Finalisten ‘Mijn Pop-uprestaurant’ met Sergio Herman op schok in Londen
Twee dagen met Sergio Herman (46) in Londen mogen rondhangen: alleen daarom zou een mens de finale van het VTM-programma ‘Mijn Pop-uprestaurant’ willen halen. Karel, Birger, Yannick en Leena gaven hun oren en ogen de kost. Eén grote afwezige: de smartphones van de kandidaten. Tot hun grote frustratie. Het doel van de reis: de finalisten van ‘Mijn Pop-uprestaurant’ onderdompelen in de wereldse smaken van de Britse hoofdstad. Met finalisten bedoelen we: de West-Vlaamse barbecueboys Karel Knockaert (33) en Birger Allary (34) van Tjop’s en Antwerpenaren Yannick Picard (22) en Leena Van Loon (21) van Meat & Griet. Zij moeten de eerste dag in Londen zonder smartphone zien te overleven. Want er moet hen nog een geheimpje worden meegedeeld dat ze pas ’s avonds te horen mogen krijgen: er is alsnog een derde finalist.
De eerste halte ligt in Canary Wharf, een financieel centrum in het oosten van Londen. Hier ligt Big Easy, een barbecuerestaurant waar ze ook vlees en vis combineren. Het gezelschap krijgt een rondleiding in de keuken en dat is vooral voor ‘de barbecue boys’ een feest. Karel: “Ik heb hier in die keuken drie barbecuetoestellen zien staan waarvan er volgens mij in België maar eentje te vinden is.” Na de maaltijd blijft Karel nuchter: “Ik vond het eten hier lekker, maar spectaculair zou ik het niet noemen.”
Na de opnames bij Big Easy duikt de hele ploeg alweer de metro in, op naar een markt voor een kleine opdracht: de duo’s moeten een cocktail bedenken én een koud hapje met ingrediënten van de markt in de wijk Soho. Sergio houdt de finalisten bij de les: ze mogen dan lekker in Londen zitten, ze moeten laten zien wat ze waard zijn. “Ik wil een koud gerecht op niveau van een finale. Een appel en een peer combineren is niet genoeg, hè? En ik wil de wereldse smaken van Londen in dat hapje terugvinden.” Intussen geeft ook Sergio Herman zélf zijn ogen de kost: “Dat restaurant hier, met die blauwe deur? Da’s Yauatcha. Als je ergens lekkere dim sum wil eten, moet je het hier doen.”