“La vita è bella, ook zonder slokdarm”
“Laat me sterven, waarom zou ik nog moeten leven?” Met die vraag werd Genkenaar Giovanni Di Mella (72) eind vorig jaar wakker uit coma. Een slokdarm heeft hij niet meer, eten zal de levensgenietende Italiaan voor de rest van zijn leven waarschijnlijk niet
“Ik had eigenlijk niet echt ergens last van toen ik naar de huisdokter ging. Geen pijn. Alleen was ik de laatste maanden wel vermagerd, zonder meteen een verklaring. Ach, op mijn leeftijd moet je niet meer zo veel eten hebben”, lacht Giovanni.
Maar de arts had al snel door dat er meer aan de hand was en na een gastroscopie vonden ze een vlekje op de slokdarm. Spinocellulair carcinoom was de diagnose. In Leuven zouden ze de tumor via een kijkoperatie weghalen, maar dat bleek tijdens de ingreep plots onmogelijk. “Waardoor ik twee weken later opeens moest terugkeren. Op 14 september hebben mijn kinderen mij gebracht, op 15 september was de operatie. En dat is het laatste wat ik mij herinner. Ze hebben me daarna weken in een kunstmatige coma gehouden.”
Al die tijd heeft Giovanni op intensieve zorgen gelegen. Ergens tussen wakker en bewusteloosheid. “Ik heb hem zelfs eens geslagen”, wijst hij op kleinzoon Ivan. “Hij was zo onrustig op intensive care, sloeg, praatte tegen de tv. Een keer is hij zelfs uit bed gevallen, met de nodige blauwe plekken. Opa herinnert zich niets meer van die tijd. Behalve één ding: we hadden hem toen beloofd dat hij een brommer kreeg als hij erdoor kwam. Als hij zou vechten. En dat was het eerste waar opa om vroeg toen hij bij bewustzijn kwam: wanneer hij zijn brommer kreeg. Van de rest wist hij niets meer, maar die brommer...”
Brommer
Die motor staat er intussen, in de garage aan zijn huis in Genk. Nog even op stal omdat Giovanni nog net te weinig kracht heeft om het ding te bedwingen. Maar de belofte is de familie absoluut nagekomen.
“Ze hebben de slokdarm helemaal moeten verwijderen en met een stuk dikke darm een nepslokdarm gemaakt. Met de maag lukte dat niet meer, omdat al een deel was weggehaald 26 jaar geleden. Bijna dertien uur heeft die operatie geduurd”, beschrijft kleinzoon Ivan Sala (21), laatstejaars sociaal assistent aan de PXL. “Het leek gelukt, maar al snel kreeg hij koorts. Het stuk dikke darm was afgestorven, dat had niet gepakt. Die nacht kregen we nog telefoon, dat we maar beter meteen naar Leuven kwamen. Want opa lag op sterven. Het is echt kantje boord geweest.”
Coma
Of Giovanni het zou halen, was alleen maar afwachten. Wekenlang. Weken die aan hem zijn voorbijgegaan. Niet Giovanni Di
Mella aan zijn dochters...Tot drie keer per dag trokken ze naar Leuven. Met heel vaak papa Sala als chauffeur. “12.000 kilometer had ik na die dagen op mijn teller staan. Maar we vonden het belangrijk om er te zijn.”
Of ze toch niet getwijfeld hebben, met een zeventiger, om de tumor te laten zitten en het stilletjes aan te kijken. Ivan: “Ik heb het de dokter letterlijk gevraagd. Maar het carcinoom moest eruit, ook nadat het de eerste keer niet gelukt was. Als ze niets gedaan hadden, was opa sowieso gestorven. En nu hebben we hem terug...”
Ik mis mijn groentjes, een goed glas wijn, maar ik ben opnieuw heel blij dat ik er nog altijd ben
Stoot
Niet zonder slag of stoot, weliswaar. “Zo’n twee maanden heeft hij op intensieve zorgen gelegen. En daarna is het heel stilletjes vooruitgegaan”, zegt dochter Gianna. “Hij heeft zoveel dingen opnieuw moeten leren. Zelfs zijn slikreflex, via de logopediste. Gewoon even in een stoel zitten, was de eerste maand verschrikkelijk zwaar.”
Ramadan
“Het is niet gemakkelijk geweest, neen. Van de coma weet ik dus niets meer, wel dat ik weer wakker geworden ben en dat ik de tweede dag nog geen eten kreeg. Terwijl ze bij mijn buurman wel een dienbord kwamen zetten. Ik rook dat allemaal en had natuurlijk ook honger. Zeg, ik ben geen Arabier, ik doe niet aan de ramadan, heb ik nog gezegd”, knikt Giovanni. Ivan: “Op dat moment wist opa natuurlijk nog niet dat hij geen slokdarm meer had, dat hij eigenlijk voor de rest van zijn leven geen maaltijden meer kan eten.”
Giovanni: “Toen ze me dat zeiden, de dokters... Dat was een heel zware klap. Nooit meer eten? Hoe kon dat? Ik had toen echt wel het gevoel dat ze me hadden kunnen laten sterven. Ik heb heel diep gezeten.”
Dat was ook de man die thuisverpleegsters Ann en Pamela voor het eerst thuis in Genk zagen bij zijn terugkeer na al die maanden. “Om heel eerlijk te zijn: hij wilde toen niet meer