de Zorg zet Huize Sint-Vincentius in Zelem zondag de deuren open. De vzw begeleidt jongeren die zich in een kwetsbare leefsituatie bevinden. Sinds vorig jaar wonen in Zelem ook twaalf nietbegeleide minderjarige vluchtelingen uit Afghanistan. “Naast integratie via onderwijs willen we dat ze in hun vrije tijd ervaringen opdoen die hun toekomst maximaal versterken”, vertelt Hanne Wintmolders, coördinator van leefgroep Alfabet met de vluchtelingen. Huize Sint-Vincentius is sinds vorig jaar erkend voor de opvang van niet-begeleide buitenlandse vluchtelingen. “De twaalf zijn allemaal jongens, tussen 13 en 17 jaar oud, met onder hen twee broederduo’s”, vertelt Hanne Wintmolders.“Het is sowieso een moeilijkere leeftijd. Maar deze jongens dragen ook de trauma’s mee van oorlog met soms ook nog de beproeving van hun vlucht, vaak als slachtoffer van mensensmokkelaars die op hun kap geld hebben verdiend.”
Meisjes
De jongeren moeten hier diverse barrières overwinnen. “Sommigen bleven in Afghanistan verstoken van onderwijs, zodat ze nog niet konden lezen, laat staan schrijven. Voor iedereen geldt natuurlijk dat ze Nederlands moeten leren. Bovendien zijn er de culturele verschillen tussen Afghanistan en België. Denk maar aan de situatie van de vrouw in hun land van herkomst. Samen met meisjes in de klas zitten, ligt bij hen niet voor de hand. Net als bij jongeren van hier zitten ze ook in hun puberteit en wij begeleiden hen in die zoektocht naar zichzelf. Contacten met familie gebeuren vooral via de telefoon, al speelt de techniek soms wel flink parten.” De twaalf jongeren gaan naar
L.M. (14) school in Herk-de-Stad en Diest. Gemeenschapsschool Herckerhof in Herk-de-Stad en de Katholieke Scholen Diest (KSD) bieden beide een onthaalklas voor anderstaligen aan met onderwijs op verschillende niveaus naargelang van de taalvaardigheid van de jongeren. “Drie jongens hebben al zo veel vooruitgang geboekt dat ze naar een gewone klas mochten overstappen”, vult Wintmolders aan. “Tot 18 jaar kunnen ze hier blijven wonen. Wij bereiden hen zo veel mogelijk voor om van dan af op eigen benen te staan.”
Pittig
Yassin (15) gaat naar de OKANklas in KSD. “Ik kom uit Kunar, een stad van een miljoen inwoners. Bij mijn mama in Afghanistan wonen nog een oudere broer en een jongere zus. Mijn mama heeft me goed leren koken. Onlangs heb ik hier op zijn Afghaans gekookt voor een andere leefgroep: kip met tomaten. Met een heel pikante saus! De Afghaanse keuken is heel pittig. In mijn vrije tijd ga ik ook veel fietsen. Tv? Nee, geef mij maar muziek.” De 14-jarige L.M. is begonnen in de OKAN-klas van KSD, maar stapte in januari over naar de richting sociale en technische wetenschappen. Biologie en natuurwetenschappen boeien me heel sterk en ook Engels bevalt me erg. Ik ben afkomstig van de provincie Baghlan in het noorden van Afghanistan, waar nog een oudere broer en een jongere zus wonen. Mijn ouders leven niet meer. De verschrikking van de oorlog heb ik van dichtbij gezien. In het dorp naast het onze leverden de taliban heftig strijd met het Afghaanse leger. Hier voel ik me veel veiliger. Ik zou graag verpleegkundige in een ziekenhuis worden. Ik heb nog in Berchem bij Antwerpen gewoond, waar ik drie weken als vrijwilliger in de speelpleinwerking actief ben geweest. Dat was een heel prettige ervaring. Voetballen doe ik ook heel graag.” Op initiatief van Jaak Linsen, apotheker in Zelem, loopt in Zelem een actie om geld voor de Afghaanse leefgroep in te zamelen. In twintig handelszaken staan spaarpotten, waarin je je steun kwijt kan.
Mijn broer en zus zijn nog in Afghanistan. Mijn ouders leven niet meer. Ik heb de verschrikkingen van de oorlog van dichtbij gezien
Huize Sint-Vincentius, zondag 19 maart, 10-17 uur. Om privacyredenen zijn de jongeren op uitstap.