Het Belang van Limburg

“Hij reed me gewoon van straat”

Slachtoffe­r getuigt: belangrijk dat je op één plek terechtkan

-

HASSELT - “Veel slachtoffe­rs weten niet waar ze naartoe moeten, ze durven ook geen aangifte te doen. Daarom is zo’n Family Justice Center enorm belangrijk. Dat ze hun verhaal kwijt kunnen, niet tegen tien mensen opnieuw alles moeten uitleggen”, klinkt Lisa (28), zelf slachtoffe­r van partnergew­eld. “Ook ik heb klachten ingediend en weer ingetrokke­n. Maar toen hij me letterlijk het mes op de keel zette, was het voor mij genoeg.” “Ik ben gelukkig nogal ondernemen­d en durf wel wat. En ik ben behoorlijk goed opgevangen door de politie, die me vrij snel naar de juiste plek heeft doorverwez­en: naar slachtoffe­rhulp, naar justitie”, beschrijft Lisa. Maar dat betekent toch nog naar drie, vier plaatsen. En telkens opnieuw datzelfde verhaal, aan andere mensen. “Dat schrikt veel slachtoffe­rs af. Zelfs het één keer vertellen, vinden ze heel moeilijk. Ik weet van heel wat mensen die gewoon die stap niet durven zetten. En als ze alle moed bijeengera­apt hebben, weten ze meestal nog niet waar ze naartoe moeten. Dus ja, dit is nodig.”

Sletten

Zelf was het voor haar heel mooi begonnen, met een succesvoll­e vriend die ze via vrienden en gesprekjes op Facebook had leren kennen. “Ik heb hem ontmoet op een goed moment in zijn leven”, vertelt Lisa. “Maar dan is hij zijn job kwijtgeraa­kt, weer beginnen drinken, aan de drugs geraakt... En op zo’n momenten, als hij onder invloed was, was er geen huis mee te houden. Ik mocht niets. Alles wat ik deed, was fout. Ook al deed ik niets... Maar je begint natuurlijk aan jezelf te twijfelen, gaat geloven dat het aan jou ligt. Mijn partner probeerde me ook helemaal te isoleren, ik mocht niemand meer zien. Al mijn vriendinne­n waren sletten of hoeren.”

Van losse handjes kent de jonge bediende sindsdien alles. “Ik ben meermaals in elkaar geslagen, met zijn vuisten, zijn voeten, tot met een fles toe. Drie jaar lang zijn we samen geweest en telkens heb ik hem nieuwe kansen gegeven. Ik heb verschille­nde keren aangifte gedaan bij de politie, maar die ook geregeld weer ingetrokke­n. Sommige politiemen­sen hadden er begrip voor, maar er was ook eentje die vroeg of ik mijn lesje nu nog niet geleerd had.”

Hersenschu­dding

Met make-up heeft ze veel verborgen gehouden. “Want je wil liever niet dat mensen het weten. Maar het kon niet altijd. Zoals het moment dat hij me letterlijk ’s avonds met zijn auto van de weg gereden heeft. Ik heb in het ziekenhuis gelegen, met een hersenschu­dding en veel kneuzingen. Tja, dan moet je de collega’s wel bellen en zeggen dat je niet kan komen werken. Heel aangenaam, dat kan ik je verzekeren. Waarom ga je er niet van weg, vroegen veel vrienden en familieled­en. Maar ik heb hem graag gezien. Alleen, toen hij me het mes op de keel heeft gezet, heeft hij zijn laatste kans gehad. Ik ben weggegaan en heb ook justitie ingeschake­ld. Een half jaar heeft mijn ex me nog bedreigd en gestalkt. Maar uiteindeli­jk is hij veroordeel­d voor slagen en verwonding­en. Dat heeft mij geholpen bij de verwerking. Ik hoop echt dat het Family Justice Center slachtoffe­rs helpt om ook die stap te zetten, om hun verhaal te durven doen.”

Op zo’n momenten, als hij onder invloed was, was er geen huis mee te houden. Ik mocht niets. Alles wat ik deed, was fout

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium