“Scheldeprijs was verwikkeld in een overlevingsstrijd”
Lommelaar won 35 jaar geleden in Schoten
Viermaal Marcel Kittel, driemaal Mark Cavendish, tweemaal Tom Boonen en Mario Cipollini… Ludo Schurgers bevindt zich aan de vooravond van de 105de editie in goed gezelschap op de erelijst van de Scheldeprijs. “Ik behoor inderdaad tot een aardige verzameling namen”, grinnikt de 61-jarige Lommelaar. “En zeggen dat het een jaar later in Schoten opnieuw raak was geweest, als Jan Bogaert mij niet met een banddikte had geklopt.” Omdat de Scheldeprijs de Belgische afscheidskoers is van Tom Boonen vertoeft de semi-klassieker woensdag 10,5 kilometer, oftewel 15 minuten, op Lommels grondgebied. In Stevensvenne overschrijdt het peloton de provinciegrens. Van daaruit gaat het via Werkplaatsen en de Ringlaan naar de N71 in Balendijk. Voorbij de brug over het Kanaal van Beverlo duiken de renners opnieuw de provincie Antwerpen - meer bepaald Balen - in, waar ze langs Boonens geboortehuis, kleuteren middelbare school zullen passeren.
Ludo Schurgers, inwoner van de Koningsstraat in Lommel, weet nog niet of hij zal afzakken naar de Ringlaan om de karavaan te zien passeren.
“Als het me uitkomt, kan het zijn dat ik ga kijken. Het zal er vooral van afhangen of ik op de kleinkinderen moet letten of niet”, verduidelijkt de ex-renner, die zijn successen vooral behaalde in het kermiscircuit. “Eigenlijk heb ik nog weinig binding met de sport. Nadat ik op mijn 32ste moest stoppen wegens hartritmestoornissen heb ik het wereldje bewust niet meer opgezocht. Wielrennen was onmiddellijk een afgesloten hoofdstuk. Twee minuten nadat ik het slechte nieuws vernam, stond mijn besluit vast: het was tijd voor het leven na de sport. Tegenwoordig heb ik met hooguit drie oud-collega’s nog contact. Eén van hen is wel André Boonen, de papa van Tom. André is dan ook een streek- en voormalig ploeggenoot van mij.”
Koppenberg
Hoewel Schurgers’ interesse niet bijster groot is, betekent dat niet dat hij het hedendaagse wielrennen niet meer volgt. “Anderhalf uur voor de finish van de Waalse klassiekers en van de Touretappes knip ik de tv pas aan. Voor twee wedstrijden maak ik echter een uitzondering: ParijsRoubaix en de Ronde van Vlaanderen. Vooral aan die laatste wedstrijd bewaar ik goeie herinneringen.
Ludo SCHURGERS In 1987 maakte ik namelijk vanop de eerste rij mee hoe de fiets van Jesper Skibby op de Koppenberg tot schroot werd herleid door de jurywagen. Ik zag het incident amper honderd meter voor mijn ogen gebeuren, nadat de Deen me had gelost op de Paterberg. Op de top had het peloton me al bij de lurven. Onze ontsnapping van 180 kilometer zat er meteen op.”
Veredelde kermiskoers
Vijf jaar eerder beleefde Schurgers zijn grootste triomf in zijn tienjarige profcarrière. Hij won de Scheldeprijs.
“Nu is dat opnieuw een belangrijke afspraak, maar in die tijd niet”, zegt de Lommelaar eerlijk. “De wedstrijd was gedevalueerd tot een veredelde kermiskoers die louter op lokale ronden werd verreden en eind juli middenin de criteriumdans stond geprogrammeerd. Er stonden slechts een zestigtal vertrekkers aan de start. De vedetten kozen die dag voor de Nacht van Ronse, een natourcriterium dat daags voor dat van Peer plaatsvond. De ooit zo roemruchte wedstrijd was verwikkeld in een overlevingsstrijd. Pas toen de Scheldeprijs onder de vleugels van Flanders Classics terechtkwam, steeg het aanzien van de koers weer zienderogen.”
Nooit Tour gereden
Het gevolg is wel dat Schurgers’ naam nu deel uitmaakt van een befaamd namenlijstje.
“Ik behoor inderdaad tot een aardige verzameling vedetten. En zeggen dat het een jaar later in Schoten opnieuw raak was geweest, als Jan Bogaert mij niet met een banddikte had geklopt. Dan had ik mij zowaar tweevoudig winnaar mogen noemen”, grinnikt Ludo, die pas in zijn laatste profjaar voor een groter team uitkwam. “Sigma, ja. Jammer dat net toen die hartproblemen de kop opstaken. Daardoor heb ik nooit de Tour kunnen rijden. Dat blijf ik tot de dag van vandaag toch een gemis vinden. Ik ben tien jaar prof geweest, maar eigenlijk ben je dat etiket pas waard als je als renner na drie weken Parijs haalt”, besluit Schurgers.
Ik heb met hooguit drie oud-collega’s nog contact. Een daarvan is de papa van Tom Boonen