“Geboren met een fiets in de maag”
ALEJANDRO VALVERDE wint als 36-jarige voor de vijfde keer op ‘zijn’ Muur van Hoei
Zelden Alejandro Valverde (36) zo uitbundig gezien als na zijn vijfde overwinning op de Muur van Hoei. Zelden won De Onverslagene ook zo gemakkelijk op de muur van ellende. Terwijl hij met handen en armen figuurlijk een pijl afschoot, spartelde de tegenstand om samen met hem op het podium te klauteren. Vijf zeges, waaronder nu al vier op een rij: dat is de balans die Alejandro Valverde in de Waalse Pijl kan voorleggen. In de Ardennen is de ouderdomsdeken van Movistar zelfs op gelijke hoogte van Eddy Merckx geklommen, al deed die het wel omgekeerd: vijf keer Luik-Bastenaken-Luik en drie keer de Waalse Pijl. Het was gisteren voor Valverde in totaal zelfs al de vijftiende (!) keer dat hij op het podium stapte bij een Ardennenklassieker. Precies evenveel als De Allergrootste. Er komt maar geen sleet op de Spanjaard. “De Muur van Hoei is simpel: ik zet me voorin zodat ik mijn eigen lijn kan kiezen”, aldus Valverde. “Dat is het allerbelangrijkste. Voel ik dat het tijd is om de bak volledig te ledigen, dan trek ik door. Zegt Dan Martin dat ik langer gewacht heb omdat de wind vol tegen stond? (trekt grote ogen) Momentje, we gingen de laatste kilometer in met wind in de rug. Pas na de bochten veranderde de wind van richting.”
Alleskunner
Voor Valverde is de Muur van Hoei opsprinten iets als kunst. “Het is alles: conditie, vertrouwen, kracht. Ik zei het vanmorgen nog tegen de jongens: ‘Zet me de laatste kilometer af, daarna is het aan mij’. Ik had nog Rojas en Moreno bij me die me afschermden vooraleer ik vertrok.”
De Spaanse alleskunner heeft ook een verklaring waarom hij op deze voor een coureur stilaan bejaarde leeftijd nog dit soort kunstjes kan opvoeren. “Ik voel niet de minste druk meer. Daarom geniet ik nu veel meer van wat ik doe. Sommigen zijn geboren met een bal in de maag. Bij mij was dat een fiets. En die heb ik nog altijd niet opgegeten. Ik wist dat ik in topvorm naar hier kwam. Anders zat ik nu nog niet aan tien zeges. En zolang ik blijf winnen, ga ik door.”