Om het even
Elk jaar moet de regering aan de Europese Commissie in haar stabiliteitsprogramma laten weten hoe ze de overheidsfinanciën onder controle wil houden. Daarvoor gaat ze eerst te rade bij de Hoge Raad van Financiën. In haar advies van dit jaar zegt de Hoge Raad dat de regering zowel dit als volgend jaar het begrotingstekort structureel met 1 procent van het bruto binnenlands product moet verminderen om haar eigen begrotingsobjectief te halen. Dat begrotingsobjectief is, zoals vastgelegd in het regeerakkoord, een begrotingsevenwicht tegen eind 2018. Maar zegt de Hoge Raad, het mag ook 2019 zijn zonder dat we de Europese begrotingsregels overtreden.
2018 of 2019, het maakt weinig verschil uit. In de twee gevallen moet de regering Michel in samenspraak met de regio’s nog voor zo’n 5 miljard euro aan maatregelen nemen. En is het eerder de vraag in welke mate de regering-Michel dat nog kan. Volgend jaar in oktober zijn het immers gemeenteraadsverkiezingen en een half jaar later zijn het parlementsverkiezingen. In de aanloop naar verkiezingen nemen regeringen liefst zo weinig mogelijk pijnlijke maatregelen, kwestie van potentiële kiezers niet tegen zich in het harnas te jagen. Dat was altijd al zo. En dus is de kans groot dat het ook deze keer zo zal zijn. Dat zou wel een gemiste kans zijn. Men moet immers het ijzer smeden als het heet is. En dat is het op dit ogenblik. Het is immers zo dat de economische groei nu al iets hoger uitvalt dan eerst geraamd en er zijn aanwijzingen dat de economie verder zal aantrekken. Hoe meer de economie aantrekt, hoe groter de impact van de maatregelen die men neemt. Anders gezegd, indien de regering Michel het deze zomer aandurft om de laatste maatregelen te nemen die genomen moeten worden, is de kans groot dat ze haar objectief - een begroting in evenwicht - haalt, dat de staatsschuld vermindert en dat de tewerkstelling verder toeneemt.
Dit laatste is niet onbelangrijk, want dan gaat het om koopkracht. De totale koopkracht is toegenomen als gevolg van de toegenomen tewerkstelling. De individuele koopkracht daarentegen is voor de meeste mensen afgenomen als gevolg van de regeringsmaatregelen. Maar indien de tewerkstelling verder blijft toenemen en de kraptes op de arbeidsmarkt groter worden, zullen de lonen stijgen en zal ook de individuele koopkracht opnieuw toenemen. En dan heeft de regering-Michel goed werk afgeleverd.
Een begrotingsevenwicht in 2018 of 2019? Veel verschil maakt het niet. Om het te halen, zijn hoe dan ook voor 5 miljard euro aan maatregelen nodig. De voornaamste vraag is dan ook of de regering-Michel die nog aandurft