“Kom alsjeblieft met juiste cijfers”
Goochelt Ben Weyts met cijfers over fietspaden?
Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) kondigde donderdag trots aan dat hij de komende drie jaar 300 miljoen euro investeert in fietsinfrastructuur, waarvan 47 miljoen in Limburg. Maar een factcheck toont aan dat beide bedragen niet kloppen. Dat de totale investering op 289 miljoen uitkomt en niet op 300 miljoen, dat willen we nog door de vingers zien. Maar dat Weyts in een persbericht 47 miljoen euro investeringen in Limburg aankondigt terwijl het in realiteit om een kleine 30 miljoen gaat, kan op minder begrip rekenen. Wordt er gegoocheld met cijfers? Of is er toch een logische verklaring? Dat Vlaanderen nood heeft aan extra fietsinfrastructuur, daarover is iedereen het eens. We zijn dan wel een echt fietsland, maar onze tweewieler dient vooral voor recreatieve uitstappen in het weekend. Het aandeel van de fiets in het dagelijkse woon-werkverkeer ligt, hoewel licht stijgend, nog altijd veel te laag. Uit het meest recente Onderzoek Verplaatsingsgedrag blijkt dat het totale aantal verplaatsingen per fiets zelfs is gedaald van 14 procent in 2008 naar 11,3 procent vandaag. Dat vooral het fietsverkeer naar schoolt achteruit boert, baart de Fietsersbond zorgen.
Net daarom wil minister voor Mobiliteit Ben Weyts fors investeren in functionele fietsinfrastructuur. Zo’n 300 miljoen over de periode 2017-2019, zo kondigde hij donderdag niet zonder enige trots aan. Maar wie verder kijkt dan het persbericht en de kostprijs van alle projecten optelt, komt niet aan 300 miljoen, maar ‘slechts’ aan 289 miljoen. Dat volgens Weyts de komende jaren telkens de magische grens van 100 miljoen wordt overschreden, klopt dus niet. Och ja, ‘dat kleine verschil’ zal u denken, maar wie de Limburgse cijfers van naderbij bekijkt, merkt een nog grotere ongerijmdheid op. In zijn persbericht kondigde Weyts aan dat Limburg de komende drie jaar 47 miljoen euro zal krijgen. Maar wanneer we de Limburgse projecten uit zijn investeringsprogramma optellen, komen we op nog geen 30 miljoen euro uit. Een verschil van meer dan 17 miljoen euro.
Het lijkt erop dat de minister goochelt met cijfers. “Die indruk hebben wij ook”, zegt Mikaël Van Eeckhoudt, directeur van de Fietsersbond. “Neem nu de brug over de E40 in Affligem. Die moet opnieuw worden opgebouwd nadat ze werd aangereden door een vrachtwagen. In de investeringslijst staat een bedrag van 2 miljoen euro, maar dat is volgens ons genoeg voor een volledige brug, niet alleen voor de fietsinfrastructuur. Dat stelt ook de rest van de projecten in vraag. Ik heb de indruk dat we hier met aankondigingspolitiek te maken hebben. Dat er een lijst met projecten is, waar een duidelijk budget en planning tegenover staan, daar zijn we echt heel blij mee. Maar kom alsjeblieft met juiste cijfers.”
“Logische verklaring”
We confronteerden Weyts gisteren met het bewuste persbericht. Hoe kan het dat er een rekenfout van meer dan 17 miljoen euro in dat bericht is geslopen? “Er is een logische verklaring voor dat verschil”, zegt Weyts’ woordvoerder Jeroen Tiebout. “Het gaat om investeringen die niet toegewezen zijn aan specifieke projecten en dus ook niet in de lijst voorkomen. Bijvoorbeeld voor de opmaak van archeologische nota’s, opmeetwerken of het vullen van putten in fietspaden.”
Volgens Weyts geldt dat voor alle provincies. Waarom hij voor Limburg dan het cijfer van 47 miljoen euro communiceerde, maar het totaal op 300 miljoen liet staan en de niet-specifieke kosten in dat totaalbedrag dan niet verwerkte, daarop blijft Weyts ons het antwoord schuldig. “Die onduidelijkheid is storend”, zo vindt de Fietsersbond, die ook hekelt dat structurele kosten – zoals onderhoudswerkzaamheden en putten vullen – worden meegerekend in de aankondigingen. “We zijn wel blij dat Weyts inzet op de aanpak van missing links en de uitbouw van fietssnelwegen. Al missen we een grotere visie, een fietsbeleid met grote F. Om de Vlamingen echt op de fiets te krijgen, zouden we minstens 500 miljoen euro per jaar moeten investeren. Alleen zo kunnen we een ijzersterk netwerk van fietssnelwegen en goede lokale verbindingen uitbouwen en tegelijk mensen sensibiliseren door bijvoorbeeld op federaal niveau fiscale voordelen te geven aan fietsers”, besluit Van Eeckhoudt.