“Aantal chique auto’s hier is niet te tellen”
De ruige baard en kale knikker van een Harley Davidson-rijder én een hart van koekenbrood. David Wilmots droomde van vrijwilligerswerk in Afrika en belandde voor een aidsproject in de Chinese metropool Wuhan aan de brede Yantzerivier. Achteraf namen de Chinezen het initiatief over, maar David bleef. Hij trouwde met zijn Filipijnse vriendin Kela en werd cafébaas. Intussen baat hij brasserie Brussels Beer Garden uit en recent ook Café Atomium, twee huizen verder. “Als er bij mij geen plaats meer was, trokken mijn klanten naar de concurrentie. Dat vond ik niet leuk. Met een tweede zaak naast de deur hou ik de klanten bij mij”, lacht David. De vader van David is Boer Wilmots in Vliermaalroot. Maar deze boerenzoon woont intussen 17 jaar in Wuhan, de stad van Mao. “Ik ben altijd nogal sociaal geweest. Als ik mensen kon helpen, deed ik dat. Om een voorbeeld te geven: zes jaar na Tsjernobyl ging ik daar helpen met vijf camions uit Genk vol eten, kleren en medicatie. Ik sliep bij lokale mensen. -32 graden was het, Siberisch koud. Ik zag miserie, armoede. Ik zag mensen aan radioactiviteit sterven.”
U wilde naar Afrika?
“Negen maanden heb ik voor zo’n job gesolliciteerd. Voordien had ik met een stagecontract als verpleger gewerkt op de medische dienst van Ford Genk. Als gewone gast uit Vliermaalroot kwam ik in contact met veel nationaliteiten. Mijn wereld werd groter. Gevolg: in Brussel schreef ik me in voor een cursus onwikkelingshelper. Ik ging er ook werken, in het Brugmannziekenhuis. Daar leerde ik weer veel over infectieziekten. Plots ontmoette ik veel mensen uit Afrika. Toen wist ik het: ik wil naar Afrika.”
Maar u belandde in China.
“In Afrika zochten ze mensen met ervaring en die had ik niet. Naar China kon ik wel. Toen een Vlaams project met Europees geld een opleidingscentrum voor hoofdverplegers, en achteraf een aidsproject, lanceerde, heb ik direct ja gezegd. Zo leerde ik professor Gui Xi’en kennen, een fantastische man die qua aidsonderzoek naam en faam heeft in China. Toen de Volksrepubliek zijn 60jarig bestaan vierde, werden 60 mensen gehonoreerd. Hij was er daar één van. Om maar te zeggen.”
Heeft China veel aidspatiënten? Qua seksulaiteit is het land preuts.
“Aids heb je overal. Ook in China. Homoseksualiteit is nochtans verboden, maar ondergronds heb je homobars. Idem voor prostitutie. Heel lang werd het gedoogd. Nu leggen ze het aan banden, maar het bestaat. Het project dat ik mee opstartte, werd een succes. Maar na vier jaar namen de Chinezen het in eigen handen. Het zat erop voor mij. Even ben ik naar België teruggekeerd, maar de heimwee naar Azië was te groot. Ik zou eventueel naar Cambodja zijn gegaan, maar net dan stond het land in rep en roer. Ik ben dan in Wuhan met mijn eerste cafébrasserie begonnen.”
Van aids naar bier. Twee totaal andere werelden.
“Niet voor mij. Toen ik als verpleger in Brussel werkte, kluste ik bij in de horeca. En in Wuhan was ik bevriend geraakt met een man uit Mali die een café-restaurant uitbaatte. Hij had me gezegd dat, mocht ik zelf een zaak beginnen, hij eventueel wel wilde investeren. Bovendien kende ik in Wuhan veel mensen.”
Kennen Chinezen iets van bier?
