“Dit kan je niet racen noemen”
B
Een paar tientallen Australiërs die Happy Birthday voor je zingen, het zal nog maar weinig Belgen overkomen zijn. Toch was dat de begroeting die Stoffel Vandoorne zondagvoormiddag door de organisatoren van de Australische Grote Prijs werd geschonken, samen met een verjaardagstaart. Een tweede cake kwam er wat later van McLaren, met vulling in Belgische kleuren, maar tijd om die te verorberen was er niet. Er moest door rijders en ingenieurs immers druk overlegd worden over hoe McLaren-Honda de wedstrijd zou kunnen uitrijden. “Toen ik hoorde welke maatregelen ik tijdens de race allemaal moest nemen, stelde ik meteen vast dat dat niet zou lukken”, legde Vandoorne uit. “Ik zag geen enkele mogelijkheid om de wedstrijd uit te rijden. En na acht, negen ronden was het al zover. Een elektrische panne zorgde ervoor dat het dashboard uitviel en dat het vermogen verdween. Ik moest dus een volledige reset uitvoeren en verloor zo heel wat tijd in de pitstop.”
Benzine sparen
“Maar goed, we reden nog”, vervolgde Vandoorne. “De rest van de wedstrijd bleek ook heel moeilijk. Ik moest voortdurend de afstellingen van de wagen veranderen, niet makkelijk als je aan het rijden bent. Bovendien moest ik ook benzine sparen, iets wat me makkelijker werd gemaakt door het feit dat ik twee keer gedubbeld werd. Zo moest ik immers twee ronden minder afleggen.” Zijn zin voor humor heeft Vandoorne er alvast niet door verloren. Maar zijn zin voor realisme ook niet. “We staan nog heel ver van waar we horen te staan”, zette hij zijn analyse verder. “We missen power en kunnen nooit strij-
We missen power en kunnen nooit strijden met de concurrentie. Laat staan iemand proberen in te halen. Dit kan je niet racen noemen
Stoffel VANDOORNE