Brandweer en Jambon op ramkoers
Wie moet hervorming brandweer betalen: GEMEENTEN OF FEDERALE STAAT?
Als de 50/50-verdeling niet op alle kosten slaat, dan heeft men ons bij de hervorming blaasjes wijsgemaakt
Jan JORISSEN Zonecommandant
Noord-Limburg Alle brandweerkosten 50/50 verdelen is veel te kort door de bocht. Dit gaat enkel over de meerkosten Jan JAMBON (N-VA)
Minister van Binnenlandse Zaken
BRUSSEL -
De federale staat komt zijn beloftes niet na. Dat zeggen althans de brandweerzones, die vinden dat ze te weinig geld krijgen van Binnenlandse Zaken om hun taken naar behoren uit te voeren. Na de brandweerhervorming werd beloofd de kosten 50/50 te verdelen tussen de gemeenten en de federale staat. Volgens de brandweerzones en gemeenten slaat dat op álle kosten voor de brandweer. “Maar dat is veel te kort door de bocht”, zegt minister Jambon. Volgens hem gaat de 50/50-regel enkel over de meerkost na de hervorming. Een impasse dreigt, met kwalijke gevolgen. Op 1 januari 2015 trad de langverwachte brandweerhervorming in voege. Na de gasramp in Gellingen in 2004 was pijnlijk duidelijk geworden dat de structuur van de brandweer ernstige gebreken vertoonde en niet aangepast was om grote rampen adequaat te kunnen bestrijden. Door de korpsen die vroeger verbonden waren aan steden en gemeenten onder te brengen in nieuwe zones, met een eigen structuur, wilde de regering de brandweer professionaliseren. Tegelijk werd ook het statuut van de brandweerlui verbeterd en een nieuw systeem van Snelst Adequate Hulp ingevoerd, waarbij niet langer het territoriaal bevoegde korps als eerste uitrukt, maar wel de brandweerpost die het snelst ter plaatse kan zijn. Om blinde vlekken te dekken, werden ook in Limburg verschillende nieuwe voorposten geopend. In Neerpelt, Helchteren en Lanaken zijn die al actief. In Borgloon opent binnenkort een vierde.
Twee lezingen
Die hervorming betekende een serieuze verbetering van de dienstverlening, maar kost uiteraard ook geld. Daarom werd in de wet afgesproken een duidelijke 50/50verdeling te hanteren. Maar blijkbaar was die afspraak te vaag, want er zijn twee lezingen van die bepaling. “Volgens minister Jambon gaat het enkel om een 50/50verdeling van de meerkost, maar als wij de wet lezen, dan gaat het volgens ons over de totaalkost”, zegt kolonel Bert Swijsen, commandant van de zone Zuid-WestLimburg.
De zones hadden samen met de gemeenten gehoopt dat de federale overheid zou tussenkomen in de helft van alle kosten, maar van dat engagement is vandaag in de verste verte geen spoor. De gemeenten betalen nog altijd 80 procent van de brandweerkosten, dezelfde verhouding als tien jaar geleden. Ondanks het feit dat de kosten dus stegen.
“Blaasjes wijsgemaakt”
Volgens politieke bronnen zitten de brandweerzones juist met hun interpretatie, maar minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) is het daar niet mee eens. Hij vindt dat de wet fout wordt gelezen. “Zeggen dat alle kosten 50/50 verdeeld moeten worden, is veel te kort door de bocht”, zegt Jambon. Volgens hem slaat de 50/50-verdeling alleen op de meerkost door de hervorming. “We zijn nu bezig met de zones om die meerkost in beeld te krijgen. Pas als dat berekend is, kunnen we rond de tafel gaan zitten om te bekijken wat we kunnen doen. Maar laat ons duidelijk zijn: die 50/50verdeling is een horizon. De bedoeling van de hervorming was naar efficiëntiewinst te gaan.” “Als de 50/50-verhouding niet op alle kosten slaat, dan heeft men ons ten tijde van de hervorming blaasjes wijsgemaakt”, zegt majoor Jan Jorissen, commandant van brandweerzone Noord-Limburg en bestuurslid van Brandweer Vereniging Vlaanderen. Jorissen roept op om snel tot een oplossing te komen. “Dit is echt een politiek probleem. Als burger zal het mij worst wezen wie de rekeningen betaalt, zolang ik maar geholpen word als ik in nood ben. Dit mag niet ten koste gaan van de service. Gemeenten en federale overheid moeten snel tot een heldere oplossing komen.”
Niet van de grond
De discussie over de extra financiering hypothekeert intussen de hervorming. De zones komen niet zo snel van de grond als gehoopt. “Vroeger konden we rekenen op de steun van de gemeenten. Die hielpen ons bij de loonberekeningen, aankopen... Dat moeten we nu allemaal zelf doen”, zegt majoor Dominic Knapen, commandant van de zone Oost-Limburg. “We moeten onze eigen administratie hebben, een communicatiedienst, een personeelsdienst. Daar is volk voor nodig, maar dat moeten we allemaal voor ons uitschuiven, omdat er onvoldoende middelen zijn. De facturen komen later en de mensen zitten op hun tandvlees. Dat zorgt voor interne spanningen.”
En dan zijn de Limburgse zones nog goed af, zo beklemtoont majoor Jorissen. “Er zijn elders veel gemeenten die hun dotatie niet laten stijgen, zolang die verhouding 50/50 niet bereikt is, waardoor het budget van 2018, 2019 en 2020 nog altijd hetzelfde als dat van 2014 is.” “Dit mag dan ook geen jaren meer duren”, vindt kolonel Swijsen. “Al hebben we de indruk dat we wel die richting uitgaan.”