De politie, uw dierenvriend
De lokale politie rukt steeds vaker uit om te jagen op ontsnapte honden, stieren en paarden. “Terwijl ze daar niet voor zijn opgeleid”, zegt Rudi Oyen van het Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum in HeusdenZolder.
HASSELT -
“Ooit kreeg ik telefoon van de politie: of ik met mijn team een stier wilde vangen die was losgebroken en het verkeer ophield. ‘Geen probleem’, antwoordde ik, en ik zocht mijn materiaal bij elkaar. Even later opnieuw telefoon: of ik me kon haasten. Want de rollen bleken omgekeerd. Niet de politie joeg op de stier, maar de stier op de politie.” Rudi Oyen, de eigenaar van het Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum in Heusden-Zolder, werkt geregeld samen met lokale korpsen. “Behalve honden en katten vang ik alles, al 35 jaar lang.” Hij begrijpt perfect de frustratie van Marc Hellinckx, korpschef van de politiezone Pajottenland, die klaagt dat hij steeds meer agenten op pad moet sturen om achter dieren aan te zitten. “Agenten beschikken ook niet altijd over het juiste materiaal om een hond of een paard te vangen, noch over de nodige kennis”, zegt Oyen. “Ooit heeft een agent een loslopende pony aan een paal vastgebonden met handboeien.” Een belronde naar enkele lokale korpsen leert dat de blauwe troepen vooral op honden moeten jagen. In Brasschaat, bijvoorbeeld, ging het in maart alleen al om 21 interventies. Lommel werkt dan weer met een professionele hondenvanger. “Het zijn niet allemaal chihuahua’s die ontsnappen, maar ook rottweilers en Mechelse herders, die soms agressief uit de hoek komen”, zegt een medewerker.
Als het om grote en exotische beesten gaat, doet de politie of de brandweer vaak een beroep op het opvangcentrum van Oyen. Dat staat dag en nacht paraat, zeven dagen op zeven. “Meestal ruk ik uit voor gedumpte dieren. De meeste worden achterlaten als het donker is, op plekken met weinig bewoning. Een kwestie van niet betrapt te worden.”