“Ik loop bijna het meest van allemaal”
Het is zaterdag tegen Charleroi al meteen van moeten voor Club Brugge, wil het zijn titelambities niet begraven. Club verloor afgelopen weken eerst de leidersplaats, dan zijn eerste match in Playoff 1 én zag na Limbombe alle andere aanvallers – Izquierdo, Refaelov, Diaby, Wesley en Vossen – uitvallen. Maar dat is allemaal nog geen reden voor ongerustheid, vindt de Brugse spelmaker. “Omdat we in Gent altijd hadden gewonnen, als we onze kansen hadden afgemaakt. Dat is het verschil met Anderlecht: zij zijn efficiënter. Maar als de geblesseerden terugkeren, kan dat snel keren.” Netjes uitgelegd, over tot de orde van de dag. Staat de oude Hans Vanaken, die van PO1 vorig seizoen, ook gauw weer op? In de reguliere competitie kwam hij niet verder dan 6 goals en 3 assists.
“Te weinig”, zo eerlijk is hij wel. “Maar dat houdt mij niet zo bezig. Het enige wat telt, is opnieuw kampioen worden.” Ook na zijn sterke play-offs vorig seizoen is de kritiek nooit weggeweest. “Wanneer toont Vanaken eindelijk leiderschap?”, klonk het vaak.
Word je die kritiek nooit moe?
(haalt de schouders op) “De volgende week ben ik weer de held. Tijdens de playoffs van vorig seizoen hoorde
ik niets. Maar bij een topclub moet je je àltijd bewijzen.”
Je zou te loom voetballen en een versnelling missen. Je zei laatst zelf dat het spel van Club – snel vooruit – onnatuurlijk is voor jou.
“Bij Lokeren kreeg ik de tijd om zorgvuldiger op te bouwen. Bij een topclub moet het sneller vooruit, wat risico vraagt. Dat is een werkpunt, maar dat is sinds mijn komst al veel verbeterd door op training minder terug te draaien. Een explosieve speler zal ik nooit worden, maar ik ben tevreden over mijn evolutie.”
Misschien ben je wel te snel tevreden? “Ik ben gelukkig als ik op een grasmat mag staan”, verwoordde je al zelf.
“Als jongetje van vijf droomde ik hier al van. Dan mag ik toch blij zijn om het hier elke week voor 25.000 man en voor heel België te mogen laten zien?”
Denk je dan nooit: ik wil met de Rode Duivels voor 50.000 man spelen? Bij een interland is er nooit sprake van Vanaken...
“Neen. Ik vraag me echt niet af: Wat zou ik in de ogen van Martinez tekortkomen? Hij heeft zo veel keuzes. Voor mij is mijn carrière niet mislukt als ik geen Rode Duivel word. En een transfer komt als die komt. Hopelijk op het juiste moment in mijn ontwikkeling als voetballer en
mens. Ik ben nogal familie-gebonden.”
Kan je je voorstellen dat je binnen vijf jaar nog dezelfde kritiek krijgt?
“Dat zou kunnen, ik heb nu eenmaal mijn stijl en lengte tegen. Ik kom nonchalant en houterig over. Weinigen weten dat ik in een wedstrijd bijna het meest loop van allemaal. Veelal aan hetzelfde tempo, dat wel. En je ziét het niet aan mij, ik zweet bijvoorbeeld nauwelijks. En ik werk in de fitness wel hard aan mijn lichaam, maar ik zal nooit een kast krijgen als Lukaku. Ik zal ook nooit wakker liggen van de kritiek.”
Raar: je vriendin Lauren vertelde dat je in gezelschapsspelletjes een slechte verliezer bent. Maar je trekt je niets aan van kritiek?
“Een rare combinatie: een slechte verliezer, maar tegelijk snel alles relativeren. Ik ben nog altijd maar 24 en speelde al kampioen met Club Brugge. Er zijn al zo veel positieve dingen geweest in mijn carrière.”