En God dan?
Het oerboek?
De Bijbel. Geen enkel boek heeft zo’n groot deel van de mensheid duizenden jaren in zijn ban gehouden. Vijf miljard exemplaren zijn ervan verspreid. Maar wie leest nog de Bijbel, in deze moderne tijden en in deze gewesten? Het is des te verrassender dat twee heren opduiken die een nieuw licht op het oudste aller boeken laten schijnen. De Nederlandse gedragsbioloog Carel van Schaik (1953) is hoogleraar aan de universiteit van Zürich. Hij deed in zijn loopbaan vooral veldonderzoek rond orang-oetans in Indonesië. Kai Michel (1967) is een Duitse historicus die als wetenschapsjournalist naam heeft gemaakt. Tijdens een interview van Michel met Van Schaik kwamen ze op het idee de jongste kennis van de evolutietheorie naast de bijbelverhalen te leggen. Adam en Eva, Mozes, Abraham, Noë en zijn ark, zijn het meer dan figuren uit ongeloofwaardige verhaaltjes?
De Bijbel bestond al 7.000 jaar in de orale traditie voor hij rond 3.000 voor Christus op schrift werd gesteld. Aan dat pakket verhalen is duizenden jaren door duizenden mensen geboetseerd. Het kan toch niet anders of tekst en tijd moeten parallellen vertonen. Dat is het uitgangspunt. Tweehonderd sessies hielden ze samen, verhaal na verhaal, profeet na profeet onderzoekend, om inzicht te krijgen. De Bijbel als kijkvenster op een tijdperk.
Kern van de zaak?
Onze verre voorouders waren jagersverzamelaars. De uitvinding van de landbouw - ook wel de agrarische of neolithische revolutie genoemd - rond 10.000 jaar voor Christus geldt als de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid. De jager werd boer. Lange tijd is gedacht dat die overgang een vooruitgang was, maar de laatste decennia hebben veel geleerden betoogd dat die revolutie alleen maar tot onheil heeft geleid. De jager kende geen grote sterftes, geen misoogsten, niet de besmettelijke ziekten die de boeren van hun vee kregen. En vooral: de jager kende geen bezit.
Eerst, in het aards paradijs, leeft de mens relaxed. Als boer moet hij hard werken, hij moet bezit verwerven en handhaven, sociale ongelijkheid en hiërarchie ontstaan, machtsmisbruik, slavernij, onderling geweld. Van Schaik: “Als jager zou een man er nooit aan denken zijn broer te vermoorden; in de nieuwe tijd weegt bezit: wie erft de boerderij?” Kaïn wordt trouwens niet zwaar gestraft voor de moord op Abel. In de nieuwe landbouwwereld is geweld de weg naar het succes. Hoe is het mogelijk dat je om het stelen van een appel (bezit) uit het paradijs wordt verjaagd? Ook de onderdrukking van de vrouw - wie verzint haar als rib uit een man? - dateert uit die nieuwe tijd: een vrouw is bezit, ze wordt elders gehaald, ze wordt als eigendom beschouwd. De jager gelooft wel in rare geesten, maar de grote rampen van de nieuwe tijd - droogteperiodes, epidemieën - moeten grote oorzaken hebben, en dat zijn de goden, almaar machtiger goden. De God in de nieuwe wereld is gecreëerd om ‘de maatschappij bijeen te houden’. Vandaar de straffende God, de God die we niet begrijpen, de God die dood zaait. Van Schaik: “Zo bekeken wordt een hele resem van Gods eigenaardigheden duidelijk. De Bijbel is mensenwerk. Het is een dagboek van de mensheid.” Religie is ontstaan als een beschermingssysteem, uit de drang om het eigen volk voor de definitieve ondergang te behoeden. Vandaar ook de tien geboden van Mozes en de 613 andere regels in de Bijbel.
Van Schaik: “De landbouwrevolutie is de oerknal van onze huidige beschaving.” De Bijbel is het eerste verslag van de aanpassingsgevechten, de worstelingen die de mens heeft geleverd om zich in te passen in een wereld waar hij niet voor is geschapen. Van Schaik: “Vandaar ook dat permanente onbehagen, ook in de huidige cultuur, een steeds weer opduikend gevoel dat we leven in een verkeerde wereld. Het diepe heimwee naar een andere wereld, het aards paradijs.”
Samengevat?
De Bijbel, ook het Nieuwe Testament trouwens, krijgt hier een totaal andere lectuur. Goed geschreven, boeiend. Honderd pagina’s minder had misschien ook gekund.