“Meer en meer. En ze houden van Belgisch bier. In mijn twee zaken is de witte Vedett het populairst. Duvel ook. Vrouwen appreciëren de fruitdrank van Liefmans. Als Chinezen drinken, drinken ze veel. Wat ze bestellen, is een biertoren. Ik zet dan een klein vat van drie liter met een eigen tapkraantje op tafel en veel glazen. Buitenlanders zien dat niet zitten, Chinezen wel. Eén voorwaarde: het bier mag niet gekoeld zijn.”
U serveert ook eten?
“Chinezen zijn gek op zeevruchten. Mosselen zijn bijgevolg vaste stek bij mij. Maar we maken ook stoofvlees met frieten of vol-auvent klaar. Dat gaat er allemaal goed in. Behalve witloof met hesp. Dat vinden ze te bitter. Dat heb ik van het menu gehaald.”
De Belgische keuken gaat er goed in. Behalve witloof met hesp. Dat vinden ze te bitter. Dat heb ik van het menu gehaald.
David WILMOTS
Kan u zich als Belg laten gelden in Wuhan?
“Ik heb ervoor kunnen zorgen dat ze hier op het meer voor mijn deur eenden en ganzen hebben gezet. Op mijn vraag komt er ook een koppeltje zwanen. ( lacht) Zo importeer ik een beetje Belgische gezelligheid.”
Iets minder gezellig: Chinezen rochelen en spuwen. Last van in de zaak?
“Toch wel. Het geeft hen een vuil imago, maar eigenlijk is dat niet zo. Maar zo denken ze over het lichaam. Wat eruit moet, gaat eruit. Een fluim is nergens goed voor, dus weg ermee. Hetzelfde met overgeven. Een paar keer per week moeten we hier in die zin opruimen. Ondertussen weten ze dat het bij mij niet mag en gebruiken ze zakdoekjes. Jammer genoeg gooien ze die dan op de vloer.”
Is de luchtvervuiling zo erg als men zegt?
“Absoluut. Ook hier in Wuhan, al is het aan het verbeteren. Het verschil met drie jaar geleden is al groot. Men doet inspanningen. Zware industrie wordt meer en meer uit de stad geweerd. Oude, vervuilende bussen halen ze ook uit het verkeer. In de plaats komen elektrische. De nieuwe taxi’s zijn ook al verplicht elektrisch, brommers waren dat al langer. Er is ook een heel groot net om fietsen te huren via een app. De goede wil is er.”
Uw cafés hangen vol voetbalsjaals. Chinezen hebben tegen-
woordig iets met voetbal.
“Voetbal wordt steeds populairder. Dat komt door president Xi Jinping, een grote voetbalfan die de sport stimuleert. Hij wil dat China binnen het wereldvoetbal een stap hogerop geraakt. Vandaar alle inspanningen. Daarvoor hebben ze buitenlandse begeleiders en nu ook spelers nodig. Dat men enorme bedragen betaalt, weten de Chinezen ook, maar vinden ze niet erg. De mens in de straat ligt er niet wakker van. Ikzelf ben een hevige fan van Racing Genk. Ik zou graag nog eens naar een match gaan.”
Er zit veel geld in China.
“Zeg dat wel. Het aantal Ferrari’s, Porsches, Maserati’s, Bentleys en Rolls Royces zijn ook in Wuhan niet te tellen. Er komen er ook steeds meer. Ik meende altijd dat die plotse rijkdom een tijdbom was die elk moment kon ontploffen. Acht jaar later is die nog altijd niet ontploft. Integendeel. Het gaat goed met China. We lezen wel eens dat de piek voorbij is, maar op straat merk je daar niets van. China bruist.”
Keert u nog ooit terug?
“Neen. Op termijn plan ik om met mijn vrouw naar haar Filipijnen te verhuizen. We zouden er een B&B willen beginnen, maar het moment is nog niet rijp. Het is een vijfjarenplan geworden. Mijn vrouw is recent directrice geworden van een Britse school hier. Dat krijgt nu voorrang.